Dan Jones’ “De Tempeliers, De opkomst en ondergang van de tempelridders”. Een monumentale uitgave van Omniboek.

“De tempeliers”, zo lezen we, “waren religieuze soldaten. De tempeliers waren het product van de kruistochten, de door de middeleeuwse kerk geïnitieerde oorlogen die voornamelijk, maar niet uitsluitend, gericht waren tegen de islamitische heersers in Palestina, Syrië, Klein-Azië, Egypte, Noordwest-Afrika en Zuid-Spanje. De tempeliers waren dan ook in grote delen van de mediterrane wereld en elders te vinden: op de slagvelden van het Nabije Oosten en in steden en dorpen in heel Europa, waar ze grote landerijen beheerden die het geld opbrachten voor hun militaire avonturen. Maar wie waren die tempeliers nu precies? Dit boek probeert de geschiedenis van de echte tempeliers te vertellen, niet zoals ze sindsdien in de legenden zijn afgeschilderd.

Historicus Dan Jones vertelt in zijn boek ‘De Tempeliers’ (oorspronkelijke titel, “The Templars, The Rise and Fall of God’s Holy Warriors”) over de bloei en de ondergang van de kruisridders. In de 12de eeuw richtten negen ridders de Orde van de Tempeliers op. De broederschap moest de pelgrims in het Heilige Land beschermen. De pelgrims legden een gelofte van armoede en gehoorzaamheid af, en werden daardoor in 1129 erkend door de kerk. Verenigd onder het rode kruis trokken ze ten strijde in de naam van God. In 200 jaar ontwikkelden ze zich van pelgrims en kruismonniken tot ketters en bankiers. In ‘De Tempeliers’ vertelt Dan Jones op indrukwekkende en toegankelijke wijze over deze grootste religieuze militaire ridderorde ooit.

In spectaculaire beschrijvingen vertelt Dan Jones over de opkomst en de ondergang van de tot de verbeelding sprekende tempeliers. Dit boek was direct een New York Times-bestseller. Negenhonderd jaar geleden richtten negen ridders volgens de legende de Orde van de Tempeliers op. Dit broederschap moest de pelgrims in het Heilige Land beschermen. Door de gelofte van armoede en gehoorzaamheid af te leggen, werd de orde in 1129 door de Kerk erkend. In 200 jaar ontwikkelden ze zich van kruisvaarders en krijgsmonniken tot ketters en bankiers, en groeiden zij uit tot de grootste religieuze militaire ridderorde ooit. Jones schrijft op toegankelijke wijze over deze legendarische orde die, verenigd onder het rode kruis, ten strijde trok in de naam van God.

Dit is een boek over een haast eindeloze oorlog in Palestina, Syrië en Egypte, waar facties van soennitische en sjiitische moslims in strijd raakten met militante christelijke indringers uit het Westen: het gaat over een ‘geglobaliseerde’, van belasting vrijgestelde organisatie die zoveel rijkdom vergaarde dat ze machtiger werd dan sommige regeringen; het gaat over de relatie tussen internationale financiering en geopolitiek, over de macht van propaganda en mythevorming, over geweld, bedrog, verraad en hebzucht.

Het boek bestaat uit vier uitgebreide delen, Pelgrims, ca. 1102-1144, Soldaten, 1144-1187, Bankiers, 1189-1260 en Ketters, 1260-1314. De Epiloog gaat over de heilige graal en als bijlagen krijgt u de lijst van belangrijke personages, Pausen, 1099-1334, Koningen en koninginnen van Jeruzalem en Grootmeesters van de Orde van de Tempel. Het boek is ook voorzien van zeven verduidelijkende kaarten, Europa en het Heilige Land, ca. 1119, Het Heilig Land, ca. 1119, De reis van Saewulf, ca. 1102, Jeruzalem in de 12de eeuw, Palestina en het zuiden van Syrië, De Mongolen en mammelukken, ca. 1260-1291 en Akko in 1291.

Het eerste deel, ‘Pelgrims’, beschrijft het ontstaan van de tempeliers in de vroege 12 de eeuw, toen de religieuze orde van christelijke strijders werd opgericht door de Franse ridder Hugo van Payns (foto) en (zoals later werd beweerd) acht van zijn metgezellen, die in de turbulente nasleep van de Eerste Kruistocht in Jeruzalem een doel voor zichzelf zochten.

Het tweede deel van bet boek, ‘Soldaten’, laat zien hoe de tempeliers van een reddingsteam langs de weg evolueerden tot een militaire elite-eenheid die in de voorste linies van de kruisvaarders oorlogen streed. Het beschrijft de cruciale rol van de tempeliers tijdens de Tweede Kruistocht, toen zij niet een handjevol pelgrims, maar het hele leger onder leiding van de koning van Frankrijk door de bergen van Klein-Azië loodsten en veilig in het Heilige Land afleverden.

“Ze leenden de bankroete opperbevelhebber grote sommen geld”, zo schrijft Jones, “en vochten vervolgens in de frontlinie toen de kruisvaarders Damascus probeerden te veroveren, een van de grootste steden van de islamitische wereld”. “Vanaf dat moment”, vervolgt hij, “speelden de tempeliers een prominente rol in de politieke en militaire geschiedenis van de christelijke (of Latijnse) kruisvaarders staten: het koninkrijk Jeruzalem, het graafschap Tripoli en het prinsdom Antiochië. In dit deel komen ook een paar van de meest intrigerende figuren uit de hele geschiedenis van de kruistochten aan de orde, zoals de vrome maar ongelukkige koning Lodewijk VII van Frankrijk, de roekeloze, hooghartige Gerard van Ridefort, grootmeester van de tempeliers, die in 1187 mede leiding gaf aan het leger van God in de apocalyptische slag bij Hattin, de melaatse koning Boudewijn IV van Jeruzalem en de beroemdste islamitische sultan uit de wereldgeschiedenis, Saladin, die er zijn levenswerk van maakte om de kruisvaarders van de kaart te vegen en die persoonlijk toezag op de terechtstelling van honderden tempeliers op één enkele dag”.

