Op deze etappe van hun boeiende Schubert-Brahms pelgrimstocht, verkennen cellist Pieter Wispelwey en pianist Paolo Giacometti, tegenstrijdige aspecten van de romantiek. De twee sonaten van Brahms, op. 120, elegant en expressief, sublimeren de extreme gevoeligheid van de altviool, die alleen met de perfecte beheersing van Yuri en Ksenia Bashmet kan bereikt worden.
Op de cd van Wiseplwey en Giacometti worden de spookachtige virtuositeit en verontrustende intensiteit van Schuberts Rondo (D.895) afgewisseld met de onweerstaanbare lyriek van Brahms’ ‘Viool/Cello-sonate op. 78 en de diepe zinnelijkheid van zijn op. 120/1 klarinet/altvioolsonate. Franz Schubert componeerde zijn Rondo in B-klein voor viool en piano, D 895 in 1826 voor de twintig jaar oude Tsjechische violist Josef Slavík, voor wie Schubert in 1827, ook zijn Fantasie in C, D 934 componeerde. Het was de eerste compositie voor viool en piano die Schubert in bijna tien jaar componeerde. Het Rondo werd voor het eerst uitgevoerd in 1827 door Slavík met de pianist Karl Maria von Bocklet. Artaria publiceerde de partituur in april 1827 als “Rondo brilliant, Op.70”. Het was het enige van zijn zes werken voor viool en piano die tijdens zijn leven werd gedrukt.
Met deze nieuwe gedaanten van het bekend repertoire, cello i.p.v. viool en altviool/klarinet, blijven Pieter en Paolo, door The Strad “meesters van het romantische duo” genoemd, steeds meer veelbelovende repertoire-richtingen inslaan. Wispelwey en Giacometti zijn topmusici, het zijn “uitzonderlijk fantasierijke en gepassioneerde artiesten” (American Record Guide) en hun samenwerking heeft opnamen voortgebracht die zijn beoordeeld als “fascinerend, provocerend, tot bijna pervers” (Sunday Times).
De eerste aflevering van hun Duo-bedevaart werd begroet als een “succesvolle lancering” (Kulturradio) vanwege de “onuitgesproken medeplichtigheid tussen twee virtuozen met een sprankelend, speels, cantabile-spel. De toon van de cello is innemend mooi, het samenspel en de dialoog zijn perfect. Op deze nieuwe cd staan Schuberts Rondo in B klein, op. 70, D. 895, de Vioolsonate in G , op. 78 van Brahms, gearrangeerd voor cello door Paul Klengel (1854-1935), en de altviool/klarinetsonate nr. 1 in f klein, op. 120 nr. 1 van Brahms, eveneens gearrangeerd voor cello door Paul Klengel. Een heel, heel mooie, intieme, bijzondere cd. Warm aanbevolen.
Paul Klengel, broer van de cellist, componist en beroemde leraar Julius Klengel, (leraar van o.a. Gregor Piatigorsky), studeerde aan het Conservatorium en aan de Universiteit van Leipzig. In 1886 behaalde hij daar zijn doctoraat met het proefschrift “Zur Ästhetik der Tonkunst”. Van 1881 tot 1886 was hij koordirigent van de Euterpe Musik Verein in Leipzig en van 1888 tot 1891 werkte hij aan de Hofkapelle in Stuttgart. Daarna dirigeerde hij van 1898 tot 1902 Duitse koorverenigingen in New York. Klengel keerde weliswaar naar Leipzig terug om er de Arion Verein te leiden en werd docent viool en piano aan het Leipzigs Conservatorium.
Hij was een een veelzijdig musicus en een volleerd violist en pianist die een carrière als concertmusicus en solist uitbouwde. Hij componeerde voor viool, altviool en piano, evenals liederen en koorwerken. Klengel was de ‘huisarrangeur’ van de uitgeverij Simrock, waar hij bekend stond om zijn artistiek hoogstaande arrangementen voor o.a. viool en altviool.
Kamermuziek voor het delicaat, heel eigen en diep gevoelig timbre van de altviool is eerder schaars. De uitvoering is hier danig mooi dat het lijkt alsof de unieke muziek van Brahms en Yuri Bashmets altviool, gemaakt werden om elkaar te ontmoeten. Op bewonderenswaardige wijze begeleid door zijn dochter, de uitmuntende pianiste Ksenia (°1980) (foto), neemt hij ons mee in een wereld van diepte, virtuositeit en esthetische vaardigheid. Naast Brahms’ twee altvioolsonaten op.120, speelt pianiste Ksenia Brahms’s twee rapsodieën op. 79. Bijzonder mooi.
In 1890, Brahms was toen 57, schreef hij aan een vriend: “Es will nichts mehr werden. Ich war stets gewohnt, mir über alles klar zu sein. Mir scheint, es geht nicht mehr so wie bishe. Ich tue gar nichts mehr. Ich war mein Lebtag fleißig, nun will ich einmal recht faul sein.” En na de voltooiing van zijn strijkkwintet op. 111: “Viel zerrissenes Notenpapier habe ich zum Abschied von Ischl in de Traun geworfen.”
