De Rus, journalist, schrijver en dichter, Ilja Gregorewitsj Ehrenburg (1891-1967) liet een omvangrijk oeuvre na, waaronder zijn drie omvangrijke delen mémoires, een historisch document. Zijn internationaal leven begon onder de laatste Tsaar toen hij nauwelijks 18 jaar oud, om politieke redenen, het land moest verlaten. Vanaf die tijd zou zijn leven zich afspelen in Frankrijk en in de Sovjet-Unie.
Op 17 december 1908 arriveerde in Parijs een trein met aan boord een Russisch-joodse jongen van 17 jaar, Ilja G. Ehrenburg. Rechts van de spoorlijn, vlak voor het Gare du Nord, zag hij Montmartre – de basiliek Sacré Coeur was nog in aanbouw… Ilja Ehrenburg, in 1905 in Moskou van het gymnasium verwijderd en gevangen gezet wegens revolutionaire activiteiten tegen het regime van de tsaar, was uiteindelijk in Parijs terechtgekomen. Daar werd hij één van de bekendste auteurs in Europa, oorlogsverslaggever, boekenschrijver, dichter, levend in de vriendenkring die samen kwam in de „Closerie des Lilas“ in Montparnasse. Ehrenburg was er bevriend met Picasso, Appolinaire, Max Jacob, Diego Rivera en Amedeo Modigliani.
Hij werd echter een lastige “Sovjetschrijver”, die als jood weliswaar getolereerd werd in de oorlog tegen Hitler. Toen was hij onmisbaar voor het Kremlin. Na Stalins dood schreef hij zijn roman “De Dooi”, een term, die in de internationale politiek befaamd werd bij de geleidelijke instorting van het communistische beleid, zoals dat onder Stalin tot ontwikkeling was gekomen. Ehrenburgs leven eindigde in 1967. Niet als zovelen in Siberië of in de kelders van de Moskouse Loebjanka-gevangenis, maar in zijn appartement in Moskou. Het graf in Moskou toont een portret van Ehrenburg, vervaardigd naar een tekening van zijn vriend Pablo Picasso.
Ehrenburg was jarenlang één van de opmerkelijkste figuren van de ‘Bohème’ van Montparnasse. Hij huwde met Ljuba Michailowna Kosinzewa en begon tegelijkertijd een relatie met de studente Jadwiga Sommer. Ehrenburg bood via zijn geschriften zijn landgenoten in de Sovjet-Unie een venster op het westen, want zijn publicaties in Izvestia, Pravda en Krasnaya Zvezda, waren voor veel inwoners van Sovjet-Rusland de enige mogelijkheid om iets te vernemen van die voor hen totaal onbekende wereld. Door zijn publicaties raakte hij in Rusland meermalen in de problemen. Zo had hij de moed aandacht te vragen voor moedwillig vergeten slachtoffers van het regime als Babel, Mandelstam, Meyerhold, Koltsov en Tsvetajeva. Waar hij ook maar de kans zag, stelde hij het gebrek aan vrijheid van schrijvers en kunstenaars aan de kaak. Zij dienden zich te voegen naar de leer van de Communistische Partij, op straffe van executie of verbanning naar Siberische oorden. Moskou propageerde daarentegen het socialistisch realisme, de illusie van een irrationele denkwijze die de individualiteit en de vrijheid van denken ontkende.
Werd Ehrenburg in het westen beticht van volgzaamheid aan de doctrines van de Russische communistische leiders, als Jood heeft Ehrenburg daarnaast zijn leven lang rekening moeten houden met de bedreiging van het antisemitisme, niet alleen in eigen land, maar ook in Frankrijk en in Duitsland. Dat hij zich intens bewust was van deze bedreiging komt sterk naar voren in zijn merkwaardige boek ‘Julio Jurenito’s avontuurlijk leven’, uit 1923, een navrante beschrijving van een groep idealisten tegen het decor van het wereldtoneel tijdens en na de Eerste Wereldoorlog.
Na de dood van Stalin slaagde hij er in de Russische uitgave van de Dagboeken van Anne Frank in Rusland ingang te doen vinden, met een inleiding van zijn hand. Vanaf zijn gymnasiumtijd in Moskou had hij de dreiging van het virulent antisemitisme ondervonden. Als opstandige jongen ageerde hij tegen het regime van de Tsaar en propageerde hij de bolsjewistische leer. Toen bij hem thuis de Russische versie van de ‘Marseillaise’ werd ontdekt, een opruiend lied volgens de Tsaristische politie, belandde hij als 17-jarige in de gevangenis.
Zijn fervente acties tegen het antisemitisme hebben hem onder Stalin meermalen in grote moeilijkheden gebracht. Stalin gedoogde hem zolang hij als oorlogsverslaggever in het soldatenblad van het Rode Leger stelling nam tegen het fascisme. Na 1945, toen het fascistisch gevaar geweken was, bleek er van Stalins tolerantie nog maar weinig over.
Ook Ehrenburgs innige vriendschap met Picasso en andere moderne kunstenaars in Parijs maakte hem aanvankelijk in de optiek van het Kremlin verdacht. Toch kon Picasso op de duur door Ehrenburgs niet aflatende bemoeienis in Moskou exposeren. In 1950 kreeg Picasso de Lenin Vredesprijs, wellicht mede als gevolg van de Russische waardering voor Picasso’s’ ‘Vredesduif’, hét symbool in de jaren van de Koude Oorlog. Francis Jammes vertaalde zijn werk in het Frans. Een buitengewoon interessante biografie, verruimend en verrijkend. Een aanrader.
Hans knap Ilja Gregorewitsj Ehrenburg 390 bladz. Uitg. Aspekt ISBN 9789059115392