“Judas Maccabäus” was één van de indrukwekkendste en succesvolste werken van Händel. Er vonden wel meer dan vijftig uitvoeringen plaats tijdens zijn leven. De combinatie van een strijdlustig gegeven uit de Oudheid met een eigentijdse, Engelse, binnenlandse machtsstrijd, verzekerden het succes.
Händel componeerde zijn driedelig oratorium met wel 57 nummers uit 1747, op tekst van de classicus en drukker, Thomas Morell, die de tekst schreef voor wel zeven oratoria van Händel. Morell baseerde zich voor zijn libretto op het eerste Bijbelboek Makkabeeën (2–8), gecombineerd met fragmenten uit “Antiquitates Judaicae” (“Oude Geschiedenis van de Joden”), geschreven tussen 79 en 94 na Chr., door Flavius Josephus. Het ortorium evoceert in recitatieven, virtuoze aria’s, lyrische duetten en koren, het verhaal van Judas Makkabeüs of Judas de Makkabeeër. De Makkabeeën waren een familie van hogepriesters en Judas Makkabeüs was een telg uit de familie van de Hasmoneeën, die een belangrijke leider van de Makkabese opstand tegen de Grieks-Seleucidische overheersing. De beroemdste leden van de familie van de Hasmoneeën waren Mattathias en zijn vijf zonen, Judas (de Makkabeeër), Jonathan, Simon, Johannes en Eleaza.
Het Seleucidisch Rijk dat zich uitstrekte van Syrië tot de Indus, was van 311 tot 63 v.Chr., ten tijde van het hellenisme, het grootste Diadochenrijk (opvolgersstaat van het Macedonische Rijk van Alexander de Grote) in het Nabije Oosten. Het Rijk werd in 305 v.Chr. door Seleucus I Nicator, een generaal van Alexander de Grote, gesticht. De Makkabese opstand ontstond in 167 v. Chr. en was een onderdeel van de strijd (vier Macedonische, zes Syrische Oorlogen, en Seleucidisch-Parthische en Seleucidisch- Romeinse Oorlogen) tussen Seleucieden, Romeinen, Joden (Hasmoneeën), Parthen en Ptolemaeën, o.a. om de heerschappij over Egypte.
Belangrijkste wapenfeit voor de Hasmoneeën was de verovering en de reiniging van de tempel in 164 v.Chr., een gebeurtenis die nog jaarlijks wordt herdacht tijdens het Chanoeka-feest. De dynastie van de Hasmoneeën heerste over Judea vanaf de Makkabese opstand tot 37 v.Chr. Gedurende een groot deel van deze periode heersten de Hasmoneeën over een onafhankelijk Joods-Hasmonees koninkrijk. In 63 v.Chr. werd Judea echter een vazalstaat van Rome en in 37 v.Chr. kwam de politieke heerschappij van de Hasmoneeën tot een einde. In de jaren die volgden, zou het van oorsprong Idumees koningsgeslacht, de Herodiaanse dynastie, vazalvorsten van de Romeinen, heersen over het Joodse land.
De integratie van dit gegeven met het conflict in de jaren ‘40 van de 18de eeuw, tussen de Schotse Jacobieten onder leiding van de katholieke Stuart-pretendent Charles Edward, en de royalistische regeringstroepen, speelden voor Morell en Händel een cruciale rol. De Franse tegenstanders van koning George II moedigden tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748), de jacobieten aan om in opstand te komen tegen de koning. De jacobieten waren de aanhangers van de Rooms-katholieke koning James II, die in 1689 was onttroond en vervangen was door zijn protestantse dochter, Maria II en haar gemaal, Willem III van Oranje-Nassau. De zoon van James II, James Francis Edward Stuart, beter bekend als de ‘Old Pretender’, had tot twee keer toe, in 1715 en 1719, een opstand tegen de koning geleid.
De zoon van deze ‘Old Pretender’, Charles Augustus Edward Stuart (foto), beter bekend als “The Young Pretender” of “Bonnie Prince Charlie”, leidde in 1745 een nog veel fellere opstand. Bonnie Prince Charlie landde nl. in juli 1745 in Schotland en op 16 april 1746, stonden “Bonnie Prince Charlie” en de Prins, William, Hertog van Cumberland, (zoon van koning George II) tegenover elkaar tijdens de Slag bij Culloden (foto), de laatste veldslag ooit gevochten op Brits grondgebied. De jacobitische troepen werden verslagen en Bonnie Prince Charlie vluchtte terug naar Frankrijk. Veel van zijn Schotse volgelingen werden door het Britse leger gevangengenomen en vermoord, het jacobitisme werd de kop in gedrukt, en het Huis Stuart zou Engeland nooit meer regeren. Händel, die een aanhanger en zelfs vertrouweling was van de regerende Engelse-Hannoveriaanse koning George II, componeerde zijn meesterlijk oratorium om de overwinning van de hertog van Cumberland op de Jacobieten te vieren.
Händel beeldde de plot uit met kleurrijke aria’s, ontroerende klaagzangen, uitbundige triomfkoren en een heuse mars. Deze live-opname is een productie van het Internationaal Händelfestival 2018 in Göttingen, terecht zeer geprezen door de critici en het publiek. Met Laurence Cummings (de artistiek directeur van het festival) staat hier een gerenommeerde Händel-specialist aan het roer van het Göttingen Festival Orchester, bijgestaan door een uitstekende vocale cast en het NDR-koor.
Heel belangrijk om weten is dat het hier gaat om de originele versie, (nog) zonder het wereldberoemd geworden koor, “See, the Conqu’ring Hero Comes! Dit koor werd nl. pas in de zomer van 1747 gecomponeerd voor Händels volgend oratorium, “Joshua”. In navolging van zijn populariteit, waarschijnlijk in 1751, heeft Handel het aan “Judas Maccabaeus” toegevoegd (derde deel), en vormde het sindsdien een soort legitiem onderdeel van beide oratoria. De meer dan schitterende uitvoerders zijn hier Deanna Breiwick (Israelitish Woman), Sophie Harmsen (Israelitish Man), Owen Willetts (Priest), Kenneth Tarver (Judas Maccabaeus) (foto), Joao Fernandes (Simon, Eupolemus), het NDR Chor & FestspielOrchester Göttingen, o.l.v. Laurence Cummings. Vocale topuitvoerders, bezielde betrokkenheid, verfijning en historische authenticiteit, zijn hier de troeven. Magnifiek! Niet te missen!
Handel Judas Maccabaeus Deanna Breiwick Sophie Harmsen Owen Willetts Kenneth Tarver Joao Fernandes NDR Chor & FestspielOrchester Göttingen Laurence Cummings 2 cd ACCENT ACC26410