Brahms leverde naast zijn vele werken voor solostemmen, kamerensembles en orkest, eerder een vrij kleine bijdrage van vijftien werken aan de orgelliteratuur. Verschillende preludes en fuga’s ontstonden in 1856-57, terwijl Brahms nog een jonge twintiger was. Tot het begin van de zomer van 1896, componeerde hij daarna niets voor het instrument, toen hij een reeks van 11 koraalvoorspelen componeerde, die als op.122 werden uitgegeven, en die hij opdroeg ter nagedachtenis aan Schumanns weduwe, Clara, die op 20 mei dat jaar was overleden.
Op de cd staan de Prelude en Fuga in la klein, WoO 9, de Prelude en Fuga in sol klein, WoO 10, een Fuga in As (A♭)-klein, WoO 8, Chorale Prelude en Fuga op “O Traurigkeit, O Herzeleid” in la klein, WoO 7, en de 11 Chorale Preludes, op. 122.
Desalniettemin deelden de preludes en fuga’s en de koraal preludes, zo ver uit elkaar gecomponeerd in jaren, verschillende kwaliteiten. Niet in de laatste plaats een polyfone gestrengheid, volledige beheersing van contrapunt en eerbied voor de Duitse barok en renaissance in de muziek, die Brahms meer als zijn artistiek erfgoed beschouwde dan zijn recente voorgangers, Beethoven en Schumann. Ze deelden ook met zijn religieuze koorwerken, zoals het Deutsches Requiem, een gemoedstoestand van nederige toewijding en geweldige, melodische schoonheid.
Voor deze nieuwe opname werden de werken gespeeld op het schitterend orgel/Organo principale van de prachtige kathedraal/Duomo (concattedrale di Santa Maria Assunta) (foto) van Amelia (foto) in de provincie Terni in Umbrië, een instrument gebouwd door de beroemde Oostenrijkse broers Otto en Gustav Rieger (“Rieger Orgelbau”) in 1904, naar een ontwerp van de befaamde, Italiaanse componist en organist, Filippo Capocci (1840-1911), en uitgebreid gerestaureerd door Pietro Corna (foto) uit Bergamo, in 2014.
In het bijbehorend boekje leest u de volledige orgelspecificatie evenals een geschiedenis van het instrument, een verklaring van Brahms’ relatie met het orgel, en de originele koraalteksten waarop de late Preludes gebaseerd zijn. Gebouwd in de orkestrale stijl van de laat 19de -eeuwse Duitse orgels, is de registratie van het instrument, ideaal om de sombere poëzie van de late muziek van Brahms te verklanken.
De belangrijkste werken van Brahms voor het orgel zijn de “11 Chorale Preludes Op. 122 “, zijn allerlaatste composities, gepubliceerd vijf jaar na zijn overlijden in 1897. De gekozen koralen hadden net als zijn prelude en fuga op “O traurigkeit”, (“O Traurigkeit, o Herzeleid! Ist das nicht zu beklagen? Gott des Vaters einig Kind, wird ins Grab getragen”), alle te maken met het lijden en de dood van Christus. Voorbeelden zijn “Mein Jesu, der du mich”, “Herzliebster Jesu, was hast du verbrochen” en “O Welt, ich muß dich lassen”.
Gecomponeerd na het overlijden van zijn geliefde Clara (foto), was de stemming grimmig en somber, waardoor ze als het ware zijn eigen dood voorspelden. De stijl was gebaseerd op het contrapunt van Bach, en de muziek drukte nederig de devotie van de woorden van de koraaltekst uit. De Preludes 4, 5, en 8-11 werden overigens in 1902 door Ferruccio Busoni, bewerkt voor piano solo. De Prelude nr. 8 is een prelude op het bekend koraal, “Es ist ein Ros’ entsprungen”.
Adriano Falcioni (°1975) studeerde orgel bij de Nederlandse organist, Wijnand van de Pol (1938-2016) uit Alkmaar, aan het Francesco Morlacchi Conservatorium in Perugia. Hij studeerde ook piano en klavecimbel, maar verdiepte zich in orgel aan de Hochschule für Musik in Freiburg bij de organist Klemens Schnorr (°1949), leerling van Franz Lehrndorfer (muziekpedagoog van de befaamde “Regensburger Domspatzen”). Daarnaast studeerde Falcioni op verschillende Europese locaties, zoals in Parijs bij de beroemde Marie-Claire Alain en bij Nicolas Kynaston (°1941) in Londen.
Via masterclasses en cursussen kwam hij in contact met muzikale grootheden als Gustav Leonhardt, Jean Guillou, (leerling van Marcel Dupré, Maurice Duruflé en Olivier Messiaen), Jacques van Oortmerssen, (opvolger van Gustav Leonhardt als organist van de Waalse Kerk in Amsterdam) Ludger Lohmann (Staatliche Hochschule für Musik und Darstellende Kunst en organist van de St. Eberhard kathedraal in Stuttgart), Bernard Winsemius, (de organist bij het kerkelijk huwelijk van prins Willem Alexander en Máxima Zorreguieta en tijdens de inhuldiging van koning Willem-Alexander), Francis Chapelet (leerling van Maurice Duruflé) en Luigi Ferdinando Tagliavini (leerling van Marcel Dupré).
Tijdens zijn carrière speelde Adriano Falcioni op verschillende evenementen, waaronder het MAfestival in Brugge en het Göteborg Filmfestival, en speelde hij in verschillende kathedralen zoals in Freiburg, Westminster, Bremen, Amsterdam en andere in Duitsland, Frankrijk, Polen, Noorwegen, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika en Nederland. Adriano Falcioni (°1975) is één van de belangrijkste organisten van Italië en maakte voor Brilliant Classics reeds opnamen van werken van Daquin, Couperin, Bruhns, Muffat, Reger, Franck en Duruflé. Warm aanbevolen.
Brahms Complete Organ Music Adriano Falcioni organ cd Brilliant Classics 94460