Nicola Porpora’s (1686-1768) kerstoratorium (genaamd “Il Verbo in carne”) ging in 1747 in première en werd onlangs herontdekt door het Kammerorchester Basel. Onder leiding van de violist Riccardo Minasi en samen met de uitstekende solisten Roberta Invernizzi, Terry Wey en Martin Vanberg, introduceert het orkest dit uitzonderlijk werk na 271 jaar, in een unieke vorm, en maakt zo doende de herontdekking van een meesterwerk van de Napolitaanse School mogelijk.
Op het ogenblik dat Nicola Porpora (1686-1768) zijn Kerstoratorium componeerde, had hij reeds zijn successen in Venetië en zijn opera avontuur in Londen achter de rug. Hij componeerde zijn kerstoratorium toen hij tussen 1747 en 1748, een korte tijd kapelmeester was aan het hof van de Saksische keurvorst in Dresden. Omwille van het succes van zijn rivaal Hasse en na een tijd in Wenen te hebben gewerkt, en enkele zomers in het kuuroord Mannersdorf am Leithagebirge te hebben doorgebracht, keerde hij in 1759 naar Italië terug en werd hij aangesteld als maestro di Capella van het Conservatorio di S Maria di Loreto in Napels.
De opname bevat de meest opmerkelijke delen van zijn oorspronkelijk drie uur durend oratorium, waarin de librettist marchese Giovanni Giuseppe Giron, principe di Canneto, het kerstverhaal vertelt aan de hand van allegorische figuren. De vier solorollen, mensheid (Marc-Olivier Oetterli, verschijnt enkel in de proloog), gerechtigheid (Roberta Invernizzi), vrede (Terry Wey) en waarheid (Martin Vanberg) becommentariëren het verhaal van de geboorte van Christus. In plaats van de bekende, vertrouwde figuren Maria, Jozef, de herders en de engel, kijken zij vol mededogen neer op de wereld van de mensen vanuit de hemel, en becommentariëren de bekende gebeurtenissen rondom de Heilige Familie en de geboorte van het Jezuskind in de stal. Deze editie, voor het eerst uitgevoerd in Napels in 1747 en sindsdien vergeten, werd aan het licht gebracht door de musicoloog Giovanni Andrea Sechi (°1988).
Eén van de meest geïnspireerde momenten in het libretto zijn de beschrijving van het gehuil van het pasgeboren kind (in de aria ‘Sentir quei teneri’), en dat van de door sterren verlichte nacht (in het duet ‘Lascia, ch’io veda almeno’), waarin gerechtigheid en vrede, zij aan zij staand bij de kribbe waarin het Christuskind slaapt, hun vroegere vriendschap vernieuwen met een kus. Niet minder geïnspireerd dan Giron’s poëzie is de muziek van Porpora. De componist ging op zoek naar nieuwe orkestkleuren en gebruikte hierdoor een rijk gevarieerd toonpalet, met een solo-psalterium, 2 fluiten, 2 hoorns en een fagot, strijkers en de continuo partij. Even verfijnd was zijn gebruik van verdubbeling en zijn instrumentale combinaties. De houtblazers (twee fluiten en fagot) brengen het rustiek, pastoraal aspect van de muziek op originele wijze over, ondersteund door de strijkers met frequent gebruik van tremolo, pizzicato en dempers. Porpora was ook geïnspireerd door de landelijke omgeving om elegante, en nooit stereotiepe, ideeën te bedenken (zoals de imitatie van de traditionele Italiaanse doedelzakken in verschillende van de instrumentale en vocale nummers), waarvan de klank werd en wordt geassocieerd met Kerstmis. Er zijn veel opmerkelijke momenten in de partituur. Tot de de belangrijkste behoren de aria’s van de vrede ‘Pietà diquel bel cuore’ en ‘Sentir quei teneri’ met hun plotselinge tempowisselingen, en het duet tussen de gerechtigheid en de vrede, ‘Lascia, ch’io veda almeno’. Niet te missen.
Het Kamerorkest Basel heeft een lange traditie in het samenstellen van kleine ensembles in de Zwitserse stad Basel, met een tweeledige focus op oude muziek en hedendaagse muziek. Het ondertussen wereldberoemd orkest werd in 1984 opgericht door een groep Zwitserse muziekstudenten, met de naam “Serenata Basel”. Hun bedoeling was om het aloude Basler Kammerorchester te vervangen en, net als die groep, programma’s aan te bieden die vroege en hedendaagse repertoires combineerden. Johannes Schläfli was de eerste en enige dirigent van het orkest. Toen hij in 1999 vertrok, het jaar waarin de groep zijn huidige naam aannam, ging het orkest door zonder dirigent. De huidige leider is de concertmeester. Momenteel is dat Julia Schröder (foto).
Het voert muziek uit tot de klassieke periode op historische instrumenten. Het Kammerorchester Basel heeft een top aan gastdirigenten, onder wie Kristjan Järvi, Trevor Pinnock, Paul McCreesh, Christopher Hogwood en Giovanni Antonini, die de groep leidden met moderne instrumenten, maar historisch geïnformeerde cyclus van de symfonieën van Beethoven. Een andere opvallende opname van het Kammerorchester Basel was een reeks van Bach-cantates in 2011, uitgevoerd door contratenor Andreas Scholl.
Het gerenommeerd orkest heeft onder meer opgenomen voor Deutsche Harmonia Mundi, Oehms, Decca en Sony Classical. In het jaar 2017 verscheen een Sony-album met de Sinfonia-concertante van Mozart in Es voor viool, altviool en orkest, K. 364, in de context van andere werken van de periode voor vergelijkbare combinaties. Het orkest won in 2008 een “ECHO Klassik” voor Ensemble van het Jaar en speelde onlangs in het Olten Stadttheater in Basel, o.a. een reeks concerten met de pianiste Katia Buniatishvili.
Riccardo Minasi (°1978) ontving zijn eerste muzieklessen van zijn moeder en studeerde vervolgens eerst (moderne) viool bij Paolo Centurioni en Alfredo Fiorentini. Toen wendde hij zich tot de barokviool en studeerde bij Enrico Parizzi en Luigi Mangiocavallo. Hij speelde als solist en concertmeester in vele ensembles, waaronder “Le Concert des Nations” van Jordi Savall, de “Accademia Bizantina” Concerto Italiano, Il Giardino Armonico, “Concerto Vocale” o.l.v. René Jacobs, Collegium 1704 en “Ensemble 415” van Chiara Banchini, en speelde samen met Enrico Onofri, Viktoria Mullova, Albrecht Mayer, Christophe Coin, Sergio Azzolini en Reinhard Goebel. Als dirigent werkte hij met een aantal gerenommeerde ensembles, waaronder de Potsdam Chamber Academy, de Zurich Chamber Orchestra, het Balthasar-Neumann-Ensemble (of) of de “Helsinki Baroque Orchestra”, waarvan hij -dirigent sinds 2008. In 2007 richtte hij het kamermuziekensemble “Musica Antiqua Roma” op, gespecialiseerd in het zeventiende en de achttiende eeuws repertoire, met extra aandacht voor Romeinse componisten van die tijd. Warm aanbevolen.
Nicola Porpora Christmas Oratorio Il verbo in carne Invernizzi Wey Vanberg Kammerorchester Basel Riccardo Minasi cd Sony classical