Tijdens een verblijf van twee keer enkele jaren in Zwitserland, in eerste instantie in politieke ballingschap, kende de componist er vruchtbare perioden. Hij componeerde er gedeeltelijk “Die Meistersinger”, de volledige Handlung, “Tristan und Isolde”, de “Wesendonck-Lieder”, en werkte er aan “Der Ring des Nibelungen”. Landhaus Tribschen werd een populaire ontmoetingsplaats voor bekende persoonlijkheden die deel uitmaakten van de vriendenkring van de componist. Onder anderen waren de Beierse koning Ludwig II, Franz Liszt en Friedrich Nietzsche te gast op het Vierwoudstedenmeer. In 1872 verliet Wagner de zogenaamde “Tribschener Idylle” om zijn plannen voor zijn eigen Festspielhaus in Bayreuth te realiseren.
Aan het Vierwoudstedenmeer vormen de Ruëtli-weide, Rigi, Pilatus, Bürgenstock, Stanserhorn, Mythen, Urirotstock een mooi uitzicht op het meer. Het huis waar Richard Wagner gewoond heeft, is nu het Richard-Wagner-Museum. Het museum werd geopend in…1933.
Het museum bestrijkt vijf ruimtes, waaronder de verdieping op de begane grond. Er is onder meer een vleugel van de bouwer Sébastien Erard (1752-1831) te zien, waarop Wagner zijn “Die Meistersinger von Nürnberg” voltooide. Daarnaast toont het een collectie schilderijen en foto’s en heeft het een verzameling van partituren en brieven die een uitgebreider beeld van Wagners leven en werk biedt.
Het Richard Wagner Museum Luzern is nu gevestigd in het voormalig huis van de componist. Wagner huurde het landhuis van 1866 tot 1872. De eigenaar was kolonel Walter Am Rhyn. De patricische familie Am Rhyn uit Luzern was in staat om het statig huis als zomerresidentie in de 18de eeuw te verwerven.
Richard Wagner woonde zes jaar lang aan de oevers van het Vierwoudstedenmeer. Nadat hij in 1872 zijn woonplaats naar Bayreuth had verplaatst en zo de “Tribschener Idyll” had verlaten, was het landhuis Tribschener lange tijd leeg of in de zomermaanden verhuurd als zomerhuisje!. Pas in 1931 verwierf de stad Luzern het landhuis van de familie Am Rhyn met haar park van 30.000 m2, om het voor het publiek toegankelijk te maken.
De oprichting van het museum vond twee jaar later plaats en sindsdien is op de begane grond een tentoonstelling over Richard Wagner te bezichtigen. De oorsprong van het monumentaal landhuis dateert uit de 15de eeuw. Waarschijnlijk bewoonden in de late middeleeuwen, de “„Herren zu Tripschen“ het gebied. Vandaag is de naam trouwens naar hen vernoemd, en tegenwoordig worden de ruimtes gebruikt voor speciale tentoonstellingen over Richard Wagner.
Wagner kwam hier in april 1866 wonen met zijn tweede vrouw Cosima en hun twee kinderen. Ook kreeg hij hier bezoek van vooraanstaande personen, zoals de koning van Beieren, Ludwig II, en zijn bewonderaar, de (te) jonge filosoof, Friedrich Nietzsche, de architect Gottfried Semper en zijn schoonvader, Franz Liszt. Hij woonde in zijn Tribischener Idylle aan de Vierwaldstättersee tot 1872. Hierna verhuisde Wagner naar Bayreuth om er een theater te openen. Daar bevindt zich nu zijn woonhuis, het Haus Wahnfried, dat nu eveneens een museum is.
