Paul Van Nevel, de artistiek directeur van het Huelgas Ensemble is bekend voor zijn interdisciplinaire benadering van de originele bronnen van de polyfonie, rekening houdend met de tijdsgeest (literatuur, oude uitspraak, temperament en tempo). De zoektocht van Paul Van Nevel naar de leefwereld van de polyfonisten is nu een adembenemend mooi boek geworden. En dit mede door de prachtige foto’s van Luk Van Eeckhout en de bijbehorende cd. Niet te missen!
Josquin Desprez, Guillaume Dufay, Orlandus Lassus, enz. Het zijn maar enkelen van de wereldberoemde Polyfonisten of ‘Franco-Flamands’ die tussen 1400-1600, een onuitwisbare stempel hebben gedrukt op de evolutie van de meerstemmige muziek in Europa. Met zijn Huelgas Ensemble brengt Paul Van Nevel sinds tientallen jaren over de hele wereld hun muziek. Gaandeweg werd hij steeds meer gefascineerd door de vaststelling dat al deze componisten en zangers uit één en hetzelfde gebied kwamen (het zuiden van Vlaanderen, Henegouwen en Noord-Frankrijk). Dit boek probeert een antwoord te geven op de vraag welke invloed de landschappelijke omgeving en het culturele decor hebben gehad op de persoonlijke en muzikale evolutie van die polyfonisten, en hoe uiteindelijk het landschap met zijn melancholie en zijn ritme bepalend is geweest voor de esthetiek van hun muziek.
Paul Van Nevel begon in de jaren tachtig met het opzoeken, transcriberen en uitvoeren van meerstemmige muziek. “Langzamerhand”, schrijft hij, “viel mij echter op dat deze componisten, die tot het einde van de 16de eeuw hun stempel zouden drukken op meerstemmige muziek, geboren waren en hun kindertijd en jeugd doorbrachten in hetzelfde gebied. Ruwweg zou je het kunnen situeren in de vierhoek Brugge – Mons – Saint-Quentin – Boulogne-sur-Mer, of wat meer afgebakend in Artesië, Picardië en West-Vlaanderen en Henegouwen. Deze componisten worden vandaag Franco-Flamands genoemd, een internationaal aangenomen term, los van taal, periode en streek”.
Na een “ode aan de schoonheid” door Bart Demuyt, heeft Paul Van Nevel het in Deel 1 over de polyfonisten en hun leefwereld. Daarin beschrijft hij beknopt de politiek en culturele context en de stijlkenmerken van de Franco-Flamands. In Deel 2, “Het landschap van de polyfonisten” beschrijft hij melancholie in de landschappen, het Scheldebekken, de valleien van de Lys en de Skarpe, de vallei van de Aa, het Boonse, de Canche en de Authie. Dee 3 is het overzicht van de Franco-Flamands, gevolgd door de Franco-Vlaamse geografische namen en hun historisch Nederlands of Frans equivalent en de biografie van niet-muzikale werken
“In dit boek” schrijft Van Nevel, “richt ik mij hoofdzakelijk op deze Franco-Flamands en het gebied waarin zij geboren werden en opgegroeid zijn. De Vlaamse polyfonisten uit de regio Gent, en de polyfonisten uit het hertogdom Brabant en het prinsdom Luik vallen buiten het bestek van dit boek. Ze komen slechts occasioneel aan bod”.
“Met de ‘Filosofie van het landschap’ in gedachten”, gaat hij verder, “ging ik zelf op zoek, eerder uit een nieuwsgierige en romantische reflex dan in de hoop een antwoord op mijn vragen te krijgen. Vanaf 1985 doorkruiste ik kriskras Artesië, Picardië, Henegouwen en West-Vlaanderen. Ik ging zelfs een tijdje in de streek wonen. Ik bezocht zowat alle steden, dorpen, abdijen, vlaktes, slagvelden, kerkhoven en valleien, van het Boonse tot Solre-le-Chateau en van Teerenburg tot Saint-Quentin”.
“Iets wat zeer kenmerkend is voor het landschap van de Franco-Flamands”, zo lezen we, “zijn de rivieren en beken. In de 19de en 20ste eeuw mogen ze dan wel (deels) gekanaliseerd zijn, hun oorspronkelijke loop vormde de valleien, heuvelruggen en vlaktes. Langs deze waterwegen liggen ook de belangrijke kapittel- en kathedraalscholen. Kamerijk, Condé-sur-l’Escaut en Doornik danken hun bestaan aan de Schelde, en de bevaarbaarheid van de rivieren was een voorwaarde voor de enorme expansie van de textielnijverheid”.
“Op het platteland, op de plekken waar de mens niet of nauwelijks heeft ingegrepen”, schrijft Van Nevel, “merkte ik onmiddellijk de kwetsbare eerlijkheid die de landschappen uitstralen. Het wazige, herfstachtige fumé waarin de valleitjes zijn gehuld, versterkt nog de onzichtbare karaktertrek van rust, langzaamheid en stilte, als was het een vredig vacuüm. Ik merk dat het langzaam voortschrijdende ‘Requiem’ van Richafort hier het perfecte decor zou zijn.
