Met zijn nieuwe cd “Storia di Orfeo” maakt de Franse contratenor Philippe Jaroussky in de rol van de mythische Orpheus, een goddelijke muzikant die naar de onderwereld afreist om daar zijn geliefde vrouw Eurydice uit de klauwen van de dood te bevrijden, een bijzondere droom waar.
“Dit project, dat werd geïnspireerd door drie belangrijke 17de -eeuwse opera’s, werd opgevat als een soort miniatuuropera of als cantaten voor twee solo stemmen en koor met slechts twee personages, Orpheus en Eurydice,” legt Jaroussky uit. “De drie opera’s richten zich op verschillende aspecten van het verhaal. Sartorio en Rossi tonen het geluk van de jonge geliefden en de scène waarin Eurydice door de slang wordt gebeten, Monteverdi concentreerde zich daarentegen meer op de zoektocht van Orpheus naar Eurydice in de onderwereld. Het hoogtepunt is de aria ‘Possente spirto’, die ik hier als eerste contratenor heb kunnen opnemen”.
Hij is daarenboven in het gezelschap van de sublieme sopraan Emőke Baráth en het periode-instrument ensemble par excellence, “I Barocchisti” o.l.v. Diego Fasolis. Een reis naar het begin van de opera, naar de Italiaanse barok en naar de onderwereld en terug.
Deze nieuwe Erato-cd met als titel ‘La storia di Orfeo’, brengt de geschiedenis van Orpheus, gezien vanuit het muzikaal perspectief van de 16de– en 17de eeuw. Centraal staan drie componisten Claudio Monteverdi (1567-1643), Luigi Rossi (ca. 1597-1653) en Antonio Sartorio (1630-1680), die elk een opera aan het Orpheus-thema hebben gewijd. Monteverdi in 1607 voor het hof in Mantua, Rossi in 1647 voor de Franse koningin in Parijs, en Sartorio in 1672 voor het “Teatro San Salvatore” in Venetië. De vandaag onbekende Sartorio was van 1666 tot 1678 kapelmeester aan het hof van de hertog van Brunswijk in Hannover en introduceerde in die hoedanigheid de Venetiaanse stijl in het Duits muzikaal landschap. Van 1676-1681 was hij kapelmeester aan de San Marco in Venetië. Enkel Monteverdi’s “Orfeo” is bekend, maar dat neemt niet weg dat zowel Rossi als Sartorio, eveneens grootmeesters waren in het genre. Wat deze uitgave extra aantrekkelijk maakt is, afgezien van de gedemonstreerde, exemplarische zangkunst en instrumentale begeleiding, het afwisselend programma door de combinatie van de wijze waarop deze drie componisten het Orpheus-thema hebben ingevuld.
Hoewel het doorgecomponeerd, muziekdramatisch karakter van deze drie opera’s het moet afleggen tegen deze gefragmenteerde aanpak, is het resultaat van de gecombineerde muziek, uitermate geslaagd. Jaroussky geeft zowel vocaal als interpretatief in de rol van Orfeo meer dan het beste van zichzelf. Bovendien heeft hij in de sopraan Emöke Baráth als Euridice, een partner van formaat. En dan is er nog het gecultiveerd koor van de Zwitserse omroep dat zich in deze muziek sterk profileert en aldus fors bijdraagt tot de boeiende en gevarieerde interpretatie.
Niet minder fraai zijn de instrumentale bijdragen van het “I Barocchisti ensemble” dat wordt geleid door de in dit repertoire gespecialiseerde, Zwitserse dirigent Diego Fasolis (°1958), de oprichter van het ensemble. Dit alles samen maakt de opname een lust voor het oor. In het bijhorend, keurig verzorgd boekje vindt u naast een inleiding door Jaroussky en een heldere toelichting bij de mythe van Orpheus, alle gezongen teksten in het oorspronkelijk Italiaans met de vertalingen in het Frans, Duits en Engels. Een heel, heel mooie cd, een heuse aanrader !
La Storia di Orfeo Monteverdi Rossi Sartorio Philippe Jaroussky Emőke Baráth I Barocchisti Coro della Radiotelevisione svizzera Diego Fasolis cd Erato 9029585190
