Het Label Aparte gaf op 2 cd’s de 4 Vioolsonaten uit van de Franse componist Benjamin Godard. Een belangrijke opname die herontdekking en eerherstel inhoudt van deze grotendeels vergeten componist.
Het wonderkind op de viool
De Parijzenaar Godard studeerde aan het Conservatoire national supérieur de musique et de danse. Hij volgde eerst vioolles bij Vieuxtemps nabij Frankfurt en studeerde vervolgens verder bij Richard Hammer, een toen bekende violist die met pianist Wilhelm Krüger een duo vormde. Compositie studeerde hij bij Henri Reber, opvolger van Halévy. Reber was ook de leraar van Massenet. Op de leeftijd van zestien componeerde Godard zijn eerste Sonate voor viool en piano. In 1876 orkestreerde hij Schumanns “Kinderszenen” en won in 1878 de prijs Chartier met zijn dramatische symfonie voor solisten koor en orkest, “Le Tasse”. In Antwerpen presenteerde hij in 1878 zijn eerste opera “Les Bijoux de Jeanette”. Zes jaar later was zijn opera “Pedro de Zalamea” echter een flop. In 1887 werd hij hoogleraar instrumentaal samenspel aan het Conservatorium van Parijs. Zijn opera “Jocelyn” naar het gedicht van Lamartine (Brussel, februari 1888), met het beroemd wiegenlied, onthulde zijn lyrische talent. Een andere opera, “Dante”, werd opgevoerd in de Opéra-Comique in mei 1890.
Opera’s, concerti en kamermuziek
Godard componeerde nog de opera’s “La Vivandière” georkestreerd door Paul Vidal (première in Parijs in 1895), en “Les Guelfes”, opgevoerd in Rouen in 1902, en componeerde ook vijf symfonieën waaronder drie programmasymfonieën, een “Symphonie gothique” op. 23 (1874, een “Symphonie orientale” op. 84 (1884) en de “Symphonie légendaire” op. 99 (1886). Verder componeerde hij twee vioolconcerti, twee pianoconcerti, drie strijkkwartetten (op. 33, 37 en 136), vier sonaten voor viool en piano, een sonate voor cello en piano (op. 104), twee pianotrio’s (op. 32 en 72) en een honderdtal Mélodies. In de korte periode tussen 1865 en 1880 componeerde hij 150 opusnummers. Twee van zijn meest succesvolle werken waren het “Romantisch Concerto” voor viool en orkest op. 35 (1876) en zijn 2de Vioolconcerto in sol klein op. 131 (1891). Lijdend aan tuberculose, trok hij zich in 1892 noodgedwongen terug aan de Franse Rivièra. Begin 1895 overleed hij in Cannes. Hij was amper vijfenveertig.
Specialist van kamermuziek
Godard behoorde nu eens niet tot de “bande à Franck”, was dus geen leerling van César Franck. Als altist maakte hij samen met violist Richard Hammer, deel uit van het “Quatuor populaire”. Godard was dé chambrist bij uitstek, zowel als uitvoerder als als componist. Met zijn reputatie als componist van kamermuziek en instrumentalist won hij in 1879 de Prix Chartier. Dit leidde tot zijn benoeming als leraar samenspel of kamermuziek met piano aan het Conservatorium van Parijs. Ondanks twee keer de Prix de Rome gemist te hebben, was hij een prominente figuur in het Frans muziekleven van de vroege jaren van de Derde Republiek. De Franse instrumentale muziek stond toen nog in de kinderschoenen. Godard was dienaangaande een witte raaf. De helft van Godards kamermuziek maakt gebruik van grootschalige vormen, sonaten, trio’s en kwartetten. Naast vier Vioolsonaten componeerde hij nog acht stukken voor piano en viool.
Godard, Fauré en Tayau
Het meesterwerk naar het oordeel van tijdgenoten was zijn vierde Vioolsonate, gecomponeerd in 1872 in Taverny (Val-d’Oise), bovendien zijn eerste werk dat in het buitenland werd gepubliceerd, meer bepaald in Berlijn. Hij droeg het werk op aan pianiste Laure Donne die de Sonate met violiste Marie Tayau in première speelde. Godard componeerde dan in 1877 zijn “Concerto romantique” voor Tayau. De 4de Sonate dateert uit hetzelfde jaar als de Vioolsonate op. 13 van Gabriel Fauré. Deze werd eveneens door Marie Tayau in première gespeeld. Fauré’s Sonate werd echter in Duitsland uitgegeven zonder enige financiële vergoeding voor de componist.
Charmant en sentimenteel
Tot op het moment van zijn vroegtijdige dood in 1895, is Godard trouw gebleven aan wat zijn tijdgenoten omschreven als charmant sentimentele muziek, een voorliefde waardoor hij in de vergetelheid terecht kwam door de uitvoerders en niet vermeld werd in de muziekgeschiedenisboeken. De uitvoering en opname van deze verwaarloosde werken stelt ons in staat om opnieuw te genieten van de rijkdom van het Frans muzikaal leven in de 2de helft van de 19de eeuw, en de belangrijke plaats van Godard daarin. Godard was geen melodisch genie maar had een heel groot aandeel in het ontstaan en de ontwikkeling van de Franse kamermuziek.
Stradivarius en Yamaha
Violist Nicolas Dautricourt speelt op de prachtige Stradivarius, ‘Château Fombrauge’ (Cremona 1713). Zijn recente opname van Sibelius voor La Dolce Volta kreeg veel prijzen, waaronder een CHOC door Classica. De Roemeense pianiste Dana Ciocarla speelt op een Yamaha vleugel. De cd met de Vioolsonaten werd opgenomen in de Salle Byzantine van het Palais Béhague in Parijs (Roemeense ambassade) in het kader van het Festival Godard met de medewerking van het Palazzetto Bru Zane. Emmanuel Prélaprat schreef in het bijhorend boekje een heel interessante tekst met uitvoerige informatie. Warm aanbevolen.
Benjamin Godard Intégrale des Sonates pour violon et piano Nicolas Dautricourt Dana Ciocarlie 2 cd Aparté AP124
Violin Sonata No. 3, Op. 20
Violin Sonata No. 1, Op. 1
Violin Sonata No. 4, Op. 12
Violin Sonata No. 2, Op. 2