Bach en Gabrielli. De focus van deze opname ligt op een ongewone muzikale match tussen de beroemde 6 Suites voor cellosolo van Johann Sebastian Bach en de weinig bekende 7 Ricercari voor cello solo uit 1689 van Domenico Gabrielli, het eerste voorbeeld van een werk voor niet-begeleide cello in de geschiedenis, en daarmee het enige precedent en mogelijks model voor Bach.
Cellist Mauro Valli is ervan overtuigd dat er een verband is tussen de twee om een aantal redenen, waaronder de overheersende correspondentie tussen de toonaarden. Bach voerde getranscribeerde werken van Italiaanse componisten uit, niet alleen van zijn tijdgenoten maar ook van oudere musici. Dus is het zeer waarschijnlijk dat hij bekend was met de werken van Domenico Gabrielli, in het bijzonder met zijn Ricercari. Mauro Valli biedt een intrigerend nieuwe interpretatie van de zes meesterwerken van Bach door ze voor te verbinden aan de bijbehorende Ricercare’s. Het resultaat is opvallend fris en origineel, met een schat aan moedige, persoonlijke diminuties en verfraaiingen die voortkomen uit Valli’s deskundige kennis van het Italiaans barokrepertoire. Bach was gefascineerd door componisten als Frescobaldi, Albinoni en Vivaldi, en dus het zeker niet onlogisch om zijn suites in Italiaanse stijl uit te voeren.
Domenico Gabrielli (ca.1651-1659-1690) (foto) werd geboren in Bologna. Hij studeerde compositie in Venetië bij Giovanni Legrenzi en cello bij Petronio Franceschini in Bologna. In 1676 werd hij verkozen tot de Accademia Filarmonica. Na het overlijden van Franceschini nam Gabrielli de positie van zijn leraar als cellist van het vooraanstaand muziekinstituut van Bologna, het orkest van San Petronio, over. In de jaren 1680 verwierf hij bekendheid als cellovirtuoos en componist van vocale muziek. Hij trad op voor het hof van Este in Modena (hertog Francesco II d’Este was zelf een amateur-cellist), en zijn opera’s werden opgevoerd in Venetië, Modena, en Turijn. Gabrielli is vooral bekend gebleven als componist van sommige van de vroegste werken voor de cello als solo-instrument, “Tre sonate per violoncello e tiorba o cembalo” (1687), “Sette ricercari per il violoncello solo” (1688), en een canon voor twee celli.
Mauro Valli werd geboren in Sant’Agata Feltria in de provincie Rimini (regio Emilia-Romagna) en stamt af van de grote school van de legendarische cellist Camillo Oblach (1895-1954), de favoriete cellist van Toscanini, beroemd om zijn magisch fluwelen timbre. Na het winnen van verschillende wedstrijden (Vittorio Veneto, Turijn, Milaan) trad hij toe tot het orkest van “Teatro alla Scala”, waar hij onder leiding van legendarische dirigenten zoals Leonard Bernstein, Carlos Kleiber, George Pretre speelde.
Zijn voornaamste interesses waren echter altijd kamermuziek en barokmuziek en daarom verliet hij La Scala om zich exclusief te wijden aan het spelen van en lesgeven over muziek in dit vakgebied. Hij speelde samen met opmerkelijke musici zoals Maurice Steger (blokfluit) en maakte zeer succesvolle opnames. Anner Bylsma, beschreef hem als een meester in verfraaiing. Als oprichter van Accademia Bizantina speelde hij ook als solist en eerste cello in andere bekende kamermuziekgroepen zoals “Quartetto Sandro Materassi”, “Il Complesso Barocco” van Alan Curtis en “I Barocchisti di Lugano” van Diego Fasolis.
Zowel als solist als als kamermusicus heeft hij veel opnamen gemaakt voor bekende labels als Decca, Denon en Harmonia Mundi. Deze omvatten Concerti van Vivaldi en Leonardo Leo, Sonaten van Scarlatti en Trio Sonates van Bach, Corelli, Galuppi en Giovanni Benedetto Platt. Zijn volgende cd, de eerste wereldopname van de Six Canzoni van Angelo Berardi (1636-1694), wordt uitgegeven door Sony. Hij is ook van plan om Bach Sonates en Vivaldi-concerti op te nemen met Diego Fasolis, met wie hij regelmatig samenwerkt. Zijn concerten zijn uitgezonden door een aantal van de belangrijkste radio- en televisiestations van Europa.
Al bijna dertig jaar zet Mauro Valli zich in voor het spelen van barokmuziek op originele instrumenten en voor de herontdekking van historische instrumenten zoals de vijfsnarige violoncello piccolo, de Arpeggione en de Baryton. Hij speelt een cello gemaakt door Andrea Castagneri in 1740 en bespeelt ook een violoncello piccolo en een kopie van een Montagnana, gemaakt door de vioolbouwers Lucia Valli en Matias Herrera. Met hun hulp heeft hij een kopie van een Arpeggione geproduceerd uit het Muziekinstrumenten museum in Berlijn. Hij was docent kamermuziek aan het Conservatorio van Bologna en doceerde tien jaar lang aan het Conservatorio della Svizzera Italiana van Lugano. Naast cellist is Mauro Valli wijnbouwer in het paradijselijk mooi Brisighella in de provincie Ravenna.
Mauro Valli speelt op een Andrea Castagneri cello, (Parijs ca. 1740) en op een 5-snarige violoncello piccolo, Matias Herrera en Lucia Valli, (Caracas 1993). De stemming is 465 Hz en zijn strijkstok is een Perikli Pite (Albanese cellist) uit Pesaro (2010). De darmsnaren (E, A, en D) en de met koper omwonden darmsnaren (G en C) zijn van Nicola Ottobre Moneta. Warm aanbevolen.
Bach in Bologna J.S.Bach Domenico Gabrieli Mauro Valli 3 cd Arcana A459