“Drumming”, het eerste minimalistisch meesterwerk uit 1970-1971, is een epische compositie voor negen percussionisten, twee vocalisten en een piccolospeler, en maakt gebruik van fasetechniek. In vier aan elkaar verbonden bewegingen, combineerde de componist verschillende instrumentgroepen, eerst bongo-drums, dan marimba’s en metallofoons, vooraleer het compleet ensemble samenkomt voor de climax. Met Steve Reichs “Drumming” brengt de Collin Curry Group zijn opvallend debuutalbum uit.
Om percussionisten een platform te bieden heeft de klassiek geschoolde slagwerker Colin Currie (foto) zijn eigen label opgericht. Het is de bedoeling, dat op dit label het percussie repertoire uitgebracht wordt, van solowerken en concerten, tot kamermuziek en samenwerkingsprojecten. Ook biedt het label plaats aan opnamen voor werk van hedendaagse, Britse componisten.
De baanbrekende, klassieke percussionist Colin Currie lanceert zijn eigen platenlabel met een opname van Steve Reichs iconisch “Drumming”, uitgevoerd door de Colin Currie Group en Synergy Vocals. “Colin Currie Records” is een platform voor de diverse projecten van de solist, die de buitengewone ontwikkelingen voor percussie viert met muziek van de afgelopen eeuw. Gevormd in 2006 voor een concert op de BBC Proms, ter ere van de 70ste verjaardag van Steve Reich, is de groep gespecialiseerd in het werk van de Amerikaanse componist. De Colin Currie Group bleef Drumming over de hele wereld uitvoeren en heeft sindsdien een aantal werken van Reich toegevoegd aan hun repertoire, zoals “Music for 18 Musicians”, “Sextet”, “Tehillim” en “Music for Pieces of Wood”. Deze opname werd mogelijk gemaakt door een crowdfunding-campagne, die door Reich enthousiast werd onderschreven. “Het zal, en dat ik ben zeker, de beste opname van “Drumming” zijn, ooit gemaakt!”
Percussionist Colin Currie is gefascineerd door de muziek van Steve Reich sinds hij een tiener was. Reich heeft nauw met het ensemble samengewerkt en noemt Colin Currie ‘één van de grootste muzikanten van vandaag’. Reich trad in 2014 op met de Colin Currie Group, met name voor een uitvoering van zijn “Clapping Music”, waarop ook zijn “Quartet” voor 2 vibrafoons en 2 piano’s, in wereldpremière werd gespeeld. De Colin Currie Group speelde reeds vaak in het Verenigd Koninkrijk, maakte hun internationaal debuut in 2012 in de Opera City Concert Hall in Tokyo, en hun Europees debuut in het Concertgebouw, Amsterdam. Ze speelden ook in de Elbphilharmonie in Hamburg, het Southbank Centre in Londen, het Cité de la Musique in Parijs, de Philharmonie in Keulen, op het Strijkersfestival in Praag, “De Doelen” in Rotterdam, op het Minimal festival in Glasgow en het Helsinki Festival, en het Macau-festival in China. De groep bevat maximaal een twaalftal leden, afhankelijk van de uitgevoerde stukken. In februari 2018 bracht “Nonesuch Records” een opname uit van de Colin Currie Group met Steve Reichs “Quartet”, gecombineerd met “Pulse”, uitgevoerd door het International Contemporary Ensemble.
Steve Reich (°1936) (foto) begon de compositie na een kort bezoek aan Ghana en het observeren van muziek en muzikale ensembles daar, vooral van de Anlo Ewe-meester drummer, Gideon Alorwoyie (foto). “Mij wordt vaak gevraagd welke invloed mijn bezoek aan Afrika in de zomer van 1970 had op “Drumming”, vertelt Steve Reich. “Het antwoord is dat het mijn intuïtie bevestigde dat akoestische instrumenten gebruikt kunnen worden om muziek te produceren, die rijker is aan klank dan die geproduceerd met elektronische instrumenten, en dat het mijn natuurlijke neiging tot percussie bevestigde. Ik werd nl. drummer op de leeftijd van 14.”
