“Prokofiev: Romantic Suites” is de tweede cd van Brussels Philharmonic en muziekdirecteur Stéphane Denève op het prestigieus label Deutsche Grammophon. Brussels Philharmonic is het eerste symfonisch orkest in België dat samenwerkt met dit platenlabel.
Voor de tweede opname bij het meer dan 100 jaar oude Deutsche Grammophon, koos het orkest voor de balletmuziek van Sergei Prokofiev. De hand van Denève is duidelijk merkbaar. Hij koos niet voor de bestaande suites, maar maakte een nieuwe muzikale, “Romantische” dramaturgie, waardoor nieuwe, spannende combinaties ontstonden. Denève stelde nl. zelf twee suites samen van telkens tien nummers, gebaseerd op bewegingen uit de drie suites die Prokofiev van elk van zijn twee balletten realiseerde.
Denève koos voor zijn samenstelling van “Romeo en Julia” voor “The Montagues and the Capulets”, “Minuet”, “Juliet the child”, “Masks”, “Knights dance”, “Balcony scene”, “Friar Laurence”, “Death of Tybalt”, “Romeo at Juliet’s tomb” en “Juliet’s death” uit Prokofievs Suite op.64a. Voor “Cinderella”, koos hij voor “Introduction”, “Shawl Dance”, “Interrupted departure”, “Clock scene”, “Dance of the Prince”, “Cinderella’s arrival at the ball & Grand waltz”, “Promenade – First galop of the Prince – The father”, “Amoroso”, “Cinderella’s departure for the ball” en voor het adembenemend indrukwekkend “Midnight”, wanneer alle, maar dan ook alle klokken in het paleis, plotseling, alle samen, middernacht slaan..!. Uniek!
“Ik heb mij altijd heel nauw verbonden gevoeld met de muziek van Prokofiev”, vertelt Denève in het interview in het bijbehorend boekje. “Het is daarom een immens plezier om, dankzij het prestigieus label Deutsche Grammophon, mijn eigen suites van twee van zijn meest voortreffelijke balletten voor te mogen stellen: Romeo and Juliet en Cinderella. Samen met Brussels Philharmonic presenteren wij een verhalend raamwerk, een romantische visie op deze werken, die het gevoel en de verbeeldingskracht aanspreekt. Ik hoop dat deze opname emoties aanwakkert en doet dromen, in één woord: eindeloze romantiek!”. “Enfant des dieux à la fortune solaire”, schreef de dichter Constantin Balmont over Prokofiev.
Gebaseerd op een versie gemaakt door Adrian Piotrovsky, die het onderwerp voorstelde aan Prokofiev, en Sergey Radlov, componeerde Prokofiev zijn ballet “Romeo en Julia” in september 1935 naar een scenario dat de voorschriften van “drambalet” volgde (gedramatiseerd ballet, officieel gepromoot aan het Kirov Theater, om werken te vervangen die voornamelijk gebaseerd waren op choreografische weergave en innovatie). Na Radlovs bitter ontslag bij het Kirov theater in juni 1934, werd een nieuwe overeenkomst getekend met het Bolshoi Theater in Moskou, met dien verstande dat Piotrovsky erbij betrokken zou blijven. Het oorspronkelijk gelukkig einde van het ballet (in tegenstelling tot Shakespeare), veroorzaakte echter controverses onder Sovjet-culturele functionarissen. De productie van het ballet werd vervolgens voor onbepaalde tijd uitgesteld toen het door de staf van het Bolshoi werd gereviseerd in opdracht van de voorzitter van de Commissie voor Kunstzaken, Platon Kerzhentsev. Het uitblijven van het ballet in Sovjet-Rusland tot 1940 kan ook te wijten zijn aan de toegenomen angst en voorzichtigheid in de muzikale en theatrale gemeenschap in de nasleep van de twee beruchte Pravda-publicaties die Sjostakovitsj en andere ‘gedegenereerde modernisten’, onder wie Piotrovsky, bekritiseerden. De dirigent Yuri Fayer ontmoette Prokofiev regelmatig tijdens het schrijven van de muziek en hij drong er bij de componist sterk op aan terug te keren naar het traditioneel einde. Fayer dirigeerde de eerste uitvoering van het ballet in het Bolshoi Theatre.
Suites uit de balletmuziek waren te horen in Moskou en de Verenigde Staten, maar het volledig ballet ging in première in het Mahen Theater, Brno (toen in Tsjechoslowakije, nu Tsjechische Republiek), op 30 december 1938. Deze versie was een productie met één akte en met muziek voornamelijk uit de eerste twee suites. Prokofiev was niet in staat om de première bij te wonen vanwege zijn uitgaansverbod. Meer bekend vandaag is de aanzienlijk herziene versie die voor het eerst werd opgevoerd in het Kirov Theater in Leningrad op 11 januari 1940, in een choreografie van Leonid Lavrovsky en Galina Ulanova en Konstantin Sergeyev in de hoofdrollen. Ondanks de bezwaren van Prokofiev, veranderde Lavrovsky de partituur van het ballet aanzienlijk. Maar deze productie werd internationaal geprezen en ontving de Stalin-prijs.
“Cinderella” (“Zolushka”, “Cendrillon” of “Assepoester”) op. 87 is een ballet naar een scenario van Nikolai Volkov. Het is één van Prokofievs meest melodieuze composities en heeft sinds zijn ontstaan veel choreografen geïnspireerd. “Assepoester” werd gecomponeerd tussen 1940 en 1944… Deels door het schrijven ervan onderbrak Prokofiev het werk aan zijn opera “Oorlog en Vrede”. De première van Assepoester op 21 november 1945 in het Bolshoi Theatre, was o.l.v. Yuri Fayer in een choreografie van Rostislav Zakharov met Galina Ulanova in de titelrol. Assepoester is opmerkelijk vanwege zijn juichende muziek, weelderige muzikale landschappen en de komische dubbelrollen van de stiefzussen (die kunnen worden uitgevoerd in travesti).
“Romeo en Julia” en “Cinderella” werden opgenomen in Studio 4 van Flagey. Galant, verfijnd en hoofs waar het past, grotesk, beklemmend en dreigend waar het verhaal er om vraagt, lieflijk, speels en onschuldig waar het de hoofdpersonages betreft. Een fijne, mooie en doordachte uitvoering, knap opgenomen. Beluister meteen de “Balcony Scene” (Track 6). Bravo! Een aanbevolen, originele degustatie om de nieuwsgierigheid naar de Suites en de complete muziek van beide geniale balletten op te wekken en te ontdekken. Warm aanbevolen.
Prokofiev Romantic Suites Romeo and Julia Cinderella Brussels Philharmonic Stéphane Denève cd Deutsche Grammophon 481 654-8