De Duitse 18de-eeuwse componisten uit de tijd van de Regierungsbezirken en de eerste Duitse koninkrijken, zijn ondertussen genoegzaam bekend. De Duitse componisten uit de 17de eeuw uit de tijd van de Duits-Roomse keizers Ferdinand II en III en Leopold I, echter nog niet. De ensembles Harmonie Universelle en Ars Antiqua Austria dragen met deze twee belangrijke cd’s, bij tot de bredere bekendheid van deze schitterende, instrumentale barokmuziek.
Na de Dertigjarige Oorlog (1618–1648), leidde de wens van het keizerlijk hof in Wenen ten tijde van keizer Leopold I (foto), om opnieuw prestige te bereiken door middel van muziek, tot een hele generatie buitengewoon begaafde en virtuoze musici/componisten met zowel humor als diepgang. Schmelzer, Biber, Muffat, Fux en Kerll waren de leidende figuren.
Het componeren van een dialoog tussen viool en bas viola da gamba was reeds een gangbare praktijk in Engeland en Duitsland. In zijn sonate voor à viol è viola componeerde Schmelzer bv. naar Italiaans voorbeeld, een dialoog tussen twee solo stemmen met een eerder sobere continuo ter ondersteuning. Dergelijke sonaten waren geschikt voor zowel sacraal of seculier gebruik, zoals blijkt uit de titels van collecties van Schmelzer en Biber (Sacroprofanus Concentus Musicus en Sonatae tam aris quam Aulis servientes, gecomponeerd voor Maximilian Gandolph von Kuenburg, aartsbisschop van Salzburg) (foto). Speelde men ze thuis, dan hielpen de sonaten de spiritualiteit te verhogen. Kircher die na het horen in Rome van een prachtig concert door twee violisten en een theorbespeler sterke emoties ervaardde, voelde zich als opgenomen in de harmonie van de kosmos.
Het Platoons-hermetisch tractaat over muziek in het harmonisch wereldbeeld van de jezuïet Athanasius Kircher (foto), gevormd in Fulda en Paderborn, “Musurgia Universalis” (1650), was hét naslagwerk voor kloosters en hogescholen in Centraal-Europa. In dit tractaat verdeelde Kircher vocale en instrumentale composities onder in negen stijlen. De instrumentale muziek verdeelde hij onder in de Symphoniacus stylus met het oog op het bereiken van een consonante samenklank tussen instrumenten van hetzelfde type (snaarinstrumenten gestreken of getokkeld, fluiten, trompetten en trommen).
Muziek in deze stijl was geschikt als introducties tot religieuze composities in de kerk. De Stylus phantasticus stond daarentegen voor de meest vrije manier van componeren. Niet gebonden aan een of andere tekst of aan een harmonisch patroon, liet deze stijl ruimte voor de vindingrijkheid van de componist die haar dan ook aanwendde in zijn fantasieën, ricercares, toccata’s en sonaten.
De 17de-eeuwse Boheems/Oostenrijkse componist Heinrich Ignaz Franz von Biber is vooral bekend om zijn “Rosenkranz Sonaten” voor viool en continuo, gecomponeerd in dienst van bisschop Karl Liechtenstein-Kastelkorn. Hij componeerde ook een aanzienlijke hoeveelheid muziek voor strijkersensemble, “Sonatae tam aris quam aulis servientes”, twaalf sonates en 12 trompet duo’s voor 6 tot 8 instrumenten (trompetten, strijkers en basso continuo) in verschillende combinaties (1676), “Mensa sonora, seu Musica instrumentalis” (1680), zes suites voor twee violen, altviool en basso continuo, “Harmonia-Artificiosa-Ariosa”, zeven suites voor strijkers en basso continuo (1696), en een reeks van twaalf kamersonates met als titel “Fidicinium Sacro-Profanum”, voor het eerst gepubliceerd in Neurenberg in 1683.
“Fidicium sacroprofanum” (volledige titel: Fidicium Sacro-Profanum Tam choro, quam pluribus foro fidibus concinnatum en Concini aptum), (“Geistlich-weltliches Saitenspiel, für Kirche wie Marktplatz, für mehrere Streichinstrumente kunstgerecht komponiert und für das gemeinsame Spiel geeignet“), een verzameling van twaalf sonates voor snaarinstrumenten en continuo, bevat sonates in verschillende toonaarden. De titel verwees naar het feit dat Biber in de sonates, de religieuze en wereldlijke stijl combineerde. In zijn collectie heeft Biber nieuwe normen gesteld op het gebied van kamermuziek voor strijkers. Het eerste deel componeerde hij voor een vijfstemmig strijkersensemble: 2 violen, 2 altviolen, altviool en basso continuo, een combinatie die in zijn tijd het standaardensemble was in Oostenrijkse culturele kringen.
In een rijk gekleurde toonzetting weefde Biber kunstig een polyfone textuur waardoor de stemmen kunnen wisselen en naar voren komen. In het tweede deel van deze bundel doet hij afstand van de tot nu toe overwegend vijfdelige opstelling in Oostenrijk en richtte hij zich op het vergroten van de flexibiliteit van de vier afzonderlijke partijen. Op de cd staat ook de Toccata nr.12 uit Apparatus musico-organisticus, twaalf toccata’s, een Chaconne, een Passacaglia en een Nova Cyclopeias Harmonica voor orgel, van Georg Muffat.
Georg Muffat (1653-1704) was na zijn studie bij Lully in Parijs, het grootste deel van zijn leven betrokken bij de muziek van de katholieke kerk. Hij werkte als kathedraalorganist in de Elzas, verhuisde naar Beieren als student rechten en vestigde zich daarna een tijd in Wenen. Na zijn aanstelling als organist van de aartsbisschop Maximiliaan Gandolf, graaf van Küenburg inn Salzburg, onderbroken door een periode van studie in Rome (de aartsbisschop liet hem in 1681 en 1682 op studiereis naar Italië gaan), bij de beroemde Bernardo Pasquini, werd hij organist van de bisschop Johann Philipp Kardinal Graf von Lamberg (foto) in Passau.
Muffat was belangrijk voor de ontwikkeling van de instrumentale muziek. Zo componeerde hij in 1695 Florilegium Primum, zeven suites voor meerdere instrumenten (blokfluiten, strijkers en basso continuo) (opgedragen aan de Vorstbisschop Johann Philipp), gevolgd door Florilegium Secundum, acht suites voor strijkers en basso continuo (1698) en 12 Concerti Grossi, Auserlesener mit Ernst und Lust gemengter Instrumental-Musik Erste Versamblung, voor strijkers en basso continuo (1701).
In 1682 componeerde hij de hier opgenomen “Armonico Tributo”, vijf vijfstemmige sonates die Muffat open liet voor verschillende instrumentele mogelijkheden, inclusief een uitvoering als concerti grossi. U hoort de invloed van Corelli, die Muffat ontmoette toen hij in Rome was, maar er zijn ook momenten die doen denken aan Händel. Muffat combineerde op een geraffineerde wijze de Franse en Italiaanse stijlen, evenals bewegingen in de vorm van de sonata da camera en de sonata da chiesa. Een prachtig stijlvolle uitvoering door een schitterend ensemble. Niet te missen!
Heinrich Ignaz Franz von Biber Fidicinium Sacro-Profanum Harmonie Universelle Florian Deuter Monica Waisman cd Accent ACC24357
Georg Muffat Armonico Tributo Ars Antiqua Austria Gunar Letzbor cd Pan Classics PC10407