Met haar intense aanwezigheid op het podium en haar genereuze persoonlijkheid, is Stéphanie d’Oustrac uitgegroeid tot één van de opvallendste mezzosopranen van haar generatie. Op haar nieuwe cd brengt ze zowel intiem als krachtig, muziek van Liszt, Berlioz en Wagner.
Op de cd staan “Die Loreley”, “Freudvoll und leidvoll”, “Es war ein König in Thule” (2deversie) “Im Rhein, im schönen Strome” (2de versie), “Freudvoll und leidvoll” en “Über allen Gipfeln ist Ruh” van Liszt. Deze liederen worden gevolg door “Les Nuits d’été” (Villanelle, Le Spectre de la rose, Sur les lagunes, Lamento, Absence, Au cimetière, Clair de lune, en L’Île inconnue) en “La Mort d’Ophélie” van Berlioz. Als laatste, Wagners vijf “Wesendonck-Lieder” (Der Engel, Stehe still, Im Treibhaus, Schmerzen en Träume).
Haar vroege carrière was gewijd aan het barokrepertoire, met name o.l.v. William Christie (Lully’s Thésée en Psyché, Dido en Aeneas van Purcell, gevolgd door Armide en Atys van Lully), maar ook die o.l.v. Hervé Niquet (Médée en Destouches’ Callirhoé) en Jean-Claude Malgoire (de Monteverdi-trilogie). Haar perfecte uitspraak trok al snel de publieke aandacht en nu is ze één van de meest gewilde zangeressen in het Frans repertoire, wat onvermijdelijk leidde tot de rol van Carmen (Opéra de Lille, Glyndebourne Festival en Aix-en-Provence Festival). Ze zong ook “Les Contes d’Hoffmann” in de Opéra de Lausanne, “Pelléas et Mélisande” in de opera Angers-Nantes, en “Béatrice et Bénédicte” in de Munt in Brussel.
Mozarts opera’s hebben ook een heel speciale plaats in het repertoire van Stéphanie d’Oustrac. Ze heeft ze dan ook op veel grote operapodia over de hele wereld gezongen, “Le Nozze di Figaro” (Cherubino) in Tokio, “La clemenza di Tito” (Sesto) in de Parijse Nationale Opera, de Opéra du Rhin (Strasbourg en Mulhouse) en het festival d’Aix-en-Provence, “Così fan tutte” (Dorabella) in de Opera van Parijs, en “Idomeneo” (Idamante) bij de Nederlandse Nationale Opera in Amsterdam.
Haar artistieke persoonlijkheid spreekt prestigieuze regisseurs aan zoals Calixto Bieito, Robert Carsen, Romeo Castellucci, David McVicar, Laurent Pelly, Dmitri Tcherniakov en Jean-Marie Villegier, evenals de meest gerespecteerde dirigenten onder wie, Alain Altinoglu, Myung-Whun Chung James Conlon, Sir Colin Davis, Charles Dutoit, Adam Fischer, Sir John Eliot Gardiner, Philippe Jordan, John Nelson, Jérémie Rhorer en Michael Schønwandt. Stéphanie d’Oustrac heeft ook in recital opgetreden, sinds 1994 voornamelijk met de pianist Pascal Jourdan. Recentelijk maakte Stéphanie d’Oustrac haar debuut in Massenets “Werther” (Charlotte) in de Opéra national de Lorraine en in Berlioz’ “Les Troyens (Cassandra) in de Parijse Opera, twee roldebuten die unaniem geprezen werden door de pers.
Pascal Jourdan studeerde piano aan het Conservatoire National Supérieur de Musique in Lyon bij Eric Heidsieck en Roger Muraro, analyse en schrijven bij Gérard Gastinel, en kamermuziek bij Michèle Scharapan. Hij is ook afgestudeerd aan de Santa Cecilia Academy in Rome in de klas van Sergio Perticaroli. Van 1990 tot 1997 ging hij in de leer bij Eliane Richepin. Hij is lid van het “Trio Novalis” (met Florent Kowalski, viool en Luc Dedreuil, cello) en het “Trio Elias” (met Aude Périn-Dureau, viool en Cyrille Tricoire, cello). Gepassioneerd door het repertoire van het lied en de mélodie, treedt hij regelmatig op met Stéphanie d’Oustrac.
Bij de opname van dit eerste recital voor harmonia mundi, wilden Stéphanie d’Oustrac en Pascal Jourdan zichzelf meten met drie hoekstenen van de romantische muziek, drie componisten die elk op hun eigen manier, een beslissende bijdrage leverden aan de evolutie van het lied, van Liszt tot de geboorte van de Franse “Mélodie”, in het geval van “Les Nuits d’été” op gedichten van Théophile Gautier, van Berlioz, zelden opgenomen in de versie voor stem en piano. Veel breder bekend in hun weelderige orkestratie krijgen deze liederen een heel andere dimensie wanneer ze vergezeld gaan van de soberheid van een piano. Deze artistieke benadering vond zijn ultieme resonantie in de vijf Wesendonck-Lieder op gedichten van Mathilde Wesendonck uit 1857, die Wagner oorspronkelijk had bedoeld als een eenvoudige compositie voor stem en piano, één van de mooiste en beroemdste cycli in de geschiedenis van het lied. Ter gelegenheid van Mathildes 29ste verjaardag in 1857 arrangeerde Wagner “Träume” (het vijfde lied) voor viool en kamerorkest. De dirigent Felix Mottl (1856-1911) maakte later de veel meer gespeelde instrumentatie voor groot orkest van de cyclus.
Stéphanie d’Oustrac zingt dit alles met haar krachtige, heldere en lyrische stem, telkens begeleid door het gepast expressief pianospel van Pascal Jourdan. Warm aanbevolen.
Sirènes Berlioz Liszt Wagner Stéphanie d’Oustrac Pascal Jourdan cd HMM902621