Adolf Busch (1891-1952) kennen we als één van de grote violisten van de eerste helft van de 20ste eeuw en oprichter-leider van het befaamd “Busch Quartett” (1919-1951). Maar hij was ook een verdienstelijk componist die in traditionele stijlen componeerde en daarbij beïnvloed was door zijn vriend en mentor Max Reger.
Adolf Busch kwam uit een bijzonder muzikaal milieu. Vader was de cello- en vioolbouwer Wilhelm Busch die vanaf 1907 een winkel en een atelier had aan de Heumarkt in Keulen. Adolfs broers waren de beroemde dirigent Fritz Busch, de cellist Hermann Busch en de pianist Heinrich Busch. Een vierde broer, Willi, werd een bekend toneelacteur in Keulen. Broer Fritz dirigeerde de Bürgerliche Komödie mit sinfonischen Zwischenspielen “Intermezzo” en “Die ägyptische Helena” van Richard Strauss in Dresden in première. Adolf Busch componeerde om en bij de zeventig werken. De composities voor piano solo van Adolf Busch, die hier voor de eerste keer zijn opgenomen, laten zijn opvallend goede kwaliteiten horen als contrapuntist en melodicus. Het begon allemaal wanneer de zeventienjarige violist/componist student was aan het Conservatorium van Keulen. Daar volgde hij samen met zijn broer Fritz als “Sterne am musikalischen Himmel Deutschlands”, compositie bij de Brahms-dirigent Fritz Steinbach (1855-1916). Kort voor het componeren van zijn “Fantasia” (1908) had Busch kennis gemaakt met Max Reger (1873–1916), die zijn mentor en goede vriend zou worden.
De pianomuziek van Adolf Busch was tot nog toe onbekend. Enkel het “Andante expressivo”, BoO’37 was voorheen opgenomen door Peter Serkin (°1947), zijn kleinzoon. Het belangrijkste werk op deze cd is zijn Sonate, gecomponeerd in 1922 voor zijn schoonzoon, de pianist en Beethoven specialist Rudolf Serkin (1903-1991), vader van Peter. Rudolf Serkin huwde in 1935 met Irene Busch (1917–1999). Busch’ oeuvre voor piano solo, gecomponeerd tussen 1908-1909 en 1952, vormt een soort triptiek, met de Sonate in c klein op. 25, als centraal paneel. Een ander belangrijk werk, de “Fantasia” in C, BoO20, werd vroeg in zijn carrière geschreven. De Fantasia droeg hij op aan Otto Grüters, zijn toekomstige schoonvader. Adolf Busch huwde in 1913 met Grüters dochter, Frida (1891–1946).
Een veel later gecomponeerde Suite, Op. 60b (1941-1945), dateerde uit de periode van zijn volleerde maturiteit. Busch componeerde ook meer dan een dozijn kleine pianostukken, bv. vier Intermezzi, een Scherzo en andere karakterstukken, waarin hij experimenteerde met verschillende genres en stijlen in het nastreven van het ontwikkelen van zijn eigen muzikale taal. In deze stukken is de invloed van Brahms, Mendelssohn, Busoni en vooral Reger duidelijk te horen. Het “Agitato” in C majeur, BoO 30 uit 1909 bv., met rapsodische elementen, is een krachtig pianowerk, beïnvloed door Regers Intermezzi, op. 45.
In de loop van het volgend decennium componeerde Busch hoofdzakelijk kamermuziek en symfonische muziek, maar componeerde ook enkele kleine pianowerken. De drie stukken BoO 48 bv., bestaande uit een ‘Invention’, Andante en ‘Bourrée’, zijn in 1917 gecomponeerd in pure barokstijl. De opdracht luidt ‘Für meinen lieben Dr. Römisch zur Zigarre componiert’. Dr. Wolfgang Römisch leidde een sanatorium in het Zwitserse Arosa. Zijn Twee Canons en een kleine Fuga, BoO 111, componeerde Busch in 1916 voor Amadea Gombrich, het dochtertje van zijn nauwe vriend Karl Gombrich, vader van de beroemde kunsthistoricus en auteur van “The Story of Art” (1950), Ernst Gombrich.
Pas twintig jaar later componeerde Busch opnieuw voor piano solo. In die tussentijd, van 1922 tot 1941, gebruikte hij de piano voornamelijk in zijn kamermuziek, bv. prominent aanwezig in zijn Piano Kwintet, op. 35 (1925), en in het Piano Trio, op. 48 (1931). In die periode componeerde hij ook zijn Pianoconcerto, op. 31, dat in 1924 door de Sächsische Staatskapelle Dresden o.l.v. zijn broer Fritz en met als solist zijn schoonzoon Rudolf Serkin, in première werd gespeeld. Het was in 1941, twee jaar na zijn verhuis naar Amerika, dat Busch zijn nogal eigenzinnig en ingewikkeld karakterstuk “Allegro bizarro”, BoO31, componeerde. Dit pianistisch uitdagend maar lonend werk droeg hij op aan Serkin. Het “Allegro vehemente”, BoO 32, werd in 1946 gecomponeerd voor zijn vrouw Frida, die toen ziek was. Ze overleed negen dagen nadat ze de compositie kreeg. Frida was een goede pianiste die haar man in de vroege jaren van hun relatie tijdens concerten op piano begeleidde. In 1945 had Busch overigens reeds zijn “Andante affettuoso”, BoO 36, gecomponeerd als kerstcadeau voor Frieda. Het “Andante espressivo” BoO 37, componeerde hij ten slotte op 9 juni 1952 voor de verjaardag van Hedwig, zijn tweede vrouw. Het was de laatste dag van zijn leven.
Jakob Fichert is “Senior Lecturer Piano and Piano Accompaniment” aan het Leeds College of Music. Hij speelde solo en kamermuziek recitals in Groot-Brittannië, Duitsland, Hongarije, Italië, Litouwen en andere Europese landen in locaties als de Queen Elisabeth Hall, Wigmore Hall, Kings Place, Cadogan Hall, Fairfield Hall, Colston Hall in Bristol en het Concertgebouw in Amsterdam. Hij studeerde aan de Musikhochschule in Karlsruhe en behaalde o.a. een postdoctoraat aan het Royal College of Music in Londen. Als gewaardeerd leraar gaf hij reeds talrijke master classes. Hij is examinator en consultant voor de “Associate Board of Royal Schools of Music” en “Visiting Music Tutor” aan de “Goldsmith University” in Londen. Jakob Fichert nam reeds muziek van Hans Gál (1890-1987) en van de Poolse componist en pianist André Tchaikowsky (1935-1982) op voor “Toccata Classics”, en muziek van Max Reger voor Naxos. Ontdek het pianospel van Jakob Fichert en de muziek van Adolf Busch, de vergeten muzikale grootheid. Het zal een grote meerwaarde zijn van uw collectie.
Adolf Busch complete music for solo piano Jakob Fichert cd Toccata Classics TOCC0245