Thomas Tallis was actief tijdens de regeerperiodes van Henry VIII, Edward VI, Mary I en Elizabeth I. Hij beheerste alle vormen, zowel de oude als de nieuwe. Hij overleed in 1585, oud en gevierd. Nu wordt hij algemeen erkend als de vader van de Anglicaanse kerkmuziek.
Tallis’ Lamentaties van Jeremias werden in de jaren’ 60 door Alfred Deller bekend. Ralph Vaughan Williams verkreeg in 1910 voor het eerst bekendheid met zijn “Fantasia on a Theme by Thomas Tallis” voor strijkkwartet en strijkorkest.
Thomas Tallis (ca.1505-1585) wordt beschouwd als de grondlegger van de Engelse, anglicaanse kathedraalmuziek. Hoewel hij katholiek bleef, genoot hij een grote waardering aan het hof. Aanvankelijk was hij organist aan Waltham Abbey in Essex en aan de kathedraal van Canterbury. Vanaf 1543 was hij in dienst als Gentleman of the Chapel bij Queen Mary. De koningin schonk hem in 1557 het huis ‘Minster’ in Thanet in Kent. Daarna trad hij in dienst van Koningin Elizabeth die hem in 1575 samen met William Byrd, het alleenrecht gaf voor het drukken van muziek en handel in muziekpapier. Als eerste brachten Byrd en Tallis een verzameling Latijnse motetten uit, met o.a. 16 werken van Tallis. De twee Masters waren toen gezamenlijk organist van de Chapel Royal.
De overgrote meerderheid van Tallis’ werken waren in het Latijn maar zijn Engelse anthems dateren uit de tijd waarin het Anglicaans beleid koos voor het Engels als taal voor de kerkmuziek. Tallis was één van de eersten die Engelse teksten op muziek zette voor kerkelijk gebruik. “Spem in alium”, een veertig! stemmig motet, werd vermoedelijk gecomponeerd ter gelegenheid van de veertigste verjaardag in 1573 van koningin Elizabeth.
Dit is een opname die niet alleen Tallis’ vaardigheden in alle genres demonstreert, de cd bevat ook ontdekkingen. Onder deze is de eerste opname van een versie van zijn zes stemmig, wel 17 minuten durend, Latijns antifoon “Gaude gloriosa dei mater”, op een tekst van niemand minder dan Henry VIII’s laatste vrouw, Katherine Parr. De oorspronkelijke Latijnse tekst vroeg aan de Maagd Maria om bijstand bij de pijnen van de hel.
Terwijl in 1544 koning Henry VIII nieuwe, peperdure veldslagen in Boulogne en Montreuil tegen de Franse koning beraamde, schreef zijn (zesde) vrouw Catherine Parr, “Se Lord and Behold”, woorden als steun. Catherine had overigens literaire ambitie. Ze schreef ook “Prayers or Meditations” en “The Lamentations of a Sinner”. De tekst van Parr, die bliksemschichten en wervelwinden op de vijand los laat (“the firy thunderboltes and the spirite of the wherle wynde be porcion of their parte”), en op muziek gezet werd door Thomas Tallis, als aanpassing (Contrafact) van zijn vroege hymne Gaude Gloriosa, was bloeddorstig genoeg om de koning te plezieren. “Se Lord and Behold”, een voorbeeld van vroeg liturgische muziek op een aangepaste, Engelse tekst als anti-Franse propaganda, werd pas twee jaar geleden ontdekt door David Skinner.
Op de cd staan 13 instrumentale en vocale composities van Tallis op anonieme teksten, op teksten uit het Johannes evangelie en uit het Oude Testament, uit Lidley’s Prayers (1566) en ééntje, “The Litany” op een tekst van de anglicaanse aartsbisschop van Canterbury, Thomas Cranmer. Het zijn voorbeelden van Litanieën, Antifonen, Anthems en Motetten, “Gaude gloriosa Dei mater”, “When Jesus Went” (Salvator mundi II), “O Lord, give thy holy spirit”, “Hear the voice and prayer”, “Purge me, O Lord”, “Solfaing Song” (mogelijks een solmisatie oefening), “Verily, verily I say unto you”, “If ye love me”, “O Lord, in thee is all my trust”, “Libera nos”, “The Litany”, Fantasia “O sacrum convivium” en “Se lord and behold”.
De zuivere zang van “Alamire” met de oorspronkelijke klank van het uit vijf leden bestaand gamba (viol) ensemble “Fretwork”, maken deze opname een feest voor het oor. Subliem. Niet te missen!
Thomas Tallis Queen Katherine Parr & Songs of Reformation door Alamire with Fretwork directed by David Skinner cd Obsidian CD716