Er is een belangrijke link tussen bepaalde Wagnermuziek en de Zwitserse gletsjerpracht. In Zwitserland ontmoette Wagner zijn grote liefdes, schreef hij zijn beste muziek en besteeg en bereikte hij, letterlijk en figuurlijk, de hoogste toppen. Het is niet zo bekend dat Wagner verschillende jaren in Zwitserland woonde. Eerst als een politieke banneling van 1849 tot 1858 in Zürich en een tweede keer als een beroemd geworden componist, van 1866 tot 1872, in Lüzern. Het was ook in Zwitserland dat hij zijn belangrijke theoretische essays schreef en hij de twee grote liefdes van zijn leven beleefde, eerst met Mathilde Wesendonck en later met Cosima, de dochter van Liszt, die zijn (tweede) vrouw zou worden. Om Wagners complexe persoonlijkheid te begrijpen, moet u eigenlijk naar Zürich en Luzern. U moet daar bergwandelingen maken om er in contact te komen met dezelfde grandioze, geweldige en soms gewelddadige natuur en landschappen die Wagner zo bewonderde en die voor hem een immense bron van inspiratie waren.
Vergeet niet dat Wagners “Weltentsagung” en zelfs “Umweltzerstörung”, tot stand kwam in een milieu, bevolkt door vijf kleine kinderen! Drie of twee en een half van hem (we zullen het nooit weten), en twee van Cosima uit haar eerste huwelijk met von Bülow.
Tijdens zijn zo geliefde expedities naar de bergen, meren en gletsjers ervoer Wagner de macht van de onbeschrijflijke, machtige, natuurlijke omgeving, waarin hij de diepste, transcendentale, haast religieuze, inspiratie opdeed voor zijn werk. Schopenhauer wees trouwens reeds op de natuur rond de stad Zürich. In Zwitserland werd Wagner pas echt Wagner, vanaf zijn tijd in Zürich ontwikkelde hij het drama. Dit i.t.t. zijn eerder gecomponeerde romantische opera’s. Een hoofdbestemming is het hotel “Baur au Lac” waar Wagner staande op een stoel, de tekst van zijn “Ring” voordroeg. Op de Julier Pass (tot 2284 meter hoogte) hoorde Wagner voor het eerst het Walhalla motief in zijn hoofd. Door dit alles wordt stilaan duidelijk dat Wagners legendarisch Vorspiel tot “Das Rheingold”, in wezen “angewandte Philosophie” was.
Wagner deed inspiratie op bij de adembenemende beelden van de 2681 meter hoge Faulhorn, Bad Ragaz in het kanton Sankt Gallen, en de 2091 meter hoge Gotthard, waar in de “Albergo San Gottardo”, tijdens een vreselijke storm op weg naar Italië, Siegfried verwekt zou zijn.
De 3937! Meter hoge Roseg en de hele regio werden overigens reeds in 1840 in de Baedeker gids geprezen en aanbevolen. Ooit beklom Wagner, voorzien van “Stiefeln mit Nageln”, de Tschierva gletsjer van het Engadin, in het gezelschap van de schrijver Georg Herwegh. Mathilde Wesendonck noemde Wagner omwille van zijn avondlijke bezoeken, de “Dämmerman”. Wagner woonde eerst zestien maanden in een huis naast de villa van de Wesendoncks, op de plaats waar nu de villa Schoenberg staat. Daar componeerde hij in zijn poging te “verzichten” (lees Duits) aan de “Sehnsucht”, het beroemdste akkoord ter wereld, nl. het akkoord met twee dissonanten waarbij zelfs in de oplossing, nog één dissonant aanwezig blijft, het klein-verminderd septiemakkoord, dat wij kennen als het “Tristan-akkoord”.
De jonge, eigenwijze Friedrich Nietzsche, kwam wel 23 keer op bezoek bij de Wagners in Tribschen. Op een keer stond zelfs koning Ludwig II voor de deur, die zich voorstelde als, Walther von Stolzing. De jonge Frankische ridder Walther von Stolzing met zijn mooie tenorstem, stond in Wagners “Meistersinger” voor vernieuwing van de regels van het “Meisterlied”. Hij leerde het van Hans Sachs die hem na de „Wahnmonolog“ duidelijk maakte, “Glaubt mir, des Menschen wahrster Wahn wird ihm im Traume aufgetan: all Dichtkunst und Poeterei ist nichts als Wahrtraumdeuterei“. Wagners bedienden in Tribschen waren Freli & Steffen.
