“Seigneur! Soutiens notre âme”

Charles Gounod liet zich voor één van zijn opera’s inspireren door de lotgevallen van de markies de Cinq-Mars. De opname van deze opera verscheen als vol. 11 in de prachtige reeks “Opéra français” (boek + cd’s) van het Palazzetto Bru Zane. Magnifiek.

Gunsteling van de koning

Gepubliceerd door Alfred de Vigny in 1826, wordt “Cinq-Mars” beschouwd als de eerste grote Franse, historische roman. De actie vindt plaats in de 17de  eeuw. Henri Coiffier de Ruzé d’Effiat, marquis de Cinq-Mars (1620-1642) was de jonge favoriet van de Franse koning Lodewijk XIII. Cinq-Mars was de zoon van maarschalk Antoine Coëffier-Ruzé, Markies van Effiat, een goede vriend van Richelieu. Die nam de jongen onder zijn bescherming na de dood van zijn vader in 1632.

Als zoon van de “Surintendant des Finances” en goede vriend van Richelieu, kwam Cinq-Mars al vroeg aan het Hof. In 1639 stelde de kardinaal de jonge Cinq-Mars voor aan de koning. Dit in de hoop op die manier nog meer in de gunst van de koning te komen om zo doende nog meer controle en macht over de koning te krijgen. Cinq-Mars werd “Grand Maître de la garde-robe”, “Premier écuyer” en “Grand écuyer de France”.

Steun van Spanje

De kardinaal dacht dat hij Cinq-Mars makkelijk onder controle zou kunnen houden, maar in plaats daarvan zette Cinq-Mars de koning onder druk om zelf belangrijke gunsten te verkrijgen. Cinq-Mars werd de vijand van Richelieu. Hij probeerde zelfs de koning er van te overtuigen om Richelieu uit de weg te ruimen. In 1641 behoorde Cinq-Mars zelf tot het complot van Louis de Bourbon-Soissons om Richelieu te vermoorden. De poging mislukte tot twee keer toe. Het volgend jaar ging hij samenspannen met de broer van de koning, Gaston de France (Gaston d’Orléans), om steun te krijgen van Filips IV, de koning van Spanje.

Na een overwinning van de Habsburgers en de Vrede van Praag (1635), verklaarde Richelieu de Spanjaarden de oorlog (Frans-Spaanse Oorlog (1635-1659)). Richelieu’s spionnen betrapten Cinq-Mars waarna de kardinaal hem gevangen liet nemen en hem in september 1642 samen met de Thou liet onthoofden op de Place des Terreaux in Lyon. Drie maanden later overleed Richelieu. De Place des Terreaux is vandaag één van de mooiste pleinen van Frankrijk.

Gezongen dialogen voor Lyon

Op vraag van Léon Carvalho, de directeur van de Parijse Opéra-Comique, verwerkte Charles Gounod in 1876 de roman om tot een drame lyrique. Niet zo zeer in de lijn van zijn “Roméo et Juliette” (3 versies tussen 1865 en 1888) en zijn “Faust” (1856-1861), maar eerder als een grote, historische opera, hét genre van de Parijse operahuizen “Le Peletier” (toen Académie nationale de musique) aan de boulevard des Italiens, en het “Palais Garnier”. In de tweede versie van de opera, herzien voor de (oude) Opéra van Lyon (niet deze van vandaag van Jean Nouvel), werden de oorspronkelijk gesproken dialogen vervangen door orkestraal begeleide recitatieven. Het is deze versie die hier werd opgenomen.

Perfecte dramatisering

Paul Poirson en Louis Gallet schreven het libretto. Poirson was de man wiens vrouw en dochter magistraal geschilderd zijn door John Singer Sargent en Jacques-Émile Blanche. Zeker eens bekijken. De oorspronkelijke versie ging op 5 april 1877 in de Opéra-Comique (Salle Favart) in Parijs in première, de 2de  versie op 1 december 1877 in het Grand Théâtre in Lyon. De muziek bevat heel wat lyrische momenten, zowel zuiver instrumentaal als vocaal. Er is een ouverture, diverse introducties en de tweede tableau van de 2de akte bevat een uitgebreid Divertissement. Dit Divertissement met schattige Bergères, Petits Soins, Billets Doux en Jolis Vers, geeft prachtig de sfeer weer aan het Franse Hof. Luister naar de Introduction en naar de Sarabande. Het zijn mooie en treffende voorbeelden van muzikaal historicisme die vooruit lopen op Jean Marais en Francis Poulenc. “Belle, dont le sourir”, gezongen door de Seigneurs et les Femmes (cd 1, Track 23) is trouwens is één van de mooiste, lyrische koorcomposities uit de Franse, 19de -eeuwse opera. Geloof mij.

Operaspecialist

De teksten worden syllabisch en met geprononceerde r gezongen (typisch Frans) en er zijn heel wat mooie duo’s te beluisteren, o.a. tussen de twee vrienden, tussen Cinq-Mars en Marie de Gonzague (bv. “À ta voix le ciel s’est ouvert” in de 4de akte) of tussen Marie en Père Joseph (le capucin réformateur, Joseph François Leclerc du Tremblay), de rechterhand of “Éminence grise” van Richelieu (de “Éminence rouge”). Er zijn magnifieke en krachtige koren (bv. het openingskoor “La fanfare éveillée” van de 3de akte) en de expressieve inhoud van de handeling werd door Gounod treffend in muziek omgezet. Gounod was duidelijk een operaspecialist. Zo veel is duidelijk.

Interessant boek

Het alweer schitterend boek bevat vijf heel interessante teksten, telkens zowel in het Frans als in het Engels. Gérard Condé, de auteur van de monografie over Gounod in de prestigieuze reeks van uitgeverij Fayard, beschrijft de opera als “Une redécouverte absolue”. Er is een artikel uit de Figaro van april 1877, Sébastien Troester heeft het over “Les différentes versions de ‘Cinq-Mars’”, Johannès Weber schreef “Un témoignage de la création”, en er is een tekst van Alfred de Vigny zelf, “La mort de Cinq-Mars”. Er is ook de synopsis van het verhaal en het libretto.

Mooie stemmen

De opname gebeurde in het magnifiek Prinzregententheater in München waar Jörg Moser van de Beierse Radio instond voor de perfecte klank. De schitterende rolverdeling bestaat uit Mathias Vidal (tenor) als Cinq-Mars, Véronique Gens (sopraan) als prinses Marie de Gonzague (korte tijd de verloofde van Cinq-Mars) en Tassis Christoyannis (bariton) in de rol van de vriend van Cinq-Mars, de conseiller au parlement de Paris en conseiller d’État François-Auguste de Thou. Andrew Foster-Williams (bas-bariton) zingt de rol van Père Joseph. De bijrollen worden gezongen door André Heyboer, Norma Nahoun (beluister de melismen in haar Air in de 2de tableau van de 2de akte), Marie Lenormand, Jacques-Greg Belobo, Andrew Lepri Meyer, Matthias Ettmayr en Wolfgang Klose. Het Koor van de Beierse Radio, één van de beste operakoren ter wereld, en het Münchens Radio-Orkest staan o.l.v. Ulf Schirmer, Richard Strauss en Wagner specialist en gewezen assistent van Lorin Maazel. Een aanrader.

Charles Gounod Cinq-Mars Mathias Vidal Véronique Gens Tassis Christoyannis Andrew Foster-Williams Koor van de Beierse Radio Münchens Radio-Orkest Ulf Schirmer Série “Opéra français” vol. 11 (boek + 2 cd’s) Palazzetto Bru Zane