Deze cd brengt enkele onbekende en zelden gespeelde werken samen, o.a. Variaties op populaire operamuziek uit Beethovens tijd, van Giovanni Paisiello, Peter von Winter en André Modeste Grétry.
WoO is de afkorting voor “Werk ohne Opuszahl”, een ‘werk zonder opusnummer’, de aanduiding van composities van Beethoven, bv. “Für Elise”, WoO 59, die tijdens zijn leven niet met een opusnummer werden uitgegeven. Na Beethovens overlijden hebben Georg Kinsky en Hans Halm, Beethovens ongenummerd werk verzameld. Deze lijst was nog incompleet en is sindsdien verder aangevuld door o.a. Willy Hess en Giovanni Biamonti.
Op de cd staan de 7 Variaties op het Kwartet ‘Kind, willst du ruhig schlafen’, WoO 75, de 9 Variaties op de Aria ‘Quant’ è più bello’, WoO 69, de Wals in Es WoO 84 en de Wals in D WoO 85, de Pianosonate in C, WoO 51 (I. Allegro en II. Adagio (voltooid door F. Ries)), de 8 Variaties op de Romance ‘Une fièvre brûlante’, WoO 72, en de 24 Variaties op Righini’s Arietta ‘Venni amore,’ WoO 65. (Righini was Beethovens leraar in Bonn).
De hier opgenomen pianosonate in C, WoO. 51 (ook Sonatina) was een onvolledige compositie voor piano, vermoedelijk gecomponeerd voor hij Bonn verliet, dat werd ontdekt onder de papieren van Beethoven na zijn dood. De compositie werd pas in 1830 uitgegeven door F. P. Dunst in Frankfurt, met een toewijding aan Eleonore von Breuning, samen met de pianotrio’s WoO. 38 en WoO. 39. Naar verluidt was Beethoven begonnen met het componeren van de sonate rond 1790-91 voor Eleonore von Breuning op basis van een brief aan haar uit 1796 waarin hij aankondigde dat een sonate die hij haar eerder had beloofd zou worden verzonden. Een recente evaluatie is van mening dat de sonate stilistische kenmerken deelt met de pianosonates, WoO. 47, nr. 1-3. De kopie van het manuscript op het moment van de dood van Beethoven had alleen de volledige eerste beweging en een onvolledige tweede beweging. Voor publicatie in 1830 componeerde Ferdinand Ries elf aanvullende muziekmaten om het tweede deel te voltooien.
De vierentwintig Variaties op de arietta ‘Venni Amore” van Vincenzo Righini,(foto) (WoO 65), werden in 1791 gepubliceerd door Götz in Mannheim, maar herzien en heruitgegeven in Wenen in 1801. Het werk was opgedragen aan gravin von Hatzfeld. De originele editie van Mannheim is echter verdwenen. Vanaf de eerste variatie wordt de lyriek van het thema uitgedrukt in vier stemmen. De negen variaties op de aria ” A pie bello ” van Giovanni Paisiello’s ‘La Molinara ‘, in A (WoO69), werden gepubliceerd in 1795, het jaar van hun compositie, en werden opgedragen aan prins Karl von Lichnowsky. Paisiello’s opera werd opgevoerd in juni 1795, en de aria bood Beethoven de gelegenheid om het pastoraal en elegisch karakter van deze heel mooie, Italiaanse melodie, te ontwikkelen tot de laatste variatie, een sierlijk Menuet.
De acht pianovariaties op “Une fièvre brûlante” uit Grétry’s ‘Richard Coeur-de-Lion ‘, in C (WoO 72), werden gecomponeerd tussen 1796 en 1797, net na de uitvoering van deze komische opera in Wenen, en werden gepubliceerd in november 1798. Deze toen populaire romance trok Beethoven aan en wist hem te inspireren tot veranderende stemmingen van zijn Variaties. Het thema ondergaat vooral in de tweede variatie een bijna Schumanniaanse metamorfose, en het karakter van de zesde variatie contrasteert met de komische geest van de vrolijke achtste. Voor zijn zeven variaties op “Kind, wiilst du ruhig schlafen’ (WoO 75), koos Beethoven in 1799 een kwartet uit Peter von Winters opera ‘Das unterbrochene Opferfest’. Een ontdekking.
Larry Weng was laureaat van de Koningin Elisabeth Wedstrijd in 2016, laureaat van de Concerto Competitie van het Boston Symphony Orchestra, de Tchaikovsky International Piano Competition for Young Musicians, de New York International Piano Competition, de Kosciuzsko Foundation Chopin Competition en de Wideman International Piano Competition. Weng speelt in Frankrijk, Zwitserland, België, Nederland, China, Japan, Brazilië en Venezuela, en trad op in vele van ’s werelds beroemde concertzalen, waaronder de Symphony Hall van Boston, de Jordan Hall van New England Conservatory, Weill Recital Hall, Merkin Hall, SubCulture, de Salle Cortot en de Sala Sao Paolo. Als enthousiaste kamermuzikant was hij verbonden aan het Ravinia Steans Institute en de Verbier Academy en speelde met gerenommeerde musici zoals o.a. Claude en Pamela Frank, Gabor Takacs, David Shifrin, David Soyer. Hij is een frequente medewerker van de Lisker Music Foundation-concertreeks in Chicago, evenals de Downtown Music in Grace in White Plains. Sedert 2017 is Larry Weng lid van het Icarus Quartet.
Beethoven Variations on themes by Grétry, Paisiello, Righini and Winter Larry Weng (piano) cd Naxos 8573939