Sarajevo (Bosnië-Herzegovina), 28 juni 1914. De Servische middelbare schoolstudent Gavrilo Princip schiet de Oostenrijkse troonopvolger Franz Ferdinand en zijn echtgenote, Sophie Chotek dood. Door de moordaanslag verklaarde de Habsburgse monarchie Servië de oorlog, wat o.a. leidde tot de Eerste Wereldoorlog. Maar, wat dreef de jonge schutter van Sarajevo, wat radicaliseerde hem en wat maakte hem tot een huurmoordenaar?
Gregor Mayer beschrijft de verschijnselen van bezetting, mislukte staten en terrorisme met verbazingwekkende relevantie. Hij ziet parallellen tussen de verwarring van de wereldpolitiek en de dramatische omwentelingen en moderniseringsangsten van vandaag.
Princip en zijn mededaders, o.a. Trifko Grabež, Nedeljko Čabrinović en Cvjetko Popović, waren politiek geëngageerde jongeren. Ze hadden een extreme ideologie en ze hadden de gedrevenheid om ze actief te verdedigen en in gruweldaden om te zetten. Brieven, gedichten, tijdschriftartikelen waren voor Mayer van onschatbare waarde. Niet per se als de uiteindelijke wijsheid of historische waarheid, maar als reflecties en rechtvaardigingen die hun intenties en motieven benadrukten. Ze gaven Mayer een idee van de ziedende sfeer die deze revolutionaire jeugd heeft ervaren in hun geboorteland Servië en in het groot en machtig Oostenrijk-Hongarije.
Onder de geschreven bronnen valt één document bijzonder op. Het zijn de notities van de Weense arts Martin Pappenheim die, na vier bezoeken aan de terminaal zieke, aan bot tuberculose lijdende gevangene Gavrilo Princip, in de gevangenis van het fort van Terezin, tien jaar later als referentie werden gepubliceerd. Pappenheims stenografisch korte maar tegelijkertijd schokkende aantekeningen, hebben Mayer geïnspireerd om zich de ontmoetingen tussen de dokter en de gedoemde moordenaar voor te stellen. In het eerste hoofdstuk schildert hij eerst het landschap en reconstrueert hij historisch de omstandigheden. Een speculatieve onderneming, maar misschien wel een plausibele benadering van wat er precies zou kunnen gebeurd zijn.
Ook in de andere hoofdstukken probeert Mayer de motieven van de samenzweerders te achterhalen. Hij volgt hun geestelijke ontwikkeling en beschrijft bv. hoe ze begeesterd waren door avant-garde literatuur. Eén van hen, Ivo Andric, de auteur van “Na Drini ćuprija” (“De brug over de Drina”), zou in 1961 trouwens de Nobelprijs voor Literatuur krijgen). Mayer beschrijft verder hoe de jongeren geradicaliseerd raakten, en hoe één van hen, een voortijdige schoolverlater uit Sarajevo, Gavrilo Princip, lid werd van “De Zwarte Hand” in Belgrado, het milieu van het nationalistisch denken over een groot Servië, dat contact had met de Servische militairen, majoor Jankovic en kolonel Dragutin Dimitrijević. Hoe kon deze Princip de moord op de troonopvolger en zijn echtgenote plegen?
De Oostenrijks-Hongaarse troonopvolger Frans Ferdinand, een neef van keizer Frans Jozef I, bracht vanaf 25 juni 1914 een officieel bezoek aan Bosnië en Herzegovina. Op 28 juni 1914 inspecteerde hij in Sarajevo de troepen en daarna zou men het stadhuis bezoeken. Het gevolg reed in open auto’s door de stad, tot een zekere Čabrinović, een bom gooide. De aanslag mislukte maar drie officieren raakten gewond. De aartshertog besloot het programma te laten doorgaan en na een kort bezoek aan het stadhuis vertrokken ze naar het hospitaal om de gewonden uit de volgauto te bezoeken.
De chauffeur was evenwel van dit ingelast bezoek aan het ziekenhuis niet op de hoogte en volgde de oorspronkelijk geplande route. Wanneer hij opmerkzaam werd gemaakt op het plan om eerst het ziekenhuis te bezoeken, bracht hij de auto tot stilstand. De wagen, die geen achteruit had, werd langzaam achteruit geduwd, om de weg richting het ziekenhuis te kunnen inslaan. Op dat moment kwam de 24-jarige Gavrilo Princip de delicatessenzaak uit, die zich op de hoek van de straat bevond…Hij zag de stoet van de aartshertog achteruitrijdend voorbijkomen, trok zijn (Belgisch!) FN pistool en vuurde twee schoten af op de kroonprins en zijn echtgenote. Sophie Chotek Gräfin von Chotova, hertogin von Hohenberg overleed vrijwel meteen aan haar vreselijke verwondingen, door een schot in haar buik. Frans Ferdinand werd in zijn hals geraakt door het tweede schot. Het koppel werd snel naar het gouverneurspaleis gereden, maar alle hulp kwam te laat. Ook Frans Ferdinand overleed aan zijn verwonding.
Let wel, dit is geen boek over de schuldvraag, en het is ook geen verhandeling over een nieuwe theorie over het uitbreken en de oorzaak van de Eerste Wereldoorlog. Het boek is gebaseerd op de ervaringen die Mayer in meer dan 20 jaar als correspondent in Joegoslavië en het Midden-Oosten heeft opgedaan. Het is een poging om de moord die de aanleiding was van de oorlogsverklaringen, die uiteindelijk leidde tot wat de geschiedschrijving de Eerste Wereldoorlog is gaan noemen, te beschrijven vanuit de omgeving van de aanstoker ervan. Bijzonder interessant. Een aanrader.
Gregor Mayer (° 1960) studeerde filosofie en wiskunde in Graz en Wenen. Sinds het begin van de jaren ’90 doet hij verslag voor “Profiel”, “De standaard” en het Duitse persbureau (dpa) uit de landen van Midden- en Zuidoost-Europa. In talloze rapporten beschreef hij de oorlogen in Kroatië, Bosnië-Herzegovina en Kosovo. Van 2003 tot 2005 was hij hoofd van het dpa-kantoor in Bagdad. Sinds 2005 is hij dpa speciaal correspondent voor het Midden-Oosten. Hij vertaalde werken van de Hongaarse schrijver István Eörsi (1931-2005) in het Duits, inclusief de essay-roman “Job and Heine, Passengers in No-Man’s Land” (Klagenfurt, 1999). Hij woont in Belgrado en Boedapest.
Gregor Mayer VERSCHWÖRUNG IN SARAJEVO Triumph und Tod des Attentäters Gavrilo Princip 159 bladz. Duits geïllustreerd Uitg. Residenz Verlag ISBN 978 3 7017 3294 4