Deel III, ‘Bankiers’, onderzoekt hoe de Orde van de Tempel vaneen ondersteunende strijdmacht voor de kruisvaarders, gefinancierd met schenkingen uit het Westen uitgroeide tot een instituut dat militaire competentie combineerde met een uitnemend netwerk van bezittingen en personen in de hele christelijke wereld, en dat op die manier het christelijke  Westen met de oostelijke oorlogszone verbond in een tijd waarin het enthousiasme voor de kruisvaart begon weg te ebben.

“Nadat ze als gevechtseenheid bijna waren vernietigd door Saladin”, zo lezen we, “werden de tempeliers in de jaren negentig van de 12de eeuw weer op de been geholpen met hulp van de briljante, brutale en beroemde Richard Leeuwenhart, koning van Engeland. Zijn vertrouwen in de hoogste leiding van de orde en de manier waarop hij op de tempeliers steunde, bepaalden de richting waarin de orde zich in de 13 de eeuw zou ontwikkelen. Beschermd door de koninklijke patronage, die snel werd nagevolgd door edelen en stedelijk autoriteiten, verwierven de tempeliers steeds meer land en onroerend goed en verkregen ze lucratieve belastingvoordelen. Ze werden duizelingwekkend rijk en raakten financieel uitstekend onderlegd, zodat pausen en koningen zich op den duur tot hen wendden om hun financiële administratie te verzorgen, de schatkist te bewaken, oorlogen te organiseren en in slechte tijden fondsen te fourneren”.

Deel III laat verder zien hoe de tempeliers steeds meer verantwoordelijkheid namen voor de veiligheid van de kruisvaarders staten, waardoor ze in contact kwamen met een paar van de belangrijkste mannen uit de 13de eeuw, onder wie de heilig verklaarde Franse koning Lodewijk IX, met wie ze uitstekend overweg konden, en Frederik II van Hohenstaufen, de pompeuze en liberaal ingestelde keizer van het Heilige Roomse Rijk, die zichzelf tot koning van Jeruzalem verklaarde en prompt de strijd aanbond met de mannen wier taak het was de stad te verdedigen.

In deel IV, ‘Ketters’, worden de gebeurtenissen uit de jaren zestig van de 13de eeuw aangewezen als de eerste aanzet tot de uiteindelijke ondergang van de tempeliers. De broeders in het Oosten stonden in de frontlinie van een oorlog tegen de twee gevaarlijkste vijanden met wie de kruisvaarders ooit te maken kregen: de Mongoolse horden onder de nakomelingen van Dzjengis Khan en de mammelukken, een kaste van islamitische slavensoldaten. De nederlaag tegen de mammelukken was een vrijbrief voor meer kritiek op de tempeliers dan ooit tevoren. Hun haast onuitputtelijke middelen en directe associatie met het wel en wee van de oorlogen tegen de islam waren nu argumenten die tegen hen werden gebruikt.

Koning Filips IV (‘de Schone’) was de drijvende kracht achter de ontbinding van de Orde van de Tempeliers. Van meet af aan was hij van plan de orde te vernietigen. Hij duldde op het Frans grondgebied geen paramilitaire organisatie die aan zijn gezag ontsnapte en kon zijn lege schatkist vullen met de bezittingen van de Tempeliers. Geestelijken waren zelf Fransen, nauw verbonden met de koning en nauwelijks bereid hem tegen te spreken. Sommigen werkten heel actief mee aan zijn plan. Op 13 oktober 1307 werden ongeveer tweeduizend tempeliers gearresteerd in Frankrijk. Na een proces van vijf jaar deelde paus Clemens V op 9 april 1312 mee dat hij besloten had de Tempelorde op te heffen.

Dit is een meesterlijk verteld boek over de geschiedenis van de twee eeuwen tussen de onopvallende geboorte en de spectaculaire vernietiging van de orde, en een aangrijpend, historisch-wetenschappelijk boek over de complottheorieën over de Tempeliers. Een must!

Dan Jones (°1981) ex-student aan de Universiteit van Cambridge van de bekende, Brits constitutioneel historicus en radio- en televisie-presentator, David Starkey (°1945), is historicus, presentator en een bekroond journalist. Hij is de auteur van zeven boeken, waaronder de bestseller De tijd in kleur” (in samenwerking met Marina Amaral), hij schrijft en presenteert de Channel5/Netflix-hitserie “Secrets of Great British Castles”, en is columnist voor de “London Evening Standard”.

Dan Jones De Tempeliers, De opkomst en ondergang van de tempelridders 480 bladz. geïllustreerd Uitg. Omniboek ISBN 9789401914284

https://www.stretto.be/2020/02/04/dan-jones-de-kruisvaarders-de-strijd-om-het-heilige-land-een-monumentale-uitgave-van-omniboek/

https://www.stretto.be/2020/12/12/dan-jones-vorsten-van-albion-het-huis-plantagenet-vormgevers-van-engeland-een-monumentale-uitgave-van-omniboek/