De eerste release van de complete producties gerealiseerd door Quartetto Italiano voor de RIAS in Berlijn tussen 1951 en 1963, belicht twee aspecten. Naast zelden gespeelde werken van Donizetti, Cherubini en Gian Francesco Malipiero, brengen ze een sonoor beeld van de enorme reikwijdte van hun repertoire, variërend van Joseph Haydn, de vader van het klassiek strijkkwartet, tot het 7de Strijkkwartet van Dmitri Sjostakovitsj, dat gloednieuw was ten tijde van de opname. De release maakt deel uit van de serie “Legendary Recordings”.
De enigszins opvallende naam van het ensemble maakte vanaf het begin duidelijk dat Quartetto Italiano zichzelf zo maar niet beschouwde als een Italiaans Strijkkwartet onder vele, maar als hét gezaghebbend Kwartet in Italië. Het ensemble werd al snel erkend als een pionier in de Italiaanse kamermuziekcultuur van na de Tweede Wereldoorlog en door hun onvermoeibare obsessie voor detail, diepgaande verkenning van de muzikale expressie en de opmerkelijke homogeniteit van hun klank en samenspel, veroverde Quartetto Italiano een vaste plaats in de topklasse van toonaangevende strijkkwartetten gedurende de eerste twee decennia van hun carrière. Naast hun opnamen voor Decca, Philips en Deutsche Grammophon, behoorden hun opnamen voor de Berlijnse Radio, tot de toenmalige wereldklasse. RIAS, de afkorting van “Rundfunk im amerikanischen Sektor”, was een omroep in West-Berlijn die tussen 1946 en 1993, onder toezicht van de Amerikaanse bezettingsmacht, radio-uitzendingen maakte en later televisie-uitzendingen.
Quartetto Italiano werd in 1945 in Reggio Emilia opgericht. Ze debuteerden in 1945 in Carpi in de provincie Modena, toen alle vier de spelers nog jonge twintigers waren. Oorspronkelijk heetten ze “Nuovo Quartetto Italiano” voor ze in 1951 “Nuovo” weglieten. Ze werden vooral bekend om hun opname gemaakt tussen 1967 en 1975, van de complete Strijkkwartetten van Beethoven. De vaste leden van 1945 tot 1980 waren Paolo Borciani, viool en zijn vrouw, Elisa Pegreffi, viool, en Franco Rossi, cello. Naast hen speelden achtereenvolgens Lionello Forzanti, en Piero Farulli (van 1947 tot 1977), altviool, en vanaf 1977 was dat Dino Asciolla.
Borciani, Pegreffi en Rossi ontmoetten elkaar in 1940 op de Concorso Nazionale in La Spezia. In de zomer van 1942 ontmoetten ze elkaar opnieuw in de Accademia Musicale Chigiana in Siena, waar de cellist Arturo Bonucci (Sr.) (hoofd van de kamerklas, echtgenoot van Pina Carmirelli) ze samen met de altviolist Lionello Forzanti plaatste voor de studiesessie. Ze werkten samen aan het Debussy kwartet en voerden het uit in september 1942.
In augustus 1945 begon de groep opnieuw samen te spelen in het huis van Borciani in Reggio Emilia. Hun debuut volgde in november 1945 in de Sala dei Mori in Carpi, als Nuovo Quartetto Italiano. Het was het inaugureel concert van de Società degli Amici della Musica. Tegen het einde van het jaar speelden ze ook in Milaan en in maart 1946 waren ze winnaars op het Concorso van de Accademia Nazionale di Santa Cecilia, en het Concorso van de Accademia Filarmonica Romana. Een concert voor de gerenommeerde, reeds in 1866 opgerichte Società del Quartetto di Milano volgde, en hun eerste buitenlands concert was in de Tonhalle in Zürich.
Het Kwartet ontbond in 1980. Paolo Borciani wijdde zijn latere jaren, samen met zijn vrouw Elisa Pegreffi, aan Bachs “Kunst der Fuge”, Elisa ging ook lesgeven, Piero Farulli ging les geven in Fiesole en Franco Rossi keerde als chambrist terug naar de uitvoering van kamermuziek. Alle vier werden ze tijdens het Festa della Repubblica (Italiaans Nationale Feestdag), bekroond met de sedert 1950 uitgereikte gouden medaille van de “Benemeriti della Scuola, della Cultura e dell’Arte”.
Op de drie cd’s staan het Strijkkwartet nr. 7 in fa klein van Donizetti, het Strijkkwartet nr. 5 in F van Cherubini, het Strijkkwartet nr. 4 van Malipiero en het Strijkkwartet nr. 7 in fis klein, op. 108 van Sjostakovitsj, het Strijkkwartet in F van Ravel en het Strijkkwartet nr. 8 in Bes, D112 van Schubert, het Strijkkwartet nr. 2 in F, op. 41 No. 2 en het Strijkkwartet nr. 3 in A , op. 41 nr. 3 van Schumann, en het Strijkkwartet, op. 77 nr. 1 in G van Haydn. Drie werken in deze release (Cherubini, Donizetti en Sjostakovitsj) zijn overigens voor het eerst op cd te horen door Quartetto Italiano. Meesterlijk samenspel, zowel gedreven als ingetogen, met een constante doordringende expressie. Niet te missen!
Quartetto Italiano The Complete RIAS Recordings 3 cd cd Audite AUDITE21456