De jacht kan niet worden los gezien van de geluiden die ermee gepaard gaan, het geblaf van honden, het geroep van het wild, de schoten, en het geluid van hoorns en trompetten. Signaalinstrumenten zorgden voor het specifiek genre “jachtmuziek”. Het belangrijkste, aan de jacht gerelateerd instrument, was de Franse hoorn, die na 1760 algemeen in gebruik raakte in Bohemen, dankzij de muzikale Franz Anton Reichsgraf von Sporck (1662-1738).
Jachtmuziek, voor een verscheidenheid aan ensembles, werd ook gespeeld op feesten en bij andere sociale evenementen. Composities op het jachtthema, cassattio’s, serenades, partita’s (vaak “caccia” of “La chasse” genoemd), gaven aan dat ze verband hielden met de jacht door de keuze van de instrumenten, de typische harmonieën en melodieën, maar ook door specifieke effecten en nabootsingen, zoals van geluiden van dieren en vogels, en de sonische weergave van de levendige vrolijkheid in de nasleep van de jacht.
De muziek op deze schitterende cd werd gecomponeerd door drie vooraanstaande, Boheemse/Tsjechische vertegenwoordigers van het classicisme. Op de cd staan de Partita Berdlersgarn van Jiří Družecký, een Partita van Jan Nepomuk Vent, en de Sinfonia in D, op. 25 van Pavel Vranický. Jirí Družecký en Jan Nepomuk Vent componeerden talloze populaire stukken voor blaasinstrumenten, en Pavel Vranický, de vriend van Haydn, Mozart en Beethoven, was een vooraanstaande theaterfiguur in Wenen.
Jiri Družecký (1745-1819) die als hoboïst en paukenist, lid was van de militaire kapel van het 50ste Regiment der Grenadiers, kreeg zijn muzikale opleiding in het leger en werd kapelmeester. Hij studeerde ook bij de Italiaanse hoboïst Antonio Besozzi en vanaf 1777 ging hij als laatste “Heerespauker (Paukenist van het leger)”, in dienst in Opper-Oostenrijk, waar hij een actieve rol speelde in het muziekleven van de stad Linz. In 1783 vertrok hij naar Wenen en werd lid van de “Tonkünstler-Sozietät”. Vanaf 1787 was hij kapelmeester in dienst van de hertog Antal Grassalkowicz von Gyarak in Bratislava (toen nog Preßburg), en werkte vanaf 1790 als componist bij Graaf József Batthyány. Tenslotte werd hij muziekdirecteur aan het hof van de kunstminnende aartshertog Joseph Anton Johann van Oostenrijk, regent en palatin van het Koninkrijk Hongarije, die ook componeerde.
Jan Nepomuk Vent (1745-1801) was een hoboïst die in 1771 in dienst trad van de Zuid-Boheemse prins Joseph Adam de Schwarzenberk. Wanneer de prins hem de opdracht gaf om een eigen blazersensemble op te richten, stelde Vent een harmonie samen met twee hoboïsten (Jiří Triebensee en Ludvík Partl), twee althoboïsten (Jan Nepomuk Vent en Ignác Teimer), twee hoornisten (Fikar en Bradac) en twee fagottisten (Vodecka en Kautzner). Dit naderhand, befaamd orkest gaf concerten in de kastelen Třeboň, Česky Krumlov en in Wenen. Speciaal voor zijn harmonie, bewerkte Vent o.a. muziek uit Mozart opera’s, balletten en kamermuziek.
De violist Pavel Vranický (1756-1808) kreeg in het gymnasium van de Jezuïeten in Jihlavy, viool-, orgel- en zangles. Hij studeerde vervolgens taalkunde, retoriek, poëzie en Latijn, en vanaf 1772, filosofie, theologie en geneeskunde aan de universiteit van Olomouc. Hij vertrok naar Wenen en studeerde daar verder bij de in Wenen residerende componist en kapelmeester van het hof van Zweden, Johann Martin Kraus. Vranický speelde in het muziekleven van Wenen een prominente rol. Sinds 1784 was hij de muziekdirecteur van Vorst Johann Baptist Esterházy en in 1785 werd hij directeur van het nieuw opgericht orkest van het Kärtnerthortheater in Wenen. Vranický was in Wenen ook secretaris van de Gesellschaft der Musikkünstler, en was in deze functie mede-initiator van het sociale hulpfonds “Unterstützender Verein für Witwen und Weisen von Musikkünstlern”. Net als Mozart was Vranický in Wenen ook lid van de Vrijmetselaarloge “Zur gekrönten Hoffnung”. Zijn opera “Oberon” uit 1789 was destijds danig populair, dat het Emanuel Schikaneder inspireerde tot het schrijven van…”Die Zauberflöte”! Een prachtige, sfeervolle cd die u geenszins mag missen. Bronstigheid, verzekerd!
Hunting Music of Old Czech Masters Družecký Vent Vranický Collegium Musicum Pragensae & Prague Symphony Orchestra František Vajnar cd Supraphon SU 42282