De geheimen van Wagners uniek universum steken grotendeels in de grandioze alpenlandschappen op de weg van Sankt Moritz naar Interlaken, de Julier Pass, de Faulhorn, de Gotthard en de Rigi. Deze bergen en gletsjers inspireerden Wagner tot bepaalde motieven (“Leitmotive”) die hij naar eigen zeggen, bijna in elke maat van zijn drama’s en zeker in zijn “Ring”, ontwikkelde tot magistrale, nooit eerder gehoorde, grandioze, symfonische muziek.
Op 6 juni 1869 werd Siegfried geboren als zoon van Richard Wagner en Cosima (von Bülow) in Tribschen. De natuurlijke ouders wisten de bevalling meer dan een jaar geheim te houden tot ze getrouwd waren. Ze wilden nl. een legitieme erfgenaam van Wagner die de nalatenschap van de meester getrouw zou bewaren. Het pad van Siegfried was vooraf bepaald en bepaald door anderen. Ter gelegenheid van de 150ste verjaardag van Siegfried Wagner, onderzoekt deze attractief geënsceneerde tentoonstelling, dit fenomeen. Welke voorwaarden en talenten had de zoon van Wagner, welke beperkingen vergezelden zijn leven? Zijn artistieke capaciteiten worden besproken, evenals de familiebeperkingen die hem dwongen zijn homoseksualiteit geheim te houden en een familie te stichten om de voor de toenmalige Duitsers, Fransen en Engelsen!, heilige dynastie, veilig te stellen, vrij waard van de tand des tijds.
Richard Wagner koos het prachtig “Tribschener Landhaus” aan het Vierwoudstedenmeer, voor zes jaar als woonst. In april 1866 betrok de componist het huis en bezielde het met uniek organisch-artistiek leven. In dit statig landgoed, omringd door een prachtig park, voltooide hij de “Meistersinger van Neurenberg” en “Siegfried”, vervolgde hij het werk aan “Götterdämmerung”, en componeerde er ondertussen in 1864, de “Huldigungsmarsch” voor Ludwig II en de hemelsmooie, “Siegfried Idyll”. De “Idyll” werd op de verjaardag van Cosima, zonder dat ze het wist, in het trappenhuis van het huis in Tribschen gespeeld op 25 december, 1870. Cosima was immers “ein Weihnachtskind”.
Een maand nadat Richard Wagner naar Tribschen was verhuisd, had zijn geliefde Cosima von Bülow hem gevolgd. In het begin kwam ze alleen op bezoek, om tegen haar zin, kort daarna terug te keren naar haar dochters en haar echtgenoot, Hans von Bülow in München. Uiteindelijk besloot Cosima om met haar kinderen blijvend in Tribschen te gaan wonen. In het jaar 1867 zag haar dochter Eva het licht (vader, Wagner ?) en op 6 juni 1869 werd Wagners enige zoon, Siegfried geboren. Kort daarna stemde Hans von Bülow in met de scheiding van zijn vrouw Cosima.
Op 25 augustus 1870 vond het huwelijk van Wagner en de hoogzwangere Cosima plaats in de plaatselijke Matthäuskirche. Er was geen groot feest. Naast pastoor Tschudi, waren alleen de getuigen, de schrijfster, Malwida von Meysenbug en de dirigent, Hans Richter, aanwezig. Een paar dagen later werd Siegfried Helferich Wagner, gedoopt.
Verdere informatie : https://www.richard-wagner-museum.ch/richard-wagner/ausstellungen