“Met al haar strijd en gruwelen is de twintigste eeuw een puur fantoom geworden, dat vanuit het levensgevoel van de huidige generaties niet meer te reconstrueren valt en waarvoor geen andere toekomst lijkt weggelegd dan die van een arsenaal aan mythen en een barbaarse stortplaats van geweldsscènes.” De nieuwste uitgave van bestsellerauteur Peter Sloterdijk biedt een aanzet tot nieuwe perspectieven op globalisering, geschiedenis, ecologie en economie.
“Fortuna is als het ware de president die het moderne parlement van invloedssferen voorzit. Onder haar voorzitterschap ontstaan levensvormen waarbij alles draait om een verstandige omgang met onzekerheden. Die levensvormen berusten zonder uitzondering op het axioma dat de mens noch vrij noch onvrij is. Hij is in absolute zin noch heer noch knecht, hij is noch almachtig noch machteloos, hij slingert voortdurend heen en weer tussen krachten die helpen en krachten die schaden, hij is altijd de derde in het gezelschap van lotsverbonden partijen, hij blijft altijd ingesponnen in een web van machten en neigingen – uit die wirwar trekt hij meer of minder energiek enkele losse draden tevoorschijn, om daarvan zijn eigen kleed te weven” (sic bladz. 141). Geef toe, zo’n zin nodigt uit om verder te lezen.
Peter Sloterdijk (°1947) is als het enfant terrible van de Duitse filosofie, de auteur van filosofische bestsellers, de filosoof met de houwdegen, de briljante stilist en de vele malen onderscheiden controversieel denker. Deze zoon van een Duitse moeder en een Nederlandse vader, studeerde van 1968 tot 1974 filosofie, germanistiek en geschiedenis aan de Ludwig-Maximilians-Universiteit in München en aan de Universiteit van Hamburg. In 1976 promoveerde hij aan de Universiteit van Hamburg. In 2001 werd Sloterdijk benoemd tot rector van de “Staatliche Hochschule für Gestaltung” te Karlsruhe. Vanaf 1980 publiceerde Sloterdijk veel essays, waaronder “Kritik der zynischen Vernunft”. Met zijn “Kritiek van de cynische rede” die in 1983 verscheen, vestigde Sloterdijk zich als één van de meest gelezen filosofen van de moderne tijd. Voor de ZDF presenteerde hij samen met Rüdiger Safranski “Das Philosophische Quartett” waarin vanuit filosofisch perspectief maatschappelijke kwesties werden behandeld. Recentere titels als de “Sferen-trilogie” (1998-2004), “Woede en tijd” (2006) en “Je moet je leven veranderen” (2009) waren internationale bestsellers.
Centraal in het filosofisch werk van Sloterdijk staat de vraag wie de mens eigenlijk is. Met “Wat gebeurde er in de twintigste eeuw?” sluit hij daarbij weer aan bij de thema’s van zijn beroemde trilogie “Sferen”: ecologie, globalisering, geschiedenis en economie.
Peter Sloterdijk heeft het over de ethica van ecologie. Hij laat zien dat de mens een gerichtheid naar buiten heeft: we willen steeds meer en steeds verder. Bedrijven moeten steeds maar groeien en de nieuwste ontdekkingen zijn steeds weer de overtreffende trap van de vorige. Tegelijkertijd hebben we een niet te ontkennen behoefte aan geborgenheid. Of het nu een veilige relatie, een huis of een sociale gemeenschap is: het is die geborgenheid die de motor is van veel van ons gedrag. De essays in “Wat gebeurde in de twintigste eeuw?” over onder meer globalisering, extremisme, moderniteit en het antropoceen laten zich situeren in dit spanningsveld.
Het boek verschijnt aan de vooravond van de Maand van de Filosofie met als thema ‘Verbeelding aan de macht’, vijftig jaar na het revolutionaire jaar 1968. “Wat gebeurde er in de twintigste eeuw” is te zien als een filosofische reflectie op dat tijdperk.
De vertaling bestaat uit een keuze van acht essays. Vertrekpunt is het Antropoceen, het tijdperk waarin het Aards klimaat en de atmosfeer de gevolgen ondervinden van menselijke activiteit. Sloterdijk schrijft “Toen de Nederlandse atmosfeerchemicus Paul J. Crutzen in het jaar 2000 de uitdrukking ‘antropoceen’ opperde, en daarmee een analoog concept van de Italiaanse geoloog Antonio Stoppani (1824-1891) uit 1873 opnam om het huidige tijdperk vanuit natuurhistorisch oogpunt te typeren, kon je er nog gevoeglijk van uitgaan dat de term deel zou blijven van een hermetisch vertoog, dat achter de gesloten deuren van instituten voor gasanalyse of geofysica wordt gesproken”. De term Antropoceen werd geïntroduceerd door de geoloog Alexei Pavlov en heeft aan bekendheid gewonnen dankzij de ecoloog Eugene F. Stoermer en de atmosferisch chemicus Paul Crutzen. Paul Josef Crutzen (°1933) is een Nederlandse meteoroloog die samen met Mario Molina en Frank Sherwood Rowland, in 1995, de Nobelprijs voor de Scheikunde kreeg voor hun verrichtingen op het gebied van de atmosfeerchemie, in het bijzonder het ozongat. Het Holoceen zou als gevolg van de door menselijk handelen ontstane veranderingen in de atmosfeer, lithosfeer, biosfeer, cryosfeer en oceanen, overgegaan zijn in het Antropoceen. Ecologen noemen in navolging van de Amerikaanse paleoklimatoloog, William Ruddiman, dit tijdperk het Vroeg Antropoceen.
Het boek is opgesplitst in twee delen. Na het situeren van antropoceen, de domesticatie van de mens naar de civilisatie van culturen, de beantwoording van de vraag of de mensheid in staat is zichzelf te temmen, het experiment ‘oceaan’, nautische globalisering en algemene ecologie, de synchroniseerde wereld, en filosofische aspecten van de globalisering, bespreekt Sloterdijk in het tweede deel, de kritiek van de extremistische rede, de permanente renaissance, de Italiaanse novelle en het nieuws van de moderniteit. Hij vervolgt dan met Odysseus de sofist, de geboorte van de filosofie uit de geest van de reisstress, de andere logos of de rede van de list, en de ideeëngeschiedenis van het indirecte. Literair tot poëtisch geschreven, hoogst interessant, vernieuwend en verruimend. Vertaald door Mark Wildschut. Warm, warm aanbevolen.
Peter Sloterdijk Wat gebeurde er in de twintigste eeuw? 236 bladz. Boom uitgevers Amsterdam ISBN 9789058755544