Giovanni Felice Sances (1600-1679) was een Italiaanse componist en tenorzanger die kapelmeester werd in Wenen.
Giovanni Felice Sances, zoon van de zanger Horatio Sances, was actief in Mantua en later in Rome, en was tussen 1609-1614 als jongenssopraan verbonden met het Duits College in Rome, waar hij zijn muzikale opleiding genoot bij Ottavio Catalani en Annibale Orga. In februari 1614 was hij zanger in een operavoorstelling georganiseerd door kardinaal Montalto in het Palazzo della Cancelleria (foto). Later was hij werkzaam in Bologna en Venetië. In 1633 publiceerde hij in Venetië één- en tweedelige cantaten, opgedragen aan de markies Pio Enea degli Obizzi uit Padua. Vanaf december 1636 was Sances tenor in de Weense Hofmusikkapelle. In 1649 werd hij vice-Kapellmeister onder Antonio Bertali en vanaf 1669 Kapellmeister tot zijn overlijden.
Tijdens zijn leven was Sances, gezien zijn functie in Wenen, één van Europa’s beroemdste componisten. Zijn oeuvre omvat naast enkele instrumentale sonaten, kerkmuziek, wel meer dan 50 missen, cantaten, drie verzamelingen motetten (Venetië, 1638, 1638, 1642), twee collecties psalmtoonzettingen (Venetië 1643 en 1648), drie Requiems, drie Te Deums, verschillende verzamelingen seculiere cantaten en werken, gecomponeerd in samenwerking met Johann Heinrich Schmelzer en Antonio Draghi. Sances was één van de eersten die een werk bestaande uit verschillende solo zangen, een cantate noemde.
Giovanni Felice Sances publiceerde zijn collectie cantaten in Venetië rond 1640. Zijn poëtisch, levendig, ritmisch en sensuele muziek stond ten dienste van een rijk palet van amoureuze sentimenten: onschuld, verlangen, verleiding, jaloezie en wanhoop. Sances liet ook een aantal ‘amoureuze dialogen’ na, een miniatuuropera met Ruggiero en Angelica, die, om haar maagdelijkheid te beschermen, zichzelf onzichtbaar maakt en met de dappere ridder die haar zojuist uit de klauwen van een monster heeft gered, op de vlucht slaat. Daarnaast componeerde hij muziek bij de stoute stoeipartijen van Tirsi en Filli, die ten koste van alles, toch samen kunnen zijn. Een belangrijke opname omwille van de evolutie in de 17de eeuw van de recitativische solozang, richting de opera.
Giovanni Felice Sances Dialoghi Amorosi Scherzi Musicali Nicolas Achten cd Ricercar RIC385