Er is geen label dat ooit de middeleeuwse “Minnesang”, het Duits hoofs liefdeslied, zo uitgebreid heeft gedocumenteerd als het label Christophorus. In een compilatie op 11 cd’s, nu gebundeld in een box, worden 167 liederen van o.a. Walther von der Vogelweide, Neidhart von Reuental, de zogenaamde monnik van Salzburg, Bernart de Ventadorn en Thibaut de Navarra gepresenteerd. Subliem!
Om de reis doorheen de hoofse klanken van het middeleeuws Europa te vervolledigen, werden naast liederen van wel 17 Duitse Minnezangers, liederen van 12 troubadours en trouvères uit de Franse en Spaanse gebieden, en enkele gesproken, spirituele verzen toegevoegd. De hoogstaande, Duitse ensembles op deze heel bijzondere release, zijn alle oude muziekspecialisten zoals “I Ciarlatani” (met o.a. Johannes Vogt en Klaus Winkler), “Ensemble für Frühe Musik Augsburg” (o.a. Hans Ganser), “Estampie” (met o.a. Sigrid Hausen, Michael Popp en Ernst Schwindl), “Per-Sonat” (o.a. Sabine Lutzenberger) en “Ensemble Leones” (o.a. Marc Lewon).
De Meesterzangers zijn Walther Vogelweide, Neidhart von Reuenthal, Oswald von Wolkenstein, Bernger von Horheim, Konrad von Würzburg, Bligger von Steinach, Friedrich von Husen (Hausen), de Mönch von Salzburg, Meister Alexander, Lüpold Hornburg, Rudolf von Fenis-Neuenburg, Fridolin Sicher, Michel (Michael) Beheim, Reinmar von Hagenau, Barthel Regenbogen, Tannhäuser en “Der Taugenhort” (“Mystische Betrachtungen”, 12 liederen) van Heinrich von Meissen (Frauenlob).
De troubadours en trouvères zijn Bernart de Ventadorn, liederen uit de bundels Carmina Burana, de Martin codex (codax) en de codex Manesse, Beatriz de Dia, Thibaut de Navarra, Audefroi le Bastart, Thibaut IV de Champagne, Gautier d’Espinal, Giraut de Bornelh, Raimbaut de Vaqueiras (o.a. “,Kalenda maya”), Guillaume de Machaut, Baptiste Romain, Peire Vidal en Richard Loqueville. Bepaalde liederen worden “Im Wiener Hofton” (bv. Winterklage “Die welt was gelf rot unde bla”), “Im Reichston” (bv.Lindenlied “Under der linden”), “Im Unmutston” (bv. Traumglück “Do der sumer komen was”), of “Im langen Ton” (bv. “Iferunge”) gebracht.
De uitvoerders zijn Andrea von Ramm, zang, Sterling Jones, vedel, rebec, lyra, draailier en harp, Timothy C. Nelson, fluiten en draailier, Christian Schmid-Cadalbert, recitant, het ensemble für frühe musik Augsburg, Per-Sonat, Ensemble Leones, Estampie en I Ciarlatani. Schitterend!
De Minnezang kende haar bloeiperiode in Duitsland, van ongeveer 1150 tot 1300, en vervolgens tot 1500. Er was een nauwe verwantschap met de Noord-Franse trouvères en de Provençaalse troubadours. De term minnezang rond de verering van de dame was een terugkerend thema. De minnezang, van het Middelhoogduitse woord “Minne”, dat liefde betekent, was in hoge mate bepaald door vaste regels. De kunst bestond vooral uit het combineren en bewerken van standaardmotieven op originele wijze, via een aantal subvormen zoals het wachterlied of daglied (het duits Tagelied of het occitaanse Alba), en het wissellied of wisselzang. Het verschil met de Franse troubadours en trouvères was vooral het nadrukkelijk hoofs karakter, waar de teksten van de Franse troubadours en trouvères, vaak meer werelds en vrijer qua vorm waren.
In een periode dat poëzie nog louter oraal was, werd de minnezang als genre binnen de hoofse literatuur, niet voorgedragen, hoewel de meeste minneliederen niettemin genoteerd werden. Veel muziek is in de loop der tijd verloren gegaan, hetgeen de reconstructie speculatief maakt. Hetzelfde geldt voor de reconstructie van de gebruikte instrumenten. Uit middeleeuwse miniaturen kan weliswaar worden afgeleid dat de luit en de fluit belangrijke instrumenten waren.
De minnezang van Spaans-Arabische oorsprong bereikte in het midden van de twaalfde eeuw via Frankrijk de Duitse gebieden en later ook de Lage Landen. De eerste minneliederen werden in de periode, van 1150 tot 1170, als epische “Donause minnelyriek”, geschreven in het Donau-gebied. De eerste belangrijke Minnezangers waren Der Kürenberger en Dietmar von Aist. De daaropvolgende vroeg hoofse minnezang, werd tussen 1170 en 1200, beïnvloed door de Franse troubadours en trouvères en gekenmerkt door vaste regels in het gebruik van de canzone en contrafacta van Franse liederen. Belangrijke vertegenwoordigers uit deze periode waren Friedrich von Hausen en Hendrik van Veldeke.
Rond 1200 ontstond de klassieke Duitse hoog hoofse minnezang, waarin men zich los maakte van de Franse invloeden en waarin ‘hartezeer’ en “hohen minne” centraal kwamen te staan, de mannelijke aanbidder stelde zich onvoorwaardelijk in dienst van zijn onbereikbare, innerlijk en uiterlijk volkomen “schoêne” geliefde, zonder hoop op vervulling. Bekende zangers uit deze periode waren Hartmann von Aue, Albrecht von Johansdorf, Reinmar der Alte, Heinrich von Morungen en Walther von der Vogelweide, die het zingen over “hartezeer” tot in perfectie cultiveerde.
In de dertiende eeuw werd het streng hoofs begrip van de “hohen minne” losser gehanteerd en werden wat meer variaties mogelijk. Het was de tijd van Wolfram von Eschenbach, Neidhart, Ulrich von Liechtenstein, Konrad von Würzburg en Otto von Botenlauben. Na 1300 werd de klassieke minnezang in het werk van Tannhauser en Oswald von Wolkenstein, geleidelijk aan wereldlijker en deels erotisch. Vanaf 1500 werden de belangrijkste elementen en stijlregels verder beoefend door de Duitse “Meistersinger”, o.a. door de beroemde Hans Sachs (foto).
Een belangrijke bron is de Codex Manesse of het Große Heidelberger Liederhandschrift, een geïllumineerd verzamelhandschrift uit ca. 1300, samengesteld door Rüdiger Manesse (1252-1304) en zijn zoon Johannes, met een bloemlezing uit twee eeuwen Duitse literatuur in het Middelhoogduits. Het boek bevat 6000 strofen van 140 auteurs uit de periode van 1170 tot 1330. Deze box mag u voor geen geld ter wereld missen! Fantastisch!
DIE GROSSEN MINNESANGER Walther von der Vogelweide Neidhart von Reuenthal Oswald von Wolkenstein Konrad von Würzburg Mönch von Salzburg Frauenlob Die Grossen Minnesanger 11 cd Christophorus CHR77432