Bij Sterck & De Vreese verscheen Het Laatste Avondmaal naar Leonardo da Vinci van Piet Boncquet & Greet Verschatse. Het prachtig boek naar aanleiding van het da Vinci- jaar, handelt over een van de oudste en best bewaarde kopieën van Het Laatste Avondmaal. Terwijl het origineel in Milaan kleur en glans verliest, schittert een kopie van het iconisch kunstwerk nog steeds in de abdij van Tongerlo. Een recente scan wijst op een reële kans dat da Vinci mee schilderde aan “Het laatste Avondmaal” in Tongerlo…
Leonardo da Vinci schilderde Het Laatste Avondmaal (Il Cenacolo of L’Ultima Cena) tijdens zijn eerste verblijf in Milaan, in dienst van de hertog Ludovico ‘Il Moro’ Sforza. Van 1482 tot 1499 werkte Leonardo nl. voor de Hertog van Milaan, Ludovico Sforza, waar hij zijn eigen studio met leerlingen had. Toen de Fransen Milaan bezetten, keerde Leonardo terug naar Florence, waar hij voor Cesare Borgia ging werken als militair architect en ingenieur. In 1506 keerde hij terug naar Milaan. Hertog Ludovico zou in 1494 of 1495 opdracht hebben gegeven om het werk te maken voor de refter van het dominicanenklooster van Santa Maria delle Grazie, ter bevordering van de eucharistische devotie. Daar kan het nog steeds bewonderd worden. De kerk was trouwens, samen met het Dominicaans klooster, gesticht door Francesco Sforza, de grondlegger van de Sforza-dynastie in de Italiaanse staat Milaan en de vader van Ludovico.
Wellicht begon Leonardo eraan in 1495. De wiskundige en franciscaner broeder, Luca Pacioli, noteerde in een traktaat voor de hertog dat Leonardo het werk voltooide op 9 februari 1498. Leonardo tekende overigens de illustraties van de regelmatig veelvlakken in het eerste deel van Pacioli’s “Divina proportione”, terwijl hij bij Pacioli verbleef en wiskundelessen van hem kreeg. “Leonardo”, zo lezen we in het boek, “had er de resultaten van zijn universele wetenschappelijke nieuwsgierigheid in verwerkt, vooral zijn natuurobservatie en zijn optische studie. In feite was Het Laatste Avondmaal een picturale synthese van Leonardo’s mechanische en dynamische visie in die periode en ook van zijn theorie van bewegingen van de geest, zoals uitgedrukt in de gebaren van de personages”. Leonardo schilderde Het Laatste Avondmaal secco, op een droge, stenen muur en niet op nat gips.
De Franse koningen Lodewijk XII en Frans I speelden een belangrijke rol in de verspreiding van het meesterwerk. Lodewijk wilde zelfs het fresco op de een of andere manier verhuizen naar zijn thuisland. Toen dat niet kon, bestelde hij een kopie. Volgens sommige experts deed ook de Engelse koning Hendrik VIII een bestelling. Terwijl het origineel in Milaan langzaam kleur en glans verliest, schittert één van de oudste en beste kopieën op linnen van het werk, nog steeds in de abdij van Tongerlo, een norbertijnenabdij bij het dorp Tongerlo in de Belgische gemeente Westerlo. Abt Arnold Streyters kocht nl. in 1545 het doek om het een prominente plaats te geven in de nieuwe kerk van de abdij.
Zijn secretaris Scheelen kocht hem uit de nalatenschap van de Antwerpse koopman Jean le Grand. Kardinaal Georges d’Amboise had de replica tussen 1502 en 1509 in Italië besteld voor de decoratie door Italiaanse kunstenaars van zijn kasteel in Gaillon in Normandië. Het werk werd omstreeks 1507, grotendeels geschilderd door toenmalige leerlingen van Da Vinci, waaronder vermoedelijk Andrea Solari. Da Vinci zou volgens de overlevering zelf het hoofd van Jezus en de figuur van Johannes hebben geschilderd.
Dat “Het Laatste Avondmaal van Tongerlo” nog steeds te bewonderen valt, mag een half mirakel heten. Vooral na de Franse Revolutie is de lijst met calamiteiten lang: talrijke verhuizingen, pogingen tot verkoop, een zware brand, primitieve restauraties, transporten in een open vrachtwagen door weer en wind en schade door diefstal.