Zijn ervaringen bundelde hij in dit boek. “Het is een poging”, schrijft hij, “om te verklaren waarom de stijl van de Europese polyfone muziek van de 15de en de 16de eeuw zijn voedingsbodem heeft gehad in een relatief klein gebied. Inderdaad, de meer dan vijfhonderd protagonisten (zangers, componisten, organisten) die hun onuitwisbare stempel hebben gedrukt op de meerstemmige muziek, komen uit streken die nu tot Zuid- en Zuidoost-België en Noord-Frankrijk behoren en grosso modo samenvallen met Henegouwen, de zuidelijke gebieden van Oost- en West-Vlaanderen in België en aan Franse kant Pas- de-Calais (La Flandre, Artois en Noord-Picardië) en Le Hainaut”.
In een boek waarin het landschap een hoofdrol speelt, is het vanzelfsprekend dat de fotografie een belangrijke plaats inneemt. Zij nodigen de kijker uit om binnen te dringen in een leefwereld waar niet alleen het zichtbare van belang was, maar waar het landschap een intense esthetische ervaring evoceerde. “Het was voor fotograaf Luk Van Eeckhout en mezelf belangrijk om het karakter te tonen van het landschap dat de Franco-Flamand onderging”, schrijft Van Nevel.
“Om een beeld te krijgen van het landschap van de polyfonisten”, lezen we verder, “zijn er de zogenaamde ‘Albums de Croÿ’, die ontzaglijk veel visuele informatie bevatten over dorpen, landschappen, gehuchten, steden, valleien, rivieren, kerken, abdijen, vergezichten en kathedralen in de thuisstreek van de Franco-Flamands. De ‘Album de Croÿ’ zijn een spectaculaire verzameling van 2500 gouaches die gemaakt werden tussen 1590 en 1611 in opdracht van Charles III de Croÿ (1560-1612). De adellijke familie de Croÿ was wellicht een van de rijkste en machtigste families van de Lage Landen en Noord-Frankrijk. Clemens non Papa was een tijdlang kapelmeester van de vader van Charles III. Charles zelf was een verwoed verzamelaar van kunststukken, die hij minutieus beheerde en archiveerde in het kasteel van Beaumont. Charles gaf in 1590 de opdracht om al die eigendommen en heerlijkheden in beeld te brengen in de vorm van zeer gedetailleerde gouaches in kleur. Het project zou meer dan twintig jaar in beslag nemen en werd hoofdzakelijk gerealiseerd door een schilder uit Valencijn, Adrien de Montigny, die Henegouwen, Artesië en delen van Vlaanderen schilderachtig en minutieus afbeeldde.
Een andere bron is Lodovico Guicciardini (1521-1589). Hij was een Italiaans koopman, humanist en geschiedschrijver die zich in 1541 in Antwerpen vestigde. Hij schreef in 1567 met ‘Descrittione di tutti i Paesi Bassi, altrimenti detti Germania inferiore’ een monumentaal en zeer gedocumenteerd werk over de geschiedenis, geografie, economie, zeden, gewoonten en kunst van de hier besproken gebieden. Guicciardini ging in zijn werk uitvoerig in op de beroemdheid – toen al – van de Franco-Flamands.
Naast de genoemde inhoud, bevat het boek ook een lijst van wel 230 zangers, componisten, organisten, kroniekschrijvers en muziekuitgevers. In de eerste kolom staan alfabetisch de namen. In de tweede kolom staan de gegevens over de geboorteplaats en – datum. In vele gevallen is een precieze geboorteplaats niet bekend, maar kon aan de hand van gegevens over zijn opleiding(kapittelschool, kathedraal) meestal afgeleid worden uit welke regio (landschappelijk gebied) de polyfonist afkomstig was. In de derde kolom staan de gegevens in verband met het overlijden van de musicus. In de vierde kolom ten slotte staan de belangrijkste steden, hofkapellen, kapittelscholen, kathedralen, aristocratische families en religieuze milieus waar de musicus of kroniekschrijver heeft gewerkt en welke functie hij er vervulde.
“Vijfenveertig Franco-Flamands”, schrijft Van Nevel, “stierven met zekerheid in Italië, waarvan alleen al veertien in Rome. Veertien polyfonisten beëindigden hun carrière in Madrid, waar ze dikwijls al als knaap naartoe waren getrokken en in een vroeg emotioneel stadium losgeweekt van hun vertrouwde omgeving. Maar of het nu in Boeda, Helsingor, Valladolid, Altenburg, Linz, Monopoli, Orvieto, Straubing of Napels was waar de Franco-Flamands zijn overleden, overal hebben zij onbewust de indrukken die ze als kind van hun heimat hadden opgedaan, verwerkt in hun polyfone muziekstijl en hun composities”. Op de bijbehorende cd staan motetten en chansons van Clemens non Papa, Dufay, Josquin Desprez en Ockegem, en het Sanctus en Agnus Dei uit een Mis van Robert de Févin. Zonder twijfel het origineelste, interessantste en door de prachtige foto’s, vooral mooiste boek ooit geschreven over dit onderwerp. Mag u voor geen geld ter wereld missen!
Paul Van Nevel Het landschap van de polyfonisten De wereld van de Franco-Flamands fotografie Luk Van Eeckhout 288 bladz. uitg. Lannoo ISBN 9789401453998