Het “Bauyn Manuscript”, een belangrijke verzameling 17de-eeuwse, hoofdzakelijk Franse klavecimbelmuziek, laat de invloed zien van verschillende compositiescholen op de componeerstijlen van de grote klavecinisten van toen. Op deze sublieme cd staat een keuze, met o.a. werk van Chambonnières en Louis Couperin.
Het Bauyn manuscript is een manuscript dat momenteel in het bezit is van de Bibliothèque Nationale de France in Parijs. Het is samen met diverse gedrukte collecties en het Parville-manuscript, één van de belangrijkste bronnen voor de Franse klavecimbelmuziek uit de 17e eeuw. Het Bauyn manuscript werd omstreeks 1690 gecreëerd, wanneer toen, de enige gepubliceerde klavecimbelstukken, deze van Jacques Champion de Chambonnières, Nicolas Lebègue, Élisabeth Jacquet de la Guerre (1687) en Jean-Henri d’Anglebert waren. De naam komt van de familie Bauyn d’Angervilliers, die ooit het manuscript bezat. Het manuscript bevat bijna alle bekende klavecimbelstukken van Louis Couperin en Chambonnières, meer dan 20 stuks van Johann Jakob Froberger en muziek van diverse andere componisten, onder wie Joseph Chabanceau de La Barre, Jacques Hardel, Étienne Richard en Girolamo Frescobaldi. De belangrijkste stukken zijn de 122 werken van Louis Couperin, één van de belangrijkste Europese componisten van zijn tijd, maar die tijdens zijn leven zijn werken nooit gepubliceerd heeft gezien. Het Bauyn manuscript is dan ook dé belangrijkste bron voor zijn klavecimbeloeuvre.
De knap bedachte titel van de cd vond men bij Pierre Le Gallois (1632-1707). Deze “Gardien de la bibliothèque du roi” (Louis XV) en “membre de l’Académie des sciences”, schreef in 1680 in zijn “Lettre de M. Le Gallois à Mademoiselle Regnault de Solier touchant la musique”, dat de muziek van Chambonnières zich eerder richtte tot het hart, en deze van Louis Couperin tot het gehoor, “Le Coeur & l’Oreille”.
Op de cd staan de Sarabande grave van d’Anglebert, de Suite in F en de Suite in C van de Chabonnières, de Prélude in F, de Suite in g en “Tombeau de M de Blancrocher” in F van Louis Couperin, een Toccata in a van Froberger, en werk van onbekende componisten, de Suite in d van Jacques Hardel (1643-78), en Sarabandes van René Mezangeau (ca.1567-1638) en Germain Pinel (ca.1600-1661).
Het Denis klavecimbel uit 1658 is de hoofdrolspeler van deze opname. De elf leden van de vijf generaties van de familie Denis, van Robert t.e.m. Robert II, behoorde tot de beste en beroemdste klavecimbel bouwers (“facteurs de clavecin”) van het eind van de 16de– tot het eind van de 17de eeuw. Louis Denis (1635-1718) bvb. was de schoonvader van Louis Marchand. Het oudst bekend klavecimbel met twee manualen werd in 1648 gebouwd door Jean II Denis (1600-1672). Het instrument van onschatbare waarde “Le Jean Denis d’Issoudun”, bevindt zich vandaag in het prachtig “musée de l’Hospice Saint-Roch”. Jean II Denis schreef ook twee belangrijke “Traités de l’accord de l’épinette”.
Giulia Nuti laat de expressieve capaciteiten van één van de vroegste Franse dubbelklavieren, de “Hanneton” van Louis Denis uit 1658, horen en demonstreert de mogelijkheden van de instrumentele verfijning van het heel bijzonder instrument. Haar benadering en interpretatie is deze van haar eerste met een “Diapason d’Or” bekroonde solo opname, van achttiende-eeuwse Franse klavecimbelmuziek, “Les Sauvages”, gespeeld op een Taskin klavecimbel uit 1788. Deze nieuwe cd met schitterende klaviermuziek uit het Bauyn manuscript kunnen beluisteren, gespeeld op een Denis-klavecimbel, is de sonore ervaring van de meest authentieke, 18de-eeuwse klank. Niet te missen!
Le Coeur & l’Oreille – Manuscript Bauyn Giulia Nuti cd Arcana A434