Tegen het eind van de 16de eeuw was de stad Firenze door de regerende familie bij wie kunst deel uitmaakte van haar macht, een theater. Eerst en vooral een politiek theater, maar ook een humanistisch theater, zoals blijkt uit de “Intermedii” (interludes) die de perfecte mix waren van muziek en poëzie, het “theatro mediceo” als ideaal van de Toscaanse renaissance.
Deze intermedii werden oorspronkelijk met veel visuele en muzikale middelen ingelast in toneelstukken. Ze werden tussen de verschillende scènes opgevoerd als muzikale tussenspelen, al dan niet met dans of ballet. Na het bereiken van een eerste hoogtepunt met de intermedii of intromessa voor Bargagli’s “La pellegrina”, werd het een traditie in het ontluikend operagenre van componisten zoals Peri, Caccini (“Euridice”, 1600), Monteverdi (“L’Orfeo”) en Gagliano (“Dafne”).
“La Pellegrina” was een komedie uit 1589. Het was een opdracht van hertog Ferdinand I de ‘Medici (1549-1609) aan Girolamo Bargagli, gepresenteerd door de leden van de “Academie Intronati” van Siena in het Palazzo Pitti, voor de viering van zijn huwelijk met Christine de Lorraine. Voor de muziek van de zes Intermedii en Concerti deden Bernardo Buontalenti en Giovanni Bardi, graaf van Vernio, de leider van de beroemde, Florentijnse “Camerata”, beroep op Luca Marenzio, Cristofano Malvezzi, Giulio Caccini, Emilio de’ Cavalieri, en Jacopo Peri. Peri zong in de rol van Arion, in de 5de Intermedi, de aria “Dunque fra torbide onde” Deze zes intermedii met maskers van Giulio en Alfonso Parigi en zo maar eventjes 286! kostuums, waren de rijkste en spectaculairste Intermedii van de ganse Renaissance.
In plaats van een mogelijke reconstructie, selecteerde Raphaël Pichon rond de figuren van “Apollo” en “Orfeo”, de mooiste fragmenten uit dit schitterend repertoire. Heel bijzonder.
Van de verschillende Intermedii die werden opgevoerd is alleen de muziek van sommige delen van “Il commodo” (1539) en van een in 1591 door Cristofano Malvezzi gedrukte editie van een bijna volledige versie van “La Pellegrina” (1589) bewaard gebleven. Er waren soms wel 40 instrumentalisten bij, sommigen verborgen rond het podium.
De eerste intermedii ontstonden niet in Firenze, maar aan het eind van de 15de-, begin 16de eeuw in Ferrara, bv. “Concerto de Donne”. Ze werden opgevoerd tussen de bedrijven van toneelstukken van klassieke auteurs als Plautus en Terentius. Isabella d’Este vond bv. de Intermedii tijdens het huwelijk van Lucrezia Borgia in 1502 interessanter dan de saaie Commedia. Ze omvatten koren, recitatieven en morescen (dansen). Rond 1513 speelden ze een rol in de allegorie. De Medici voerden in de periode 1568-1614 een beleid om de aristocratie bij de prachtige producties te betrekken. Dit leidde uiteindelijk tot de “Nascita dell’opera alla corte dei Medici”. Andere hoogtepunten waren Peri’s opera “Eurydice” op een libretto van Rinuccini, de intermedii bij het huwelijk van Francesco I de’ Medici en Johanna van Oostenrijk, of deze bij het huwelijk in 1600 van Maria de’ Medici met Hendrik IV van Frankrijk.
Graaf Giovanni de’ Bardi (1534-1612) was als componist, dichter en toneelschrijver in Firenze, beschermheer van de “Camerata fiorentina”. Daartoe behoorden o.a. Vincenzo Galilei, (vader van Galileo) en Giulio Caccini. De theoreticus van de Camerata was Girolamo Mei (1519-1594), de eerste die na Boëthius (“De Institutione Musica”), een uitvoerige studie maakte van de antieke, Griekse muziektheorie. Hij schreef zijn bevindingen neer in “De modis musicis antiquorum”. De kennis die de Camerata leden via de instructies van Mei opdeden van de antieke beschrijvingen van het moreel en emotioneel effect van de Griekse tragedie en komedie, leidde tot het componeren van lyrische en dramatische monodie. Dit leidde uiteindelijk tot een nieuw genre, de opera, verlevendigd met Intermedii.
Op de twee cd’s staan Intermedii bij “All’imperio d’Amore”, “La Favolla d’Apollo”, “Lagrime d’Orfeo” en “Il Ballo degli reali Amanti” van Girolamo Fantini, Luca Marenzio (1553-1599), Giulio Caccini (1550-1618), Antonio Brunelli (1577-1630) uit Pisa, Alessandro Striggio (ca.1540-1592), Cristofano Malvezzi (1547-1599) uit Lucca, Marco da Gagliano (1582-1643), Alessandro Orologio (1555-1633), de Florentijn Lorenzo Allegri (1567-1648), Jacopo Peri (1561-1633), Giovanni Battista Buonamente (ca. 1595-1642), werkzaam in Praag, Mantua en Parma, en Emilio de’ Cavalieri (1550-1602), werkzaam in Rome.
Uitvoerders/solisten zijn Renato Dolicini, de Belgische sopraan Sophie Junker (foto), Lucille Richardot, Maïlys de Villoutreys, Luciana Mancini, Virgile Ancely, Deborah Cachet, Zachary Wilder, Safir Behloul, Davy Cornillot, Nicolas Brooymans en Renaud Bres. Mooier kan een uitgave niet zijn. Dit is een magistrale uitgave die u geenszins mag missen.
The Birth of opera Stravaganza d’Amore Ensemble Pygmalion Raphaël Pichon Boek + 2 cd Harmonia Mundi HMM90228687