‘Rehabilitatie van Ravel’ – Dit boek biedt een kennismaking met de kroniek van leven en werk van Maurice Ravel. In vijf thematische hoofdstukken wil Jan Christiaens Ravel als het ware rehabiliteren door Ravels Maskerade te ontmaskeren.
De auteur stelt zich de vraag wie de componist en de mens was achter muziek met Spaanse vurigheid, onderkoelde barok-imitatie en rokerige jazzy-atmosfeer. En dit omdat zijn vertrekpunt de eerder kwalijke reputatie is die Ravel had onder bepaalde kenners. Want Ravel, zo schrijft de auteur, wekte bij hen hoogstens een technische nieuwsgierigheid op. Hij was er als het ware alleen maar om vergeleken te worden met Debussy.
Ravels maskers
Het was Ravels goede vriend en biograaf Alexis Roland-Manuel die in een artikel uit 1925 de metafoor van de maskers voor het eerst gebruikte. Ze werd opgepikt door Jankélévitch en later door Theodor Adorno, die op die manier de inschatting van Ravels muziek mee bepaalde. ‘Ces masques que lui prêtent les snobismes du siècle’ (Jankélévitch). In zijn opvatting zou Ravel zich in zijn muziek behaaglijk verschansen achter talrijke klinkende maskers. Dientengevolge had men moeite met de bijzondere esthetiek van afstand en vervreemding die Ravels muziek kenmerkte, zo lezen we. Zijn onvermoeibaar streven naar vormelijke perfectie en zijn ondoorgrondelijke, gemaskerde artistieke persoonlijkheid zou hem afsluiten van een esthetiek van de onmiddellijke, onontkoombare emotionaliteit.
Ravel zelf aan het woord
De auteur heeft oog voor het spanningsveld van maskerade en ontmaskering, van geslotenheid en openheid in Ravels muziek. Daartoe laat hij Ravel zelf aan het woord, met citaten uit zijn brieven, artikels en interviews. De kroniek van leven en werk geeft een overzicht van de opleiding van de componist en van de ontmoetingen en gebeurtenissen die een weerslag hadden op zijn magische muziek.
Focusteksten
Het corpus van dit boek bestaat uit vijf hoofdstukken die telkens een aspect van Ravels oeuvre belichten. In elk hoofdstuk wordt eerst een algemene inleiding op het thema gegeven, om daarna met kennis van zaken, twee composities in detail onder de loep te nemen. In de focusteksten worden in totaal tien composities belicht.
Van Jeux d’eau tot Le Tombeau
Na de Inleiding over de rol van Jankélévitch en Adorno in Maskerade en ontmaskering en de Proloog, schetst de auteur eerst het cultureel klimaat in Parijs ten tijde van Ravel en de kroniek van zijn leven en werk. In het eerste hoofdstuk gaat het dan over “Pianistieke pyrotechniek als poëzie, Ravels parelend pianospel”. De auteur focust zich dan op Jeux d’eau en op Gaspard de la nuit. In “De klankingenieur, mechaniek en motoriek als esthetiek”, gaat het vervolgens over de geluidsfabriek en Ravel als klankingenieur op zoek naar “l’objet juste”. Dit wordt geïllustreerd aan de hand van de eigenzinnige, motorische Boléro. “Neoclassicisme of onbedoelde ontrouw aan een model” wordt vervolgens treffend geïllustreerd door Le Tombeau de Couperin.
Zang en dans
In zijn 3de hoofdstuk “Grensverleggend, Ravel en het exotisme, Muzikale wingewesten” staan Ravels opvallende Chansons madécasses centraal. In het 2de deel van dit hoofdstuk “An American in Paris. Ravel en jazz” heeft Christiaens het vervolgens over de Jazz invloeden in het magistraal Pianoconcerto (in sol) en de heel bijzondere Sonate voor viool en piano. Een mooie titel als “Moeder gans ten dans” laat vermoeden dat de auteur het hier heeft over Ravels betrokkenheid bij het vernieuwend ballet van zijn tijd. In “Diaghilev leidt de dans” heeft hij het dan uiteraard over Ravels meer dan geniaal ballet Daphnis et Chloé en over het adembenemend poème chorégraphique pour orchestre, La Valse.
Relatie tussen opera en ontwikkelingspsychologie
In het vijfde en laatste hoofdstuk “Hoe klinkt betekenis? Ravel en de literatuur, Symbool en suggestie als semantiek”, gaat het ten slotte over Ravels relatie tot de veelal symbolistische en avant garde literatuur. De auteur focust zich hier op Ravels Trois Poèmes de Stéphane Mallarmé en op zijn unieke opera (fantaisie lyrique en deux parties) “L’Enfant et les Sortilèges”. Daarin hij het heeft over de relatie tussen opera en ontwikkelingspsychologie. Briljant. Om te eindigen, het overzicht van de composities van Maurice Ravel en de geraadpleegde literatuur. Zeker lezen.Jan Christiaens Ravel ontrafeld – Leven en werk van Maurice Ravel 130 bladz. uitg. Lipsius Leuven/Universitaire Pers Leuven ISBN 978-94-6270-038-3