Net als de kopie van Londen wijkt die van Tongerlo een beetje af van het origineel in Milaan, waarvan door de gebruikte techniek veel verloren is gegaan. Zo ligt er lam in enkele schotels in plaats van vissen en zijn het tafellaken en de wandtapijten verschillend. Maar in essentie is de uitwerking dezelfde: vier groepjes van drie apostelen met in het midden Jezus Christus. Elke uitdrukking, elke beweging, elke houding, elk detail op de tafel heeft een betekenis.
Maar, wie was de kunstenaar? Een leerling van da Vinci? Zijn er nog andere kopieën en waarin verschillen ze van elkaar? Heeft Da Vinci zelf aan de kopie gewerkt? Waarom is de versie van Tongerlo kunsthistorisch zo belangrijk? En, welke rol speelden de kunstenaars uit de Nederlanden in de verspreiding van da Vinci’s werk en wat beeldt dit magistrale werk precies uit en welke details zitten erin verborgen? Op al deze vragen krijgt u in het boek antwoorden.
Na de Inleiding van Peter Schmidt, gaat het eerste hoofdstuk over “De Lage Landen in de eerste helft van de 16de eeuw: creatief en ondernemend. Abt Streyters introduceert renaissance in Tongerlo”. U leest over de Kunstmarkt van Antwerpen, Italië als leerschool voor kunstenaars en de invloed van het schilderij op Vlaamse versies van Pieter Coucke en Joos Van Cleve. In “Wie schilderde de kopie van Tongerlo?” gaat het vervolgens over “Verschillende theorieën, maar ‘anoniem’ ligt het dichtst bij de waarheid”. Hier leest u over de kopie van Marco d’Oggiono (de schilder van de fresco’s in de Santa Maria della Pace in Milaan), in het Musée de La Renaissance in Écouen, de gravure van Giovanni Pietro da Birogo, ooit in het bezit van Anne de Montmorency, de kopie van Certosa di Pavia in Londen, het “Laatste Avondmaal” als wandtapijt in het Vaticaans Museum, en het fresco in de kerk Sant’Ambrogio in het dorp Ponte Capriasca nabij Lugano, waarschijnlijk van de hand van Cesare da Sesto.
Uit het hoofdstuk “Eén van de meest gekopieerde meesterwerken” blijkt dat de Replica in Tongerlo tot de selecte club van oudste en meest getrouwe versies behoort. In het hoofdstuk “De merkwaardige geschiedenis van Het Laatste Avondmaal van Tongerlo, hoe het schilderij ondanks alle tegenspoed de 21ste eeuw haalde” gaat het over de aankoop, de oudste literatuurvermelding, de Franse Revolutie, Félix de Mérode en koning Leopold I, de pogingen tot de verkoop door de abdij, het verblijf van het schilderij in Spalding in Lincolnshire, de grote brand van 1929 en de restauratie, het spectaculair transport naar Brussel, de terugkeer naar de abdij in 1966 en de diefstal en beschadiging door inbrekers.
Ten slotte gaat het in het vijfde hoofdstuk, “Het Laatste Avondmaal: meesterlijke weergave van een momentopname, het doek van Tongerlo zorgvuldig ontleed”, over, Hoe werd het doek gemaakt, wat beeldt het uit, wie zijn de figuren op het doek? Wat is de betekenis van het zoutvat bij het experimenteren met uitdrukkingen van emoties en lichamelijke houdingen en Jezus’ mysterieuze handen?, geen vis maar lam, en over de andere verschillen tussen Tongerlo en Milaan. Een prachtig boek ter ere van het da Vinci jaar over het monumentaal kunstwerk van Leonardo da Vinci in de Lage Landen, voorzien van vele kleurillustraties en talrijke details uit het kunstwerk. Niet te missen!
Piet Boncquet en Greet Verschatse studeerden allebei geschiedenis. Piet is journalist, Greet wetenschappelijk medewerker bij de Stedelijke Musea Kortrijk. Beiden hebben zich – met behulp van de norbertijnen van Tongerlo – verdiept in de archieven van en documentatie over dit werk.
Greet Verschatse, Piet Boncquet Het Laatste Avondmaal naar Leonardo da Vinci Een wonderlijke geschiedenis met een inleiding door prof. Peter Schmidt 176 bladz. kleur geïllustreerd uitg. Sterck & De Vreese ISBN 978 90 5615 518 6