Omstreeks 1880 ontstond in Buenos Aires de tango uit een rijke smeltkroes van onder meer Italiaanse, Spaanse en Afro-Argentijnse muziekculturen. Wanneer een paar decennia later ook een omvangrijke joodse diaspora in deze multiculturele wereldstad neerstreek, was dat het begin van een rijke geschiedenis van wederzijdse beïnvloeding tussen de energieke tango en de melancholische klezmer muziek. Het Astor Klemzer Trio brengt op hun cd het beste van die twee werelden.
De naam “Astor” in de naam van het Trio is als hulde aan Astor Piazzolla, de grote componist en exponent van tango-nuevo, de evolutionaire triomf van de Argentijnse tango. Astor Piazzolla droeg zijn beroemde compositie “Histoire du tango” trouwens op aan Marc Grauwels, de Belgische fluitist van het Astor Klezmer Trio.
“Klezmer”, omdat de geschiedenis van klezmer muziek nauw verweven is met de Argentijnse tango. Aan het einde van de 19de eeuw bloeide Klezmer naast de tango in Argentinië. In de arme wijken van Buenos Aires werd Klezmer net zo vaak gespeeld als tango. Deze twee stijlen bestonden niet alleen naast elkaar, ze verrijkten ook elkaar en ze maakten dezelfde reis. Het Astor KlezmerTrio heeft zijn horizon verruimd om vele muziekstijlen en tradities van Oost-Europa te omarmen. Op deze cd staan naast klezmer, Jiddische tango’s en tango’s van Astor Piazzolla, heerlijke melodieën uit Rusland, Polen, Oekraïne, Bulgarije en Roemenië.
Geboren in België, begon Joëlle Strauss viool te studeren op 4-jarige leeftijd. Ze vervolledigde haar studie met zang en piano tot op het hoogste conservatoriumniveau. Na haar diploma’s behaald te hebben op Koninklijke Conservatoria in België, ging haar belangstelling uit naar andere stijlen, zigeuner-, klezmer-, jazz-, en Oriëntaalse muziek. Allemaal schitterende muziek, die ze bij de grootste meesters ontdekte.
Ze speelde samen met de beroemde, Hongaarse zigeuner violist Roby Lakatos (foto), met Alicia Svigals, de niet minder bekende violiste van de New Yorkse “Klezmatics” band, met Johan Renard, jazzprofessor aan het Didier Lockwood Music Center in Parijs, met de jazz bassist en professor aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel, Jean-Louis Rassinfosse, en met Mohamed al Mokhlis, de illustere Oriëntaalse violist, bekend van het “Orchestre Al Mokhlis”.
Door haar veelzijdige afkomst, reizen, ontmoetingen, haar multiculturele ervaringen en haar innemende persoonlijkheid, bracht haar levensweg haar ertoe een unieke speelstijl te ontwikkelen, zeer specifiek en zeer herkenbaar, gevoelig en tegelijkertijd heel virtuoos.
Joëlle is permanent lid van de “Brussels Virtuosi”; ze treedt in Trio verband op met Christophe Delporte, accordeon en Marc Grauwels, (haar echtgenoot), dwarsfluit, alsook in duo met deze laatste, maar ook in andere formaties en met artiesten van diverse pluimage, toneelacteurs, muzikanten, dansers, rappers, zangers en perfomers. Haar veelzijdigheid en haar nieuwsgierigheid leidden haar zelfs naar de film.
Marc Grauwels (foto) (°1954) uit Oostende aan de Belgische kust, studeerde in Antwerpen, werd fluitist in het orkest van de Vlaamse Opera, en solo-fluitist van het opera orkest van De Munt in Brussel. In 1978 verhuisde hij naar het Belgisch Radio en Televisie Orkest. Vanaf 1987 werd hij solist en vanaf dat moment nam hij tal van schitterende cd’s op voor de meest gerenommeerde labels.
