Het “Altbachisches Archiv” is een verzameling muzikale composities uit het bezit van de componistenfamilie Bach, hoofdzakelijk bestaande uit motetten, cantates en kerkliederen uit de periode 1650-1700, die in Berlijn wordt bewaard. Bart Naessens koos er werk uit van Böhm, drie Bachs en Buxtehude.
Het talent van Johann Sebastian Bach als het hoogtepunt van de westerse kunstmuziek kwam voort uit minstens drie generaties begaafde voorgangers. We vieren deze afstamming door het ontdekken van het muzikaal familiearchief van de Bachs. Onder de verborgen juweeltjes bevinden zich Geistliche Konzerte van zijn neef Johann Christoph Bach en van diens vader Heinrich Bach. Op de cd staan “Ich danke dir, Gott” van Heinrich Bach, een Passacaglia voor orgel van Buxtehude, “Dir Furcht des Herrn” en “Lieber Herr Gott, wecke uns auf” van Johann Christoph Bach, een koraalbewerking van “Christ lag in Todesbanden” van Georg Böhm, en de gelijknamige cantate BWV 4 van Sebastian Bach.
Johann Ambrosius Bach (foto) zou met het aanleggen van deze verzameling begonnen zijn en zijn zoon Johann Sebastian heeft deze verzameling voortgezet. Tegenwoordig veronderstelt men dat de verzameling is begonnen in Arnstadt en pas na het overlijden van J.S. Bach in 1750, naar Leipzig is gekomen. Carl Philipp Emanuel Bach nam toen het beheer ervan over en bedacht de naam “Altbachisches Archiv”. In een inventaris uit 1790 worden o.a. werken van Johann Michael Bach en Johann Christoph Bach genoemd. Er blijken echter ook werken van Carl Heinrich Graun, Johann Joachim Quantz, Georg Philipp Telemann, en anoniem overgeleverde werken te zijn bewaard. Na het overlijden van Carl Philipp Emanuel Bach in 1788 kwam de verzameling eerst in handen van een verzamelaar voor ze uiteindelijk terecht kwam bij de dirigent en componist, Carl Friedrich Zelter, de toenmalige leider van de Sing-Akademie te Berlijn. In 1935 verscheen er een eerste editie van werken uit deze verzameling.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het Altbachisches Archiv in 1943 uit Berlijn weggehaald en ondergebracht op Schloss Ullersdorf (foto), nu Ołdrzychowice Kłodzkie, in Neder Silezië. Het gebouw van de Singakademie werd door een bombardement geheel verwoest. Na de oorlog was het Altbachisches Archiv spoorloos verdwenen tot het in 1999 door de musicoloog en Bach specialist, Christoph Wolff (foto) werd teruggevonden in het staatsarchief van Kiev in Oekraïne. De verzameling wordt sedert de terugkeer naar Berlijn, bewaard in de Staatsbibliothek zu Berlin. Dit archief is in 1999 herontdekt, nadat het jarenlang achter het IJzeren Gordijn verloren was gewaand. Sindsdien zijn er vele werken uit deze verzameling in moderne edities toegankelijk gemaakt.
Veel geestelijke cantates hadden als tekstuele basis een Bijbelse tekst of een koraal uit het christelijk Zangboek. Wanneer de cantate qua stijl en inhoud, een koraal volgde, werd het een koorcantate genoemd. In de regel was het aandeel van de koren hier groter dan in andere cantates. Een extreem voorbeeld desbetreffend, is de “per-omnes-versus”-cantate, waarin alle strofen van een koraal in de verschillende bewegingen werden verwerkt. Reeds Michael Praetorius (ca.1571-1621) componeerde een Magnificat per omnes versus super ut re mi fa sol la. Sebastian Bach baseerde zich in de koorcantates van zijn tweede cantatecyclus in Leipzig, begonnen na Trinitatis 1724, op één enkel koraal. In de meeste gevallen werden echter alleen de buitenste verzen van het koraal woordelijk en melodisch gebruikt, maar de interne verzen werden herschreven in recitatieven en aria’s.
