Bijzonder verfijnde cantaten op de cd “Vater unser” door Paulin Bündgen en het ensemble Clematis, op het label Ricercar.

Het Ensemble Clematis stelt zich tot doel de miskende werken van de 17de eeuw opnieuw tot leven te wekken. Het legt zich zowel toe op het breed Italiaans repertoire als op de Duitse of Franse muziek, maar toont ook belangstelling voor de vergeten werken van de componisten uit de Lage Landen. Clematis werd in 2001 opgericht door de violiste Stéphanie de Failly, die barokviool studeerde bij Sigiswald Kuijken. Het ensemble heeft een wisselende bezetting en brengt per project een aantal uitstekende musici rond Stéphanie de Failly samen, die allen ook meespelen in de beste barokensembles van het ogenblik. Het ensemble, dat streeft naar historische authenticiteit, werkt samen met musicologen om originele programma’s uit te werken. En, dat is er aan te horen!

De bezetting van Clematis (foto) is wisselend naargelang het project : Stéphanie de Failly (barokviool), Tami Troman (barokviool), Andrea De Carlo (viola da gamba), Aline Hopchet (blokfluit), Simen Van Mechelen (trombone), Leonardo Garcia Alarcon (clavecimbel, orgel), Wim Maeseele (luit) en Céline Scheen (sopraan). Gastleden zijn Stephan Van Dyck, Dirk Snellings, Betsabée Haas, Liam Fennelly, Eriko Semba, Benoît Vanden Bemden, Jan Van Outryve, Hannelore Devaere, Arnaud Pumir, David Van Bouwel.

Onder de titel van een geïnstrumenteerde versie van Georg Böhms beroemd koraal “Vater Unser im Himmelreich” (Track 5), werden spirituele concerten en Lutherse cantaten verzameld voor alt, hier gezongen door de schitterende, Franse contratenor Paulin Bündgen (°1977) (foto). In deze composities was de concerterende rol van instrumenten bijzonder belangrijk. Ze droegen bij tot het diep expressief karakter van deze composities met Italiaanse invloeden. De instrumentale stukken waren nauw verbonden met religieuze muziek en waren meestal gebouwd rond koraalmelodieën. De composities op de cd dateren hoofdzakelijk uit de 17de eeuw.

Tegen het einde van de 16de eeuw, mede door de succesvolle handel van Hanzesteden zoals Hamburg, Bremen en Lübeck, maar ook door een aantal reizen, bv. de twee Venetiaanse verblijven van Schütz, of de ballingschap van anderen, in de eerste plaats naar Italië, verspreidde zich stilaan in Duitsland, een eigen muzikale taal onder de Lutherse Reformatie, beïnvloed door de nieuwe Italiaanse stijl. De stilistische fusie was vooral merkbaar bij twee leerlingen van Schütz, vertegenwoordigd op deze cd, David Pohle en Johann Theile. Pohle was verbonden aan het Hof in Holstein-Gottorp in Schleswig, Sachsen-Merseburg en Sachsen-Weißenfels, Theile was Hofkapellmeister van Christian Albrecht von Schleswig-Holstein-Gottorf,  Kapellmeister in Wolfenbüttel, en musikalischer Berater van Hertog von Zeitz, Moritz Wilhelm in Sachsen-Zeitz.

Op de cd staan Johann Rudolf Ahle: “Cum Maria diluculo”, anon.: Sonata a 6, Johann Christoph Bach: “Ach, daß ich Wassers genug hätte”, Johann Michael Bach: “Auf, laßt uns den Herren loben”, Georg Böhm: “Vater unser im Himmelreich”, WK ii, 132, Johannes Eccard: “Vater unser im Himmelreich” Johann Fischer: Choral ‘Herzlich tut mich verlangen’ Johann Wolfgang Franck: “Weil Jesu, ich in meinem Sinn” David Pohle: “Herr, wenn ich nur dich habe”, Hermann Schein: “Sinfonia Vater unser”, Heinrich Schwemmer: “Grabgesang”, Johann Theile: “Was betrubst du dich meine Seele”, Franz Tunder: “Salve mi Jesu” en “Sinfonia da padem Domine a 7”.

“Herr wenn ich nur dich habe” was één van de stappen richting de ontwikkeling van de cantate met discrete virtuositeit in de aria gedeelten en een finaal Amen , waarin de strijkers het orgel nabootsen. “Was betrübst du dich meine Seele” droeg de kenmerken van de stijl van een operacomponist door de snelle opeenvolging van emoties in een vorm waarvan de beknoptheid was gericht op grotere dramatische efficiëntie, maar zonder overdaad. Italianiserend was ook het gebruik van de vioolsolo in “Auf, Lasst uns das Herren loben” van Johann Michael Bach en de mooie bloemrijke, haast Venetiaanse schriftuur, zowel voor de zang als voor de instrumenten, in “Cum Maria diluculo” van Johann Rudolph Ahle.

“Weil Jesu in meinen Sinn”, is een prachtige cantate van de voorloper van Händel in Londen, Johann Wolfgang Franck, een operacomponist die duidelijk in de eerste plaats componeerde voor theaters, o.a. geistliche Sing-Spiele voor de Oper am Gänsemarkt in Hamburg, in plaats van voor kerken. De cantate zette de toon van een bijna pijnlijke meditatie, afgewisseld met hoop, als perfecte balans tussen expressiviteit en theatraliteit. Eenzelfde mix van stijlen hoort u in de instrumentale stukken van Samuel Eccard en Johann Hermann Schein (foto), als spiegelbeeld van de gezongen stukken. De ingetogen en ontroerende elegie “Grabgesang” van Heinrich Schwemmer, werd zorgvuldig uitgekozen om de cd te besluiten. Geniet op deze cd van de prachtige stemmen en de waardige klank van de instrumenten. Een optimale weergave van de Lutherse sfeer van toen. Warm aanbevolen.

Vater unser German sacred cantatas Paulin Bündgen Ensemble Clematis Stephanie De Failly cd Ricercar RIC389

https://www.stretto.be/2019/10/03/heerlijk-mooie-natale-monferrato-salve-regina-door-paulin-bundgen-en-het-ensemble-celadon-op-het-label-ricercar/

https://www.stretto.be/2019/09/22/quattro-violini-a-venezia-door-ensemble-clematis-op-het-label-ricercar-een-ontdekking/