“1700” is de logische en chronologische voortzetting van “1600”, de vorige opname van Concerto Italiano en Rinaldo Alessandrini. De nieuwe cd brengt nu orkestwerken samen van acht Italiaanse componisten, waarvan sommige, zoals Vivaldi en Caldara, bekend zijn, maar anderen zoals Gaetano Pugnani en Michele Mascitti, helemaal niet. Een ontdekking, dus.
In navolging van de opmerkelijke cd “1600”, uitgebracht in 2012, is de cd “1700”, een levendig eerbetoon aan de Italiaanse barok, waarbij Rinaldo Alessandrini acht van de opmerkelijkste, Italiaanse componisten uit de eerste helft van de 18de eeuw samen bracht, Locatelli, Mascitti, Vivaldi, Caldara, Durante, Geminiani, Galuppi en Pugnani.
Gedurende de 18de eeuw was het lot van veel Italiaanse componisten om te emigreren. Deze componisten kwamen dan in dienst van prestigieuze, buitenlandse hoven. Ze ontwikkelden elk de ‘Italiaanse stijl’, gebaseerd op hun eigen smaak of die van het land waar ze hun toevlucht hadden gezocht. In het bijzonder exporteerden de Italianen hun melodische elegantie en een bepaald soort van individualisme, geërfd van de Italiaanse opera en van de Italiaanse, instrumentale virtuozen. Elke componist creëerde zijn eigen stijl of klankidioom, die Alessandrini nu met zijn gepassioneerde maar tevens opvallend intelligente en verfijnde interpretatie, in een nieuw perspectief plaatst.
De Italianen verhuisden naar verschillende Europese landen op zoek naar een beter bestaan. Soms was dit definitief, zoals in het geval van Michele Mascitti, die in Parijs bleef tot zijn overlijden in 1760, of tijdelijk, zoals in het geval van Baldassarre Galuppi, die Venetië twee keer verliet, om Londen en het hof van Catherine de Grote in Petersburg te bezoeken. Ook was de verhuizing niet altijd synoniem voor succes. Dit was bv. het geval met Antonio Vivaldi. Hij trok naar Wenen om er zijn fortuin te zoeken, maar overleed er in armoede. Daarentegen was Pietro Locatelli in Amsterdam, heel succesvol als componist en als vioolvirtuoos.
De componisten waren onder invloed van verschillende muziektradities. Daarom is de cd “1700” een gevarieerde en heterogene opname geworden. Ze combineert zeldzame barokke werken en weerspiegelt bv. de Franse stijl die Mascitti in Parijs ontdekte, en laat de Sinfonia-funebre van Locatelli ontdekken, een symfonie die Locatelli componeerde als herinnering aan zijn overleden vrouw.
De violist en componist Michele Mascitti (foto), kreeg les van Pietro Marchitelli, violist in het Koninklijk Hoforkest van Napels en het “Teatro San Bartolomeo”. Vermoedelijk kreeg hij ook les van Corelli. Mascitti speelde enige tijd in het Koninklijk Orkest in Napels, en reisde nadien door Italië en later door heel Europa. Hij verbleef in Duitsland en later ook in Nederland. In 1704 vestigde hij zich definitief in Parijs, en verfranste zijn naam tot Michel Mascitti. In 1739 werd hij Frans staatsburger. Mascitti stond onder de bescherming van kardinaal Ottoboni, een neef van paus Alexander VIII, van de hertog van Orléans (de zoon van Monsieur, Hertog van Orléans, de broer van Lodewijk XIV),en van de hertog van Beieren. Hij speelde in Versailles en in Parijs publiceerde hij Sonaten. Tijdens zijn leven genoot hij in de muziekwereld evenveel bekendheid als bv. Albinoni of Corelli.
Gaetano Pugnani ( foto), geboren in Turijn, werd rond 1748 violist aan het Teatro Regio in Turijn en vanaf 1750 was hij de eerste violist van het Turijns hof orkest. Vier jaar later ging Pugnani regelmatig op concertreis en speelde o.a. op de Concerts spirituels in Parijs, Nederland, Duitsland en Londen. Hij was een vioolvirtuoos en een heel verdienstelijk componist van o.a. vioolconcerti, symfonieën en opera’s. Van 1767 tot 1770 was Pugnani dirigent van het King’s Theatre in Londen. Hij keerde terug naar Turijn en werd in 1770 concertmeester en dirigent van het hoftheater. Zes jaar later werd hij daar muziekintendant en kamercomponist. Vanaf 1770 ging Pugnani ook vioolles geven. Zijn bekendste leerling was Giovanni Battista Viotti, met wie hij van 1780 tot 1782 opnieuw een lange concertreis maakte, die hem naar Zwitserland, Dresden, Warschau en zelfs Rusland bracht. Een ontdekking!
Zoals in het geval van de opname van de “Vespri solenni per la festa di San Marco” en van de opname “1600”, geven Rinaldo Alessandrini en het Concerto Italiano hier een meer dan geslaagde uitvoering van deze zeldzame, laat-barokmuziek. Hun spel is levendig en heel expressief. We horen bv. een bijna brutaal begin van Mascitti’s Concerto, een gespannen sfeer in de openingsmaten van de “Sonata a Quattro” van Francesco Geminiani, en warme en intense genegenheid in Durante’s “Concerto a quattro”. Subliem!
Melancholische composities onthullen altijd gevoeligheid en zelfbeheersing. In dit opzicht zijn er geen beter voorbeelden te geven dan de sombere Sinfonia van Locatelli, terecht bestempeld als Lamento, en Caldara’s treurige Sinfonia “La morte di Abel”. Vivaldi’s Concerto is daarentegen energiek en weelderig, zelfs hectisch in het openingsallegro, gevolgd door een doordacht Grave en uiteindelijk weer levendig in het finale allegro. Schitterend!
Op de cd staan Mascitti: Concerto a 6 in e, Op. 7, No. 2, Caldara: Sinfonia No. 3 ‘La morte d’Abel’, Vivaldi: Concerto a quattro, Op. 12 No. 3, RV 124, Durante, F: Concerto No. 2 in g, Geminiani, Concerto grosso Op. 3 No. 3 in e, Locatelli: Sinfonia Funebre composta per l’esquie della sua Donna, Galuppi: Concerto a quattro in g, en het Adagio voor Strijkers in Bes van Pugnani. Niet te missen!
1700 Concerto Italiano Rinaldo Alessandrini cd Naïve OP30568