Heinrich Bach (1615-1692) uit Wechmar (foto) was een oudoom (broer van de grootvader) van Johann Sebastian Bach en zelf grootvader van Maria Barbara Bach, de eerste echtgenote van Johann Sebastian. Heinrich Bach was de stamvader van de zogeheten Arnstadt-lijn van de familie Bach. Na de vroege dood van zijn vader Johannes Bach nam zijn oudste broer Johann Bach de opvoeding over en onderwees hij de nog jonge Heinrich in het orgelspel. Naast organist was Heinrich Bach ook componist. Naast enkele koralen voor orgel is het enige werk dat van Heinrich Bach bewaard is gebleven, de cantate Ich danke dir, Gott, waarvan de tekst gebaseerd is op psalm 139 vers 14. De cantate kenmerkt zich verder door een typisch 17de -eeuwse bezetting: een vijfstemmig strijkerskoor met twee altviolen en vijf vocalisten met twee sopranen.
Johann Christoph Bach (1642-1703) uit Arnstadt, was de zoon van Heinrich Bach en de broer van Johann Michael Bach. Hij is met Johann Sebastian Bach, Johann Christian Bach en Carl Philipp Emanuel Bach, één van de beroemdste componisten uit de componistenfamilie. Hij was organist in Arnstadt, Eisenach en Ohrdruf. Eén van zijn bekendste werken is de kantate “Meine Freundin du bist schön”, gebaseerd op het Hooglied. Dit werk en diverse andere werken van de Bachfamilie zijn opgenomen in het “Altbachische Archiv”.
In zijn vroegst geconserveerde cantate “Christ lag in Todesbanden” imiteerde Johann Sebastian op prachtige wijze de polyfone motetstijl van zijn voorgangers, die uit de mode raakte. De cantate, contrapuntische bewerkingen van het gelijknamig lied, werd gecomponeerd voor Eerste Paasdag, vermoedelijk in 1708 te Mühlhausen. Zij is bewerkt voor de uitvoering op Pasen 1724 in de Thomaskerk en de Nicolaaskerk te Leipzig. Zeven strofen van het lied “Christ lag in Todesbanden” (1524), zowel tekst als melodie, zijn een verduitste bewerking van Maarten Luther naar de Paassequens “Victimi Pascali laudes” (Laten wij het Paaslam eren) (1040) en de middeleeuwse mystieke hymne “Christ ist erstanden” uit ca 1090. Deze cantate behoort tot de eerste cantatejaargang.
De cantate is gecomponeerd voor een bezetting van violen, altviool en basso continuo. In een latere versie voegde Bach er een cornetto en drie trombones (ad libitum) aan toe, ter versterking van de koorpartijen. Het “Bach Gesellschaft” met de Neue Bach Ausgabe beschikt niet over aanduidingen of dit werk voor solisten of voor koor werd gecomponeerd. Het is zonder twijfel een vroege cantate van J.S. Bach omwille van het laag BWV-nummer 4, gecomponeerd in Mühlhausen voor Pasen 1708 of nog eerder. Er mag aangenomen worden dat Bach geïnspireerd werd door de gelijknamige cantate van Johann Pachelbel omdat zij verwijst naar hetzelfde koraal en ook stilistische overeenkomsten vertoont.
Johann Sebastian Bach is een fenomeen dat eeuwenlang mensen bleef en blijft intrigeren en fascineren. Zo ook het ensemble BachPlus, dat hier een cd uitbrengt met zelden opgenomen werken van niet alleen Bach, maar ook met werk van drie generaties begaafde voorgangers. Dit is een unieke opname vanwege het gebruik van historische instrumenten en de uitvoering door jonge zangers en musici. BachPlus brengt hulde aan de onsterfelijke Bach in een opname die privédevotie confronteert met protestantse extase. Subliem! Warm aanbevolen.
Christ lag in Todesbanden Bach Böhm Buxtehude BachPlus Bart Naessens cd Evil Penguin EPRC 0031
https://www.stretto.be/2017/04/06/over-de-passies-van-en-de-genealogie-van-de-familie-bach/