Na een voorwoord van Bernard Haitink, biedt dit boek een fascinerende kijk op het leven en denken van de jonge Mahler. Natalie Bauer-Lechner was nl. een bijzondere vrouw in Mahlers leven. Ze was zijn zielsverwante, hoopte op een huwelijk, maar werd uiteindelijk uit zijn leven verbannen door Alma Schindler. In de jaren van 1890 tot 1901 had ze nauwkeurig aantekeningen gemaakt van hun talrijke ontmoetingen en gesprekken, waardoor dit boek een sleuteltekst is voor de kennis van het leven en de opvattingen van de geniale componist/dirigent.
Natalia Anna Juliana Bauer-Lechner (1858-1921), net als de architect Otto Wagner, geboren in Penzing (Wenen), was een Oostenrijkse violiste, wiens naam bekend is gebleven omdat ze een intieme en toegewijde vriendin was van Gustav Mahler in de periode tussen 1890 en het begin van Mahlers verloving met Alma Schindler in december 1901. Tijdens deze periode hield ze een privé-dagboek bij dat een uniek beeld gaf van het persoonlijk, professioneel en creatief leven van Mahler, inclusief een exclusieve preview van de structuur, vorm en inhoud van zijn bijzondere, monumentale derde symfonie, één van zijn drie Wunderhorn-symfonieën, gecomponeerd , tussen 1893 en 1896, veelal tijdens de zomermaanden, in het “Komponierhäuschen”, nu het “Schnützelputz-Häusel” (foto) in het idyllische Steinbach am Attersee. De eerste uitvoering betrof enkel de tweede beweging, die in november 1896 in Berlijn in première ging onder leiding van Arthur Nikisch. In maart 1897 werden in Berlijn onder Felix Weingartner de tweede, vijfde en zesde bewegingen gespeeld. De première van de complete symfonie vond pas plaatse in juni 1902 in Krefeld. Dirigent was toen Mahler zelf.
„Meine Symphonie wird etwas sein, was die Welt noch nicht gehört hat! Die ganze Natur bekommt darin eine Stimme und erzählt so tief Geheimes, das man vielleicht im Traume ahnt! Ich sage Dir, mir ist manchmal selbst unheimlich zumute bei manchen Stellen, und es kommt mir vor, als ob ich das gar nicht gemacht hätte.“ (Mahler aan zijn toenmalige geliefde, de sopraan, Anna Bahr-Mildenburg, 18 juli 1896).
Bauer-Lechner was het oudste kind van vijf kinderen (vier meisjes en een jongen) van de gefortuneerde, Joods-Weense boekhandelaar en uitgever Rudolf Lechner (1822-1895) en zijn vrouw Julie, geboren von Winiwarter (1831-1905). Ze kreeg privé les en van 1866 tot 1872 studeerden zij en haar zuster Ellen (1859-1940) aan het Conservatorium van Wenen.
Beide zussen studeerden op 25 juli 1872 af met een tweede prijs. Natalie was pas 14 jaar oud. In het licht van wat er drie jaar later gebeurde nl. haar huwelijk in 1875 met de veel oudere weduwnaar, Professor, Dr. ph. Alexander Bauer (1836-1921) en daardoor als 17-jarige, stiefmoeder worden van drie kinderen, is het moeilijk aan te nemen hoe ze van 1875 tot 1878, de tijd zou hebben gevonden om deel te nemen aan de orkestrepetities aan het conservatorium tijdens Mahlers studententijd. Uit verschillende persberichten in de Weense dagbladen weten we overigens dat het eerder haar zuster Ellen (of Helene) was die vaak op dergelijke gelegenheden verscheen, en er samen met Joseph Hellmesberger Sr, kamermuziek speelde. In 1910 vormde Ellen Schlenk-Lechner korte tijd een strijkkwartet met drie mannen.
In 1895 werd Nathalie Bauer-Lechner violiste van het nieuw, volledig vrouwelijk Soldat-Roeger Strijkkwartet (foto), o.l.v. de Joachim-leerlinge, Maria Soldat-Roeger (foto). Het kwartet gaf elk jaar drie concerten in Wenen (in totaal, 51 concerten tussen 1895 en 1913), en het toerde ook door Oostenrijk-Hongarije, Duitsland, Frankrijk, Engeland en andere Europese landen. Na achttien jaar werd het kwartet in maart 1913 ontbonden. Tussen 1909 en 1912 organiseerde Natalie Bauer-Lechner vier soloconcerten in Wenen en verscheen van tijd tot tijd als soliste in verschillende Duitse steden.
