Het prestigieus label Sony bracht een opvallende cd uit met schitterende opera aria’s voor mezzo sopraan en een al even opvallende cd met prachtige vocalises voor sopraan. Heel bijzonder.
Tijdens de openingsavond van het seizoen van La Scala in 2009 viel de 25-jarige, Georgische mezzosopraan Anita Rachvelishvili (°1984) uit Tbilisi, op als Carmen. Daarnaast was ze in de geschiedenis van het legendarisch operahuis, ook de jongste zangeres die ooit haar debuut maakte in die rol tijdens een openingsavond. Daniel Barenboim was de dirigent en het was hij die het buitengewoon, natuurlijk, vocaal talent en de charismatische podiumpresentatie van de jonge zangeres erkende. Na een auditie voor de kleinere rol van Mercédès, bood hij haar de titelrol aan.
Voor haar langverwachte eerste cd op Sony Classical bundelde Anita Rachvelishvili de krachten met het Orchestra Sinfonica Nazionale della RAI en de dynamische dirigent Giacomo Sagripanti, winnaar in 2016 van de Young Conductor-prijs tijdens de International Opera Awards. Het programma omvat uiteraard twee aria’s, de verleidelijke ‘Habanera’ en ‘Seguidilla’, van wat haar kenmerkende rol is geworden. De selectie gaat verder met haar breed dramatisch bereik en persoonlijke geschiedenis. Het bevat Lyubasha’s beklijvend a capella-lied uit “Carskaja nevesta” (“De Tsarenbruid”) van Rimsky-Korsakov, een opera die ze na “Carmen” in de Berlijnse Staatsopera zong o.l.v. Daniel Barenboim.
Aria’s uit “Samson et Dalila” en “Il trovatore” laten een vocale kunstenares horen die, zoals ze deed met Carmen, met haar natuurlijke uitstraling op het podium en rijke, krachtig stem, achter elke rol de menselijke wezens laat ontdekken, Mascagni’s “Cavalleria rusticana”, die ze begin 2017 voor het eerst zong in het Teatro dell’opera in Rome, wordt vertegenwoordigd door Santuzza’s gepassioneerd “Vo lo sapete'”, en twee aria’s uit Verdi’s “Don Carlo” weerspiegelen de perfecte, vocale mogelijkheden van de mezzo-sopraan. Op de cd staat ook Charlotte’s “Werther! Qui m’aurait dit /Je vous écris de ma petite chambre.” (“Brief Aria”) uit Werther van Massenet, en het nobele ‘Ô ma lyre immortelle’ uit Gounods “Sapho”, een favoriete aria van alle grote mezzo-sopranen.
Met een muzikale achtergrond, geworteld in haar mooi geboorteland Georgië, leerde Anita Rachvelishvili piano vanaf haar zesde jaar, en zong ze jazz en soul. Ze ontdekte opera op de leeftijd van 16 jaar toen ze begon met zanglessen. Haar buitengewone natuurlijke gave werd meteen erkend toen ze een paar jaar later werd toegelaten tot de “Accademia Teatro alla Scala” in Milaan.
Het was echter ook belangrijk voor haar om een stuk Georgische operatraditie in de vorm van de Cavatina van koningin Tamar (foto) uit de opera “De Legende van Sjota Roestaveli” uit 1919 van Dimitri Arakishvili (Dimitry Ignatyevich Arakchiev) (1873-1953) op te nemen. Tijdens Tamars regering, een bloeiperiode voor de cultuur, kwam de Georgisch-orthodoxe architectuur tot uiting in de bouw van meerdere kathedralen. Tamar, uit het epos “De ridder in het pantervel” van de Georgische dichter Sjota Roestaveli uit de 12de eeuw, regeerde Georgië van 1184 tot 1213. Zij was een sleutelfiguur in de geschiedenis van het land en een voorbeeld voor Georgische vrouwen van vandaag”, vertelt Anita. “Het is goed om dat op mijn debuutalbum op te nemen, omdat ik mezelf ook een succesvolle en sterke vrouw vind. Ik probeer het tenminste!” Niet te missen!
De tweevoudige ECHO Klassik winnares Nuria Rial (°1975) is niet alleen één van de belangrijkste zangeressen van Barokmuziek (Händel & Telemann), ze schittert met haar mooie, fluwelen en expressieve stem ook in composities van de 20ste- en 21ste eeuw. Deze staan op het programma van haar cd “Vocalise” met de gerenommeerde cellisten van het Basel Symphony Orchestra. Centraal staat Astor Piazzolla’s cyclus “Las Cuatro Estaciones Porteñas” (“De vier seizoenen van de haven”, zijnde de haven van Buenos Aires), afgewisseld met Villa-Lobos’ “Bachianas Brasileiras”, in het bijzonder de elegische arioso nr. 5. Uit haar Catalaans thuisland zingt ze daarnaast het legendarisch volksliedje “El Cant dels ocells” waarmee Pablo Casals in ballingschap na de Burgeroorlog van 1936, telkens zijn concerten eindigde. Een ander hoogtepunt is de wereldpremière opname van het werk “Vocal Ice”, een indrukwekkende compositie van de Spaanse componist Bernat Vivancos i Farràs (°1973).
De Catalaanse sopraan Nuria Rial (foto) studeerde zang en piano aan het conservatorium in Barcelona en was van 1998-2002 lid van de concertklas van Prof. Kurt Widmer aan de Muziekacademie van Basel. Na het afronden van haar studie kreeg ze in september 2003 in Luzern voor haar uitmuntende prestaties als zangeres, de prijs van “Helvetia Patria Jeunesse”. Nuria Rial zingt op grote festivals in Europa en werkt samen met gerenommeerde dirigenten als Paul Goodwin, Lawrence Cummings, René Jacobs en Thomas Hengelbrock.
Bij Deutsche Harmonia Mundi (Sony Music) verscheen in 2008 haar cd “Duets Amorosi” (Händel duetten) met de Amerikaanse contratenor Lawrence Zazzo, begeleid door het Basel Chamber Orchestra, o.l.v. Laurence Cummings. Samen met Zazzo nam ze ook Händels opera “Riccardo Primo” op. In maart 2009 werd haar eerste solo-cd “Haydn: Aria per un` amante” uitgebracht. Voor deze cd ontving Nuria Rial in 2009 de Echo Klassik als “Young Artist of the Year”. Haar cd met Duitse aria’s van Händel (foto) werd in het najaar van 2009 uitgebracht. In oktober 2011 nam ze met het Kammerorchester Basel een cd op met zeldzame opera-aria’s van Telemann, die met de Echo Klassik 2012 werd bekroond als “Opera-aria’s Opname van het Jaar”. Warm aanbevolen.
Anita Rachvelishvili Orchestra Sinfonica Nazionale RAI Coro del Teatro di picenza Barbara Massaro Giacomo Sagripanti cd Sony 19075808752
Vocalise Nuria Rial 8 cellists of the Basel Symphony Orchestra cd Sony 8888754452