Ook in zijn vakantieverblijf in het zonnige Bad Ischl met zijn prachtige omgeving, lukte het Brahms niet om “über alles klar zu sein.” Terug in Wenen voltooide hij nog enige composities die hij enige decennia eerder al had geschetst, waaronder de ‘Deutsche Volkslieder’, de meerstemmige vocale kwartetten op. 112 en de canons voor vrouwenstemmen op. 113. Nog geen jaar later leerde Brahms de klarinettist Richard Mühlfeld kennen. Brahms had Mühlfeld reeds horen spelen toen het orkest van Meiningen nog onder leiding stond van Hans von Bülow. Het was weliswaar de opvolger van von Bülow, Fritz Steinbach, die in maart 1891 de aandacht trok van Brahms op het spel van die uitzonderlijke klarinettist. Brahms was danig enthousiast dat hij in de zomer van dat jaar in Bad Ischl meteen twee werken schreef voor Mühlfeld, het Kwintet en een Trio voor piano, klarinet en cello in la-klein, op. 114. Brahms zou er in 1894 nog twee klarinetsonaten aan toevoegen. Vanaf 1891 groeide er tussen Mühlfeld en Brahms een nauwe, persoonlijke en muzikale vriendschap.
Mühlfelds spel maakte op Brahms een danige, diepe indruk dat hij alle speeltechnische mogelijkheden van het instrument wilde leren kennen. Zo bracht Brahms uren door bij Mühlfeld thuis om zoveel mogelijk diens oefeningen op zijn instrument te kunnen volgen. Maar Mühlfeld spoorde Brahms ook aan om nieuwe composities voor klarinet te schrijven, hetgeen in 1891 resulteerde in vier nieuwe hoogtepunten van de klarinetliteratuur: het klarinettrio op. 114, het klarinetkwintet op. 115 en de beide, hier in de versie voor altviool.opgenomen sonaten op. 120. Daarmee waren deze composities niet alleen de laatste kamermuziekwerken die Brahms componeerde, maar naast de ‘Vier ernste Gesänge’ op. 121, waren het tevens zijn laatste grote composities. De beide hier op altviool gespeelde (klarinet)sonaten, heeft Brahms in 1894 samen met Mühlfeld voor het eerst uitgevoerd, en ze zouden ze samen op één jaar tijd, op nog twintig andere concerten uitvoeren. Het tekende de relatie tussen beiden dat de opbrengst van de gezamenlijke concerten, zonder uitzondering, naar de klarinettist ging. Brahms wilde er nl. geen cent aan verdienen. De opname werd uitgebracht in twee versies. De Fidelity-cd is de referentieversie voor Hi-Fi audiosystemen, de Mobility cd is de versie die is aangepast voor computers, Nomad Systems en autoradio’s.
De naam Yuri Bashmet is al lang synoniem voor muzikale diepgang, virtuositeit en esthetische vaardigheden. Maar, één van zijn grootste prestaties verdient bijzondere aandacht. Yuri Bashmet heeft de voorheen bescheiden altviool nl. getransformeerd tot een briljant solo-instrument. Zijn uitzonderlijk spel heeft het veld van mogelijkheden voor hedendaagse componisten bijna geopend en verbreed. Een overvloed aan werken, waaronder wel vijftig altviool concerti, zijn speciaal voor hem gecomponeerd of aan hem opgedragen. Bashmet was daarenboven de eerste altviolist ter wereld die ooit een recital organiseerde in Carnegie Hall in New York; het Concertgebouw, Amsterdam, het Barbican Centre, Londen, de Philharmonie en het Konzerthaus, Berlijn, La Scala, Milaan, het Théâtre des Champs-Élysées, Parijs, de Hercules Hall, München; Boston Symphony Hall, de Suntory Hall, Tokyo; Symphony Center, Chicago, de Calouste Galbenkian Foundation, Lissabon en de Grand Hall van het Conservatorium van Moskou. Bashmet speelde met de beste en beroemdste orkesten en dirigenten en begon in 1985 zelf aan een carrière als dirigent.
Bashmet richtte een Internationale altviool wedstrijd op in Moskou, een competitie die tot op de dag van vandaag de enige is die aan dit instrument in Rusland is gewijd. Deze beroemde altviolist haalt voortdurend internationale krantenkoppen en zijn talent is bij talloze gelegenheden in Rusland en de rest van de wereld geprezen en beloond. Sinds 1983, toen hij de titel van Artist Emeritus van de RSFSR kreeg, heeft Bashmet tal van titels en prijzen gewonnen: winnaar van de Staatsprijs van de USSR in 1986, People’s Artist van de USSR in 1991, en hij won ook de Staatsprijs van de Russische Federatie in 1994, 1996 en 2001. In 1993 werd hij instrumentalist van het jaar (het equivalent van een Oscar in de muziekwereld). Hij is erelid van de Royal Academy of Music in Londen en in 1995 ontving hij één van de meest prestigieuze muziekprijzen ter wereld, de Léonie Sonning Music Prize.
In 1999 benoemde de Franse staat hem tot Officier des Arts et des Lettres en in 2003 werd hij Commandeur van de Légion d’Honneur. Hij is ereburger van de Republiek Litouwen, en in 2000 heeft de president van Italië hem de Order of Merit of the Italian Republic toegekend. In 2002 gaf de president van de Federatie van Rusland hem de Order for Merit to the Fatherland, derde klas. In 2013 ontving Bashmet de Order for Merit to the Fatherland, vierde klas. Yuri Bashmet is artistiek leider van niet minder dan vijftien muziekfestivals in acht landen. In 2012 richtte hij in Rusland zijn eigen symfonie orkest op. Sinds 1978 doceert hij aan het Conservatorium van Moskou, waar hij ondertussen is benoemd als hoogleraar en decaan van de faculteit. Een uitzonderlijk fijne uitvoering van muziek die zijn gelijke nauwelijks kent. Magnifiek. Warm aanbevolen.
Schubert-Brahms The Complete Duos-Rondo Pieter Wispelwey Paolo Giacometti Evil Penguin cd EPRC 0028
Yuri & Ksenia Bashmet Brahms Two Viola Soanatas op. 120 Two Piano Rhapsodies op. 79 s cd Fondamenta FON 1802030