http://www.marcgrauwels.be/index_ned.html
De schitterende, artistieke carrière van Christophe Delporte begon zonder twijfel in 1989, wanneer hij deelnam aan de “Jeunes Solistes” -wedstrijd van de RTBF. Daar won hij niet alleen met de absolute meerderheid de tweede prijs, maar vooral de kijkersprijs. Met een uitstekende techniek en een uiterst rijke poëtische stijl, leidt Christophe het grote publiek door een repertoire dat maar weinig mensen zich op de accordeon kunnen voorstellen, maar dat toch tot de “klassieke muziek” behoort, zoals het magnifiek Concerto n ° 1 voor accordeon/bayan en orkest uit 1951 van de Oekraïense componist, Nicolaï Chaikin (1915 – 2000) (foto), dat hij met het Symfonie Orkest van de RTBF speelde tijdens de finale van de wedstrijd.
Een jaar later vertegenwoordigde Christophe Delporte, België in Wenen tijdens de vijfde “Young Musician Contest” van Eurovisie. Hij speelde daar met het Symfonie Orkest van de Oostenrijkse Radio in de mythische, gouden “Musikverein” zaal, uitgezonden door wel 23 tv-zenders. Sinds 2004, nadat hij het “Astoria Ensemble” oprichtte, heeft Christophe Delporte zich gespecialiseerd in de interpretatie van de muziek van Astor Piazzolla. Als de permanente accordeonist van het Ensemble “Christophores”, werkte hij mee aan de creatie van o.a. Kilda (het vogeleiland), Les aveugles (Daan Janssens), Egan (Ramon Lazkano) en het Requiem van Pierre Bartholomée. Christophe Delporte wordt regelmatig uitgenodigd door het Nationaal Orkest van België om de muziek van Astor Piazzolla uit te voeren. Als onderdeel van het ARS MUSICA Festival, speelde hij ook de creatie van het “Concerto voor accordeon en orkest van Jean-Marie Rens, de directeur van de Academie van Sint-Gillis, professor analyse aan het Koninklijk Conservatorium van Luik en het CeFeDem (Centres de formation des enseignants de la danse et de la musique) in Parijs, en docent aan de Universiteit van Luik. Christophe Delporte is momenteel accordeonleraar aan het Institut Supérieur de Musique et de Pédagogie de Namur (I.M.E.P.) en speelt op een buitengewone Bugari-Armando accordeon uit Castelfidardo.
Dank zij haar beheersing van viool en zang, verdedigt Joëlle met vuur, maar ook met charme, een cultuur waarin ze weliswaar gedeeltelijk haar wortels terugvindt, maar waarmee ze vooral naar buiten wenst te treden om het te laten erkennen als muzikaal erfgoed. Ze speelde reeds reeds in gans Europa, Scandinavië, het Midden-Oosten, Afrika, Azië en in de beide Amerika’s.
De talentvolle Joëlle Strauss werd in 2013 genomineerd voor de “Jean Pierre-Bloch prijs” van de Franse LICRA ( Ligue Internationale Contre le Racisme et l’Antisémitisme ) die artiesten en hun werk beloont voor hun bijdrage tot de rechten van de Mens. Joëlle Strauss speelt op een uitzonderlijke viool van de bekende Franse vioolbouwer Jean-Baptiste Vuillaume.
Op de cd staan composities en arrangementen van G. Bregovic, H. Yablokov, F. Doppler, A. Lebedev, W. Popp, A. Piazzolla, A. Olshanetsky, en traditionele Klezmer muziek. De uitvoerders zijn Joëlle Strauss, zang en viool, Marc Grauwels, dwarsfluit en Christophe Delporte, accordeon.
Haar passie voor de zigeuner- en het klezmer genres bracht haar in 2003 ertoe de Brusselse groep voor Joodse muziek “KRUPNIK”, te vervoegen. Daarmee nam Joëlle de draad van zang en van vreemde talen weer op. De muziek van de taal heeft haar trouwens al altijd aangetrokken. Aan het Spaans, Frans, en Engels uit haar jeugd; voegde ze Russisch, Hebreeuws en het Ladino (de Judeo-Spaanse taal) toe. En samen met Sonia Pinkusowitz, verkent ze alle subtiliteiten van het “Yiddish”.