De publicatiegeschiedenis van de “Herinneringen van Nathalie” is gecompliceerd. De bron was een omvangrijke verzameling aantekeningen met de titel “Mahleriana”, kennelijk afgeleid van een dertigtal dagboeken die niet meer bestaan. Tijdens haar leven werden korte fragmenten gepubliceerd in twee Weense tijdschriften: anoniem in Der Merker (maart 1912, pp. 182-88) en onder haar eigen naam in Musikblätter des Anbruch (1920, pp. 306-9). Erinnerungen an Gustav Mahler werd gepubliceerd in januari 1923, en vertegenwoordigde een bewerkte selectie uit de beschikbare materialen – evenals het later Engelstalig volume “Recollections of Gustav Mahler” (1980). De eerste Duitse editie werd in 1984 heruitgegeven in Hamburg, licht gewijzigd en met extra materialen, uitgegeven door Herbert Killian (Wenen), en met voetnoten en commentaren van Knud Martner (Kopenhagen).
Het Mahleriana-manuscript is recent in handen geweest van de wijlen Mahler-specialist Henry-Louis de La Grange maar is niet intact. Talloze pagina’s zijn door onbekende handen weggescheurd en er is geen indicatie van wat ze konden bevatten. Tijdens haar leven had Natalie Bauer-Lechner de gewoonte haar manuscript uit te lenen aan vrienden en kennissen (E.H. Gombrich meldt dat zijn ouders het al enige tijd in hun bezit hadden), en het is vermoedelijk daardoor dat materiaal kon worden verwijderd. Ook zou ooit een verzameling notities die gesprekken met Mahlers oude vriend Siegfried Lipiner (foto) bevatte, tussen haar papieren zijn gevonden. Waar die is, is niet bekend
We lezen niet alleen vele komische anekdotes over de chaotische kunstenaar, maar zijn ook getuige van de stappen in zijn carrière, waarbij hij het uiteindelijk bracht tot directeur van de Weense Hofopera. Ook zien we de jonge Mahler, die zijn eerste symfonieën componeert en uitvoert, en maken kennis met zijn ideeën over muziek, andere componisten en orkestdirectie. Wat hierbij vooral opvalt is zijn grote liefde voor het werk van Beethoven en Richard Wagner.
Het boek van Natalie Bauer-Lechner bestaat uit twee delen. Na een voorwoord van Bernard Haitink, volgt eerst een heel interessante inleiding, bestaande uit Tussen wensdroom en werkelijkheid – de tragische vriendschap van Natalie Bauer-Lechner en Gustav Mahler, De bouwstenen van Mahlers muzikale wereld in de Herinneringen van Natalie Bauer-Lechner, verantwoording van de vertaling en woord van dank, Natalie Bauer-Lechner Herinneringen aan Gustav Mahler en de voorgeschiedenis van mijn vriendschap met Gustav Mahler. Hierna volgt het Eerste deel (1890-1897). Daarin ontmoeten we bezoeken aan en zomerverblijven van Mahler in het buitenland, Boedapest, Berchtesgaden, Steinbach am Attersee, Hamburg, een Mahler-concert in Berlijn en een Paasbezoek in Hamburg, een proefconcert in München, zijn benoeming in Wenen, en als laatste, “Mahlers wezen en verschijning”.
In het Tweede deel (1897-1902) gaat het over Mahler in Wenen, vakantie in Tirol en aansluitend, de brief van Bauer-Lechner aan de Oostenrijkse socioloog en kunsthistoricus, Hans Riehl (1891-1965) over Mahlers liefdesleven. Ter vervollediging, uitgebreide noten, een overzicht van de in het boek genoemde personen, een korte biografie van Natalie Bauer-Lechner en een korte biografie van Gustav Mahler en een overzicht van zijn werken tot 1902, de geraadpleegde en aanbevolen literatuur, en de voorgeschiedenis van Bauer-Lechners vriendschap met Gustav Mahler. Essentieel! Moet u absoluut lezen!
“Erinnerungen an Gustav Mahler” werd uit het Duits vertaald en van een inleiding, toelichting en noten voorzien door Philip Westbroek (cfr. de Ijzer-Wagner uitgaven).
Natalie Bauer-Lechner Herinneringen aan Gustav Mahler 400 bladz. uitg. Ijzer ISBN 978-90-8684-168-4