Het stuk maakt gebruik van Reichs technisch, compositorisch handelsmerk, fasering. “Phasing” wordt bereikt wanneer twee spelers, of één speler en een opname, één enkel herhaald patroon in één keer spelen, meestal op hetzelfde soort instrument. De ene speler verandert het tempo iets, terwijl de andere het behoudt, en uiteindelijk spelen de twee spelers één of meerdere beats die niet synchroon lopen. Zo kunnen ze verder faseren, afhankelijk van het stuk.
“Drumming” was het stilistisch overgangswerk tussen Reichs vroege, meer sobere composities en zijn latere werken met minder strenge vormen en structuren. Reich maakte voor dit werk gebruik van nieuwe technieken. Meer bepaald, het geleidelijk vervangen van beats door rusten of rusten door beats, binnen een constant herhaalde, ritmische cyclus, of “ritmische constructie” en ritmische reductie, in combinatie met instrumenten van verschillende klankkleuren, met tegelijkertijd de opname van menselijke stemmen in navolging van de klanken van de percussie-instrumenten in het ensemble, inclusief het effect van gefluit. In totaal heeft het werk 9 percussionisten nodig. Met extra spelers kan het stuk worden uitgevoerd door 12 of 13 spelers. Choreografen als Laura Dean, Anne Teresa De Keersmaeker en Ginette Laurin hebben er dansvoorstellingen op gemaakt.
De lengte van het stuk kan sterk variëren, omdat het aantal herhalingen aan de uitvoerders ligt. Uitvoeringen duren tussen de 55 en 84 minuten. Op deze opname duurt “Drumming”, 55.O9 min. Er is maar één ritmisch basispatroon in “Drumming”. Dit patroon ondergaat veranderingen van fasepositie, toonhoogte en timbre, maar alle uitvoerders spelen dit patroon, of een deel ervan, gedurende het hele stuk. Het gehele stuk is opgebouwd rond één enkel herhaald ritme, bestaande uit één maat in 12/8. Dit ritme wordt noot voor noot opgebouwd in de “vervanging van beats voor rusten” – techniek, die te vinden is in andere werken van Reich, zoals in zijn “Music for Pieces of Wood”, “Octet”, en” Music for 18 Musicians”. Nadat het ritme volledig is opgebouwd, gaan twee van de spelers over naar de fase waarin ze hetzelfde patroon spelen, op een kwartnoot van elkaar, en de andere bongo spelers, spelen resulterende patronen die te horen zijn als gevolg van de combinatie van de gefaseerde patronen.
De rest van het stuk blijft de techniek van beat / rust-substitutie, fasering en resulterende patronen, gebruiken. “Drumming” begint met twee drummers die het ritmisch basispatroon van het hele stuk opbouwen uit één enkele drumbeat, gespeeld in een cyclus van twaalf beats met rust op alle andere beats. Geleidelijk worden extra drumbeats een voor een vervangen door de rusten, tot het patroon is voltooid. Het reductieproces is het omgekeerde, waarbij de rusten een voor een, geleidelijk worden vervangen door beats, tot een sectie leidt tot de gelijktijdige opeenstapeling van de trommen, marimba’s en metallofoons”.
“Gedurende een jaar, tussen de herfst van 1970 en de herfst van 1971, werkte ik aan wat het langste stuk bleek te zijn dat ik ooit had gecomponeerd”, vertelt Reich. “Drumming is onderverdeeld in vier delen (4 Parts), die zonder pauze worden uitgevoerd. Het eerste deel is voor vier paren gestemde bongo’s (tuned drums), op een standaard gemonteerd en bespeeld met stokken. Het tweede is voor drie marimba’s, gespeeld door negen spelers samen met twee vrouwenstemmen. Het derde is voor drie metallofoons, gespeeld door vier spelers, samen met gefluit en piccolo. Het vierde deel is voor de combinatie van alle instrumenten en stemmen samen.
Deel 1 is gecomponeerd voor 4 paar gestemde bongo-drums, gespeeld met houten stokken met twee uiteinden. Deel 2 begint met drie marimba-spelers die precies hetzelfde herhaalde patroon spelen als de bongo-spelers, terwijl de bongo-spelers geleidelijk verdwijnen, en 2 of 3 vrouwenstemmen toegevoegd worden. Deel 3 begint op dezelfde manier. Drie metallofoons (glockenspiels) – spelers beginnen met het verdubbelen van de marimba’s die inmiddels in hun hoger register spelen, terwijl de klank van de marimba’s verdwijnt, gevolgd door gefluit en piccolo. Deel 4 begint nadat beweging 3 de textuur reduceerde, tot één metallofoon speler, waarbij één enkele herhaalde noot van het oorspronkelijk patroon wordt gespeeld. Marimba- en bongo spelers voegen zich bij elkaar en bouwen het patroon noot voor noot opnieuw op, tot alle negen percussionisten samenspelen, en de muziek abrupt eindigt.
