Johannes de Limburgia werd waarschijnlijk rond 1380 geboren in het hertogdom Limburg, en was lange tijd actief in Luik en in Italië. Hij woonde en werkte tussen 1431 en 1436 in Vicenza. Verschillende van zijn werken verwijzen overigens expliciet naar Vicenza, maar ook naar Venetië en Padua, en tonen een sterke band met Noord-Italië, waar zijn muziek werd verzameld.
Het oeuvre van de Lymburgia, meer dan 45 werken, is naast muziek van andere componisten ten noorden van de Alpen, zoals Johannes Ciconia en Guillaume Dufay, vervat in drie grote manuscripten uit de eerste helft van de 15de eeuw. Hoewel alleen religieuze muziek van Limburgia bewaard is gebleven, is deze rijkelijk gevarieerd, wat zowel de consistentie van de Franco-Vlaamse stijl als zijn inventieve smaak voor harmonische en melodische experimenten weerspiegelt. Op deze heel mooie cd met 15 composities ontdekt u o.a. zijn Tota pulcra es, Gaude Felix Padua, Recordare Virgo mater, Descendi in ortum meum, Magne dies leticie en Recordare frater pie.
De Vlaamse polyfonist uit de Lage Landen, Johannes de Lymburgia, die werkzaam was tussen 1400 en 1455, werkte voor Luikse kerken en was onder meer in 1426, succentor aan de Sint-Jan-de-Evangelist kerk. In de liturgie was de succentor degene die als tweede, psalmen en responsoria zong na de precentor. De succentor kon als zangmeester ook de verantwoordelijkheid hebben van de muzikale opleiding van de koorknapen. Omstreeks 1430 werkte de Limburgia in Italië, Vicenza (foto) of Padua (foto), misschien in Venetië, steden waarvoor hij motetten schreef. Wellicht was hij dezelfde persoon als Johannes Brassart, die van 1422 tot 1431 genoemd werd als succentor van de Sint-Janskerk in Luik.
Misschien was hij tevens Johannes de Francia die in de jaren 1420 in Padua verbleef. In 1431 was hij in het paleis van bisschop Pietro Emiliani (foto) van Vicenza getuige bij de opstelling van het testament van een van de leden van de Emiliani-familie, bij wie hij mogelijk in dienst was. Waarschijnlijk was Brassart geboren in Lauw in wat tegenwoordig de Belgische provincie Limburg is, maar zijn geboortedatum is slechts bij benadering bekend. In elk geval werkte hij van 1422 tot 1431, voor de Sint-Jan-de-Evangelist kerk in Luik.
De Sint-Janskerk was één van de zeven kapittelkerken van Luik. In de 14de – en 15de eeuw waren er enkele componisten van de Franco-Vlaamse School als kanunnik aangesteld, o.a. Johannes Ciconia, en Johannes de Limburgia/Johannes Brassart. Halverwege de jaren 1420 bezocht de Lymburgia/Brassart Rome, waar hij naartoe verhuisde in 1431 om bij de pauselijke kapel in dienst te worden genomen als zanger en componist. Hij maakte er, net als Arnoldus de Lantins en Guillaume Dufay, deel uit van het koor. In deze periode heeft Lymburgia/Brassart waarschijnlijk het motet Te dignitas presularis gecomponeerd, evenals het motet O flos fragrans.
In 1432 trok Brassart naar Basel waar hij zanger werd aan de kapel van de raad. Twee jaar later nam keizer Sigismund van het Heilig Roomse Rijk (foto) hem in dienst als rector van de kapel, een betrekking die hij behield tot 1443. In 1445 verhuisde hij naar Luik, waar hij een betrekking kreeg bij de toenmalige collegiale kerk van Sint-Paulus. Een bericht van 22 oktober 1455, dat aangeeft dat er een verzoek was ingediend om zijn prebende over te nemen, wijst erop dat hij dan pas moet zijn overleden.
Zijn oeuvre bestaat uit afzonderlijke misdelen (ordinaria), magnificats, hymnes en motetten. Zijn muziek toonde alle kenmerken van de Bourgondische stijl, faux-bourdon technieken (frequente 6-3 parallellen in twee stemmen die boven de belangrijkste melodiepartij, die van de tenor, zingen), isoritmie (Ars Nova stijl) en de Bourgondische cadens met de onderste stem een sext onder de bovenstem. Al zijn overgebleven muziek is religieus en bevat misdelen, introiti en talrijke motetten.
Zijn introiti, in de 5de eeuw geïntroduceerd door paus Celestinus I (foto) als een gezang bij de intrede van de priester, met menigvuldig gebruik van een cantus firmus, en de melodie meestal in de bovenste stem, behoren tot de vroegst bekende polyfone zettingen van dit proprium deel van de mis. Een schitterende cd waarop u dit alles in authentieke uitvoering kan beluisteren, en die u daarom geenszins mag missen!
Le Miroir de Musique bestaat uit de sopraan Jessica Jans (foto), Sabine Lutzenberger (foto) (mezzo-sopraan), Jacob Lawrence (tenor), Cyprien Sadek (bariton), Marc Lewon (luit), Claire Pigagnol (harp, organetto), Elizabeth Rumsey (renaissance vielle/vedel) en Baptiste Romain(vielle, rebec, bariton & directie).
JOHANNES DE LYMBURGIA GAUDE FELIX PADUA Le Miroir de Musique Baptiste Romain cd Ricercar RIC402
https://www.stretto.be/2017/07/18/ontdek-de-muziek-van-johannes-tinctoris/