‘Krupnik’ is een klezmer orkest, maar wat betekent dat? Yankl meent dat de term ‘klezmer’ wijst op de traditionele joodse muziek van Centraal Europa. Moïshe is ervan overtuigd dat het woord slaat op een muzikant die gespecialiseerd is in joodse muziek, Asjkenazisch, Sefardisch en Jemenitisch, zowel profaan als religieus.
Berl denkt dan weer dat een ‘echte’ klezmer, een muzikant is die ten dienste staat van zijn gemeente, op privé feesten, vieringen van de gemeenschap, begeleiding van een zanger, van een Khazan, een toneelstuk, een groep folkloristische dansers of het begeleiden van een kinderkoor.
“Krupnik” is een integraal onderdeel van het joods leven in België. Al vele jaren is Krupnik dé klezmer band die de meeste bruiloften, bar mitswa feesten en feestelijke evenementen van de Joodse gemeenschap in België heeft begeleid. Met klarinet, viool, zang, bas, piano of accordeon, gaan ze op zoek naar de verschillende invloeden die de Joodse muziek door de eeuwen heen hebben gevormd. Het repertoire bestaat uit verschillende muzikale culturen, Ashkenazi, Spaans-Joods en Israëlisch, of ze nu seculier waren (volksliederen, volksdansen, Jiddisch operettes en musicals of klezmer melodieën) of religieus (chassidische melodieën, liturgische gezangen, e.a.). En net als in de soep uit Polen waaraan de groep zijn naam ontleent, zijn ook de ingrediënten van het repertoire zeer verschillend en voedzaam, en zijn ze bereid op een levendige en authentieke manier. Op hun concerten, neemt het Kwartet het publiek mee op een intense, emotionele reis, met een mix van vreugde, verdriet, uitbundigheid, nostalgie en humor. De instrumenten vullen elkaar aan, wisselen elkaar af, gaan in dialoog, en blijven dan stil om plaats te maken voor de actieve participatie van het publiek.
“Een keukenrecept verandert met de tijd en dat is niet anders met culturen en tradities”, lezen we op de site van Joëlle Strauss. “Ook al behoudt de Joodse muziek haar eigenheid, toch heeft ze zich altijd kunnen aanpassen aan de stromingen van de tijd. ‘Krupnik’ zal bij momenten een uitgesproken moderne smaak hebben maar de verfijnde bijsmaak is die van de roerselen van de Joodse ziel, ontzaglijk lijden, diepe tederheid, onverwoestbare levensvreugde, zijn niet aflatende vragen, zijn diepgewortelde heimwee maar bovenal zijn eeuwig elan van openheid naar andere culturen toe”.
De cd’s zijn bedoeld om de Jiddische muziek in al zijn diversiteit te vieren. Door zang- en vioolspel, en met de steun van geweldige muzikanten, wordt de schoonheid en rijkdom van de Jiddische cultuur gedeeld. In 1930 spraken meer dan 13 miljoen mensen Jiddisch over de hele wereld! Dertien miljoen mensen, die een prachtige cultuur hebben gecreëerd van Warschau tot Buenos Aires en New York. Oost-Europa was de bakermat van Klezmer muziek en Joodse zang. Buenos-Aires, met zijn drie dagbladen in het Jiddisch en vijf Jiddische theaters, was de geboorteplaats van de Jiddische tango. Second Avenue in New York was vol met Jiddische theaterzalen. Deze cd presenteert een reis door de vooroorlogse Jiddische wereld met zijn vreugden en pijnen, en biedt een scala aan muziek, waaronder klassiek, jazz, klezmer en tango’s. Voor deze opname zijn enkele virtuozen meegegaan, fluitist Marc Grauwels, pianist Jean-Philippe Collard-Neven, het Alfama Quartet, de violiste Elsa de Lacerda, en het “Astor Klezmer Trio” met Marc Grauwels en de accordeonist Christophe Delporte. Dit zijn heel bijzondere cd’s. Het zijn cd’s met een openbare stem met muziek als hymne aan leven en aan de levenden. L’chayim! Warm, warm aanbevolen.
Astor Klezmer Trio cd Syrinx CSR 201801