De opname van een Celloconcerto en bewerkingen van vijf andere composities van Schumann voor cello en piano, maken van deze uitgesproken cello cd, een opvallend originele bijdrage tot de Schumann discografie.
Schumanns liefde voor de cello, die zich ontwikkelde toen hij het instrument als jonge man leerde spelen, kwam het meest tot uiting in zijn Celloconcerto in la klein. Het is een werk gekenmerkt door frisheid van geest en zingende lyriek en is een rijk voorbeeld van de Romantiek van het midden van de 19e eeuw. Schumann componeerde zijn Celloconcerto in 1850 en beschreef het in zijn eigen lijst van composities, net als zijn Pianoconcerto eerder, als een “Conzertstück mit Begleitung des Orchesters”. Hij componeerde het tijdens de eerste periode van zijn aanstelling in Düsseldorf.
Het Celloconcerto werd tijdens het leven van Schumann nooit gespeeld. Het werd pas in april 1860, vier jaar na Schumanns overlijden, in Oldenburg (Noord-Nedersaksen) in première gespeeld, door de Tsjechische cellist Ludwig Ebert als solist, en de Großherzolighen Hofkapelle Oldenburg o.l.v. Konzertmeister Karl Franzen. Ebert was overigens de eerste cellist van het Oldenburg Orkest. Schumann maakte van het Concerto, voor de violist Joseph Joachim, ook een versie voor viool en orkest. In overeenstemming met veel van zijn andere werken, maakte hij in het concerto gebruik van zowel volledig gerealiseerd als fragmentarisch, thematisch materiaal, dat geïntroduceerd werd in de eerste beweging en dat vervolgens later in het concerto, opnieuw werd geciteerd en ontwikkeld. Schumanns gebruik van dezelfde thema’s maar in verschillende contexten en stemmingen in de drie bewegingen, verleende het concerto thematische eenheid en een sterk gevoel voor karakterontwikkeling en emotie, vanaf de openingsmaten, aarzelend tussen diep meditatief en geagiteerd, tot de briljante, bevestigende conclusie.
De eerste beweging van het concerto, “Nicht zu schnell”, begint met een korte orkestintroductie, gevolgd door de voorstelling van het hoofdthema door de solist, die op zijn beurt wordt gevolgd door een korte tutti dat leidt naar een nieuwe, lyrische melodie. De tweede beweging, “Langsam”, is een zeer korte lyrische beweging waarbij de solist af en toe dubbelgrepen speelt. Het bevat ook een dalende kwint, een gebaar dat doorheen het hele concerto, staat voor eerbetoon aan Clara. Ook heeft de solist een duet met de eerste cellist van het orkest, een ongewone textuur, die geïnterpreteerd kan worden als een gesprek tussen Clara en de componist. De derde beweging, “Sehr lebhaft”, is een licht rondo. Aan het einde van de beweging is er een onbegeleide cadens, nog ongekend in Schumanns tijd. Deze cadens leidt naar de finale coda, waarin Schumann moduleerde naar A-majeur. In de afgelopen jaren hebben sommige cellisten ervoor gekozen om hun eigen onbegeleide cadensen op te nemen. Schumann verafschuwde applaus tussen de bewegingen. Als gevolg hiervan zijn er geen pauzes tussen de bewegingen Schumanns vaardigheid in het omgaan met de twee overgangen tussen de drie bewegingen, behoren trouwens tot de opvallendste kenmerken van het concerto.
Op de cd staan verder nog vijf composities van Schumann, alle in een arrangement voor cello en piano, van cellist Gabriel Schwabe uitgevoerd met de pianist Nicholas Rimmer, het “Adagio en Allegro”, op. 70, de “Fantasiestücke”, op. 73, 3 “ Romanzen”, op. 94, de 5 “Stücke im Volkston” op. 102 en het Intermezzo uit de “F.A.E Sonate”. “Frei aber einsam” (F.A.E.) was het motto van de violist Joseph Joachim, voor wie de “F.A.E. Sonate” was bedoeld. De “F-A-E Sonate” voor viool en piano, was het gezamenlijk werk van drie componisten, Schumann, de jonge Brahms en Schumanns leerling, Albert Dietrich (foto). Dietrich was van 1861 tot 1890, muzikaal leider aan het hof van Oldenburg. De Sonate werd gecomponeerd in Düsseldorf in oktober 1853.
Dietrich componeerde de eerste beweging, Allegro in sonatevorm, Schumann volgde met een hier opgenomen, kort Intermezzo, “Bewegt, doch nicht zu schnell”, het Scherzo Allegro was van Brahms en Schumann componeerde ook de finale, “Markiertes, ziemlich lebhaftes Tempo”. Hij voorzag de compositie van het opschrift “In Erwartung der Ankunft des verehrten und geliebten Freundes Josph Joachim schrieben diese Sonate R.S., J.B., A.D. De letters F.A.en E. correspondeerden met de noten fa, la en mi, de omkering E.A.F., correspondeerde met de noten mi, la en fa. De “Royal Northern Sinfonia” is een Engels Kamerorkest, opgericht in 1958, in Newcastle upon Tyne, met als huidige thuishaven, Gateshead in North East England. Een heel mooie en voor de Schumann discografie, heel belangrijke cd. Een aanrader.
Schumann Cello Concerto Works for Cello and Piano Gabriel Schwabe Nicholas Rimmer Royal Northern Sinfonia Lars Vogt cd Naxos 8.573786