“Terwijl ik de eerste drummer was tijdens het componeren, merkte ik dat ik soms meezong en ik mijn stem gebruikte om de geluiden die ze maakten te imiteren”, vervolgt Reich. “Ik begon te begrijpen dat dit ook mogelijk zou kunnen zijn met marimba’s en metallofoons. Dus de basisgedachte over de stemmen in “Drumming”, was dat ze geen woorden zouden zingen, maar dat ze het geluid van de instrumenten zouden imiteren. De vrouwenstemmen zingen patronen die resulteren uit en in de combinatie van twee of meer marimba’s, die hetzelfde herhaald patroon spelen, één of meer kwartnoten die in fase zijn met elkaar. Door het geluid van de instrumenten exact na te bootsen en door de patronen geleidelijk te laten vervagen, zorgen de zangers ervoor dat ze langzaam op de voorgrond treden en vervolgens weer verdwijnen, waardoor de luisteraar de patronen hoort, samen met vele andere in de instrumenten. Voor de marimba’s was de vrouwelijke stem nodig, gebruikmakend van medeklinkers zoals “b” en “d”, met een min of meer klinkende “u” (zoals in “oe”). In het geval van de metallofoons, verhinderde het extreem hoog bereik van het instrument, elk gebruik van de stem en maakte gefluit noodzakelijk. Zelfs deze vorm van vocale productie bleek onmogelijk toen het instrument werd gespeeld in zijn hoger register, en dit creëerde de behoefte aan een meer geprononceerde vorm van gefluit, de piccolo. In het laatste deel van het stuk worden deze technieken gelijktijdig gecombineerd met de imitatie van elk specifiek instrument”.
De secties worden samengevoegd door extra instrumenten die het patroon van de reeds spelende instrumenten verdubbelen. Aan het einde van het drumgedeelte spelen drie drummers hetzelfde patroon, twee kwartnoten uit fase met elkaar. Drie marimba-spelers komen zacht binnen met hetzelfde patroon en hebben ook twee kwartnoten uit de fase gespeeld. De drummers vervagen geleidelijk, zodat hetzelfde ritme en toonhoogtes worden gehandhaafd met een geleidelijke verandering van timbre. Aan het einde van de marimba-sectie worden drie marimba’s die in hun hoogste register worden bespeeld, verdubbeld door drie metallofoons in hun laagste register, zodat het proces van het handhaven van ritme en toonhoogte, terwijl het timbre geleidelijk verandert, wordt herhaald. De secties worden niet van elkaar gescheiden door veranderingen van toonaard, de traditionele manier van tonale uitbreiding in westerse muziek. “Drumming” laat zien dat het mogelijk is om een hele tijd in dezelfde toonaard door te gaan, wanneer er in de plaats van modulaties, aanzienlijke ritmische ontwikkelingen zijn, met veranderingen van timbre, als afwisseling.“ De overgang door metallofoons naar het laatste deel van het stuk, voor de combinatie van alle instrumenten en stemmen samen, wordt gemaakt door een nieuw muzikaal proces dat ik opbouw en reductie noem”. Een sonore ervaring van de hoorbare pulsen van de meest verfijnde, organische variatie van de tijdsduur van tonen. Heel, heel bijzonder. Warm aanbevolen.
Concertdata van Colin Currie en Het Gelders Orkest o.l.v. Christian Vásquez in België en Nederland:
-5 mei 2018 Koningin Elisabethzaal, Antwerpen
-23 en 25 (Arnhem)
-24 (Apeldoorn)
-26 (Nijmegen)
-27 mei (Amsterdam)
Programma: Beethoven, Mark-Anthony Turnage (°1960), Stravinsky en de Nederlandse componist Joey Roukens (°1982).
STEVE REICH DRUMMING Colin Currie Group Synergy Vocals cd Colin Currie Records CCR0001