Ben Crul toont in zijn boek aan dat de middeleeuwse keizer Frederik II, als wetenschappelijk denker, zijn tijd ver vooruit was. Uitzonderlijk interessant!
Frederik II was één van de markantste personen van de middeleeuwen. Hij excelleerde behalve in de wetenschap, ook op het gebied van wetgeving, staatsinrichting, taalkunde, architectuur en staatsmanschap, en zijn omgang met etnische minderheden was naar middeleeuwse begrippen, opmerkelijk tolerant. Keizer Frederik II Hohenstaufen stond bekend als de “stupor mundi”, iemand die de wereld verbaasde. Hij was keizer van het Heilig Roomse Rijk, koning van Sicilië en van Napels, maar daarnaast was hij ook een belangrijke wetenschapper. In zijn standaardwerk over de valkenjacht, een omvangrijk en lange tijd ongeëvenaard, ornithologisch handboek, hanteerde hij een strikt empirisch wetenschappelijk denken. Daardoor was hij zijn tijd ver vooruit. Frederik II werd echter door de toenmalige “officiële Kerk” als een ketter en een hedonist beschouwd, waardoor na zijn dood, zijn werk eeuwenlang genegeerd werd. Zijn tijdgenoot Kardinaal Capocci bv. vergeleek hem met de antichrist en met het beest uit de Apocalyps en slaagde er uiteindelijk zelfs in om hem in 1245 op het Concilie van Lyon, te excommuniceren en te laten afzetten als keizer.
Ben J.P. Crul brengt in zijn boek de eerste Nederlandse vertaling van het “Valkenboek” en beschrijft waarom de wetenschappelijke methodes van Frederik II, nauw aansloten bij de wetenschappelijke methoden van nu. “De belangrijkste reden voor het schrijven van dit boek”, schrijft Crul, “was de fascinatie voor Frederik II als baanbrekend wetenschapper zoals die spreekt uit zijn in het Latijn geschreven Valkenboek, “Liber de arte venandi cum avibus” (“Over de kunst van het jagen met vogels”). “Toen ik zijn boek voor het eerst in handen had”, vervolgt Crul, “kreeg ik bijna de indruk niet met een 13de eeuws, ornithologisch handboek te maken te hebben. Er was een wereld van verschil met andere biowetenschappelijke werken uit de 13de eeuw, toen verhandelingen over biologische onderwerpen vaak een niet te ontwarren kluwen waren van theologie en dogmatiek”.
In “De Arte” was dat volledig anders. Inhoud, toon, woordkeuze, manier van redeneren en gevolgtrekking, hadden een hedendaagse wetenschappelijke verhandeling kunnen zijn. In dit boek komt geen theologie, geen dogmatiek en zelfs geen verwijzing naar God voor, wel de jacht op kraanvogels, reigers en watervogels. Frederik II brak radicaal met het wetenschappelijk paradigma van zijn tijd. Onder invloed van de Arabische geleerden, was alleen datgene wat direct waarneembaar en toetsbaar was, van tel. “”De Arte” markeerde daarmee een enorme omwenteling in het wetenschappelijk denken, een mijlpaal in de geschiedenis van de wetenschap”, schrijft Crul.
Cruls boek begint met drie inleidende hoofdstukken. Het eerste geeft een korte biografische schets. Daarna volgt een hoofdstuk waarin Frederiks belangrijkste bijdragen en activiteiten beknopt worden besproken. Het laatste inleidend hoofdstuk gaat in op de ontwikkeling van de wetenschap in West-Europa na de val van het West-Romeinse Rijk tot en met de tijd van Frederik II (1194-1250). In dit bijzonder interessant hoofdstuk “De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken in de middeleeuwen tot Frederik II”, heeft de auteur het over Constantijn, de kerkvaders, de Karolingische renaissance, de rol van de Arabieren en van Sicilië, Salerno en het ontstaan van de universiteiten (Salerno heeft één van de oudste universiteiten van Europa, de “Schola Medica Salernitana”, bekend om zijn medische kennis tijdens de middeleeuwen), Albertus Magnus en de synthese tussen dogmatiek en seculiere wetenschap, en Thomas van Aquino. Uitzonderlijk interessant.
Vervolgens komt het eigenlijke onderwerp van zijn boek, de rol van Frederik II als wetenschapper, aan bod. Frederiks rijk geïllustreerd “De Arte” bestaat uit een proloog, gevold door zes boeken. De proloog gaat over watervogels, landvogels, tussenvormen, roofvogels en niet-roofvogels. Boek I gaat over de baanbrekende visie van Frederik II op de biologische wetenschap waarbij de ornithologie centraal stond. De Boeken II-VI gaan over de praktijk van de valkerij. Als bijlage volgt een uitgebreide, becommentarieerde samenvatting van die Boeken. Dan volgt een hoofdstuk over de positie die het dier innam in de ogen van Frederik II (invloed van Aristoteles’ “Liber Animalium”). In het laatste hoofdstuk krijgen we de uitleg waarom “De Arte” als een voorloper van de empirie van de 17de eeuw moet worden beschouwd en waarom het als één van de belangrijkste wetenschappelijke werken van de middeleeuwen beschouwd moet worden. Een uitzonderlijk interessant boek dat u niet mag missen. Warm aanbevolen.
Ben J.P. Crul Keizer Frederik II Een moderne wetenschapper uit de middeleeuwen 1194-1250 Uitg. Omniboek 328 bladz. ISBN 9789401910200