Op de cd werd een symfonie gekoppeld aan een patriottisch symfonisch gedicht dat Bittner componeerde aan het begin van de Eerste Wereldoorlog. Op de cd staan nl. “Vaterland” (1915) en de Symfonie nr.1 in fa klein (1923). De cd werd opgenomen in de Philharmonic Hall van Omsk in Siberië.
Julius Bittner componeerde o.a. twee symfonieën, toneelmuziek bij Shakespeare, Nestroy en Raimund, kamermuziek (onder meer twee Strijkkwartetten en een Cello sonate), liederen, dansen uit Oostenrijk en het ongeveer 90 minuten durend, grootschalig koorwerk “Große Messe und Te Deum” (1926). Bittners eerste symfonie ging in 1923 in première in de Wiener Musikverein. Felix Weingartner dirigeerde de Wiener Phlharmoniker. De première in Berlijn was o.l.v. Erich Kleiber. Een eeuw later is nu de allereerste cd opname van het werk verschenen.
Julius Bittmer (foto), een exacte tijdgenoot van Franz Schmidt (foto), Gustav Mahler en Arnold Schönberg, is nu helaas nog slechts de naam van een perifere figuur uit de muzikale glorietijd van Wenen. Hij was een hooggeplaatst jurist en bekleedde een belangrijk kantoor in het Oostenrijks ministerie van Justitie. Het was Brahms die de jongen voorstelde aan Josef Labor, die ook de leraar was van Paul Wittgenstein, Schönberg en Alma Schindler. Labor, een andere, nu obscure figuur geworden in het muzikaal leven van de stad, wordt vandaag enkel nog herinnerd als organist (“Kaiserlich und Königlich Hoforganist”).
De naam van de Oostenrijkse componist Julius Bittner (1874-1939) is bijna volledig vergeten en toch was hij één van de succesvolste componisten van zijn tijd. Met zijn opera’s was hij een hoofdfiguur van het muzikaal Wenen. Critici noemden hem “de Anzengruber van de Opera”. Ludwig Anzengruber (1839-1889) was een heel populaire, Weense auteur van theaterstukken. Bittner droeg zijn opera “Mondnacht” (1928) op aan Alma Mahler-Werfel en het decor en de kostuums voor zijn opera “Der Bergsee” uit 1911, waren ontworpen door Koloman Moser (1868-1918), een vooraanstaand lid van de Wiener Werkstätte en de ontwerper van de glasramen (foto) in de Kirche am Steinhof in Wenen van Otto Wagner.
Maar, Bittner was ook een praktiserend advocaat. Na zijn rechtenstudie afgerond te hebben was hij nl. tot 1920 werkzaam als rechter in Wolkersdorf (Neder-Oostenrijk) en van 1920-1922 ambtenaar op het Ministerie van Justitie. Zijn beide benen waren geamputeerd, het resultaat van de verwoestende diabetes. Geen van zijn orkestmuziek werd eerder opgenomen. Dit is verbazingwekkend gezien de kwaliteit van de twee hier opgenomen werken. “Vaterland” is een expansief, Lisztiaans symfonisch gedicht, gecomponeerd in een opwelling van heftig patriottisme aan het begin van de Eerste Wereldoorlog, en zijn ambitieuze Eerste Symfonie, beïnvloed door Brahms en Bruckner, is grandioze, laatromantische, muzikale architectuur. Een immense (her)ontdekking!
Bittner kreeg zijn muziekopleiding van Josef Labor (foto) en Bruno Walter die tevens de premières van zijn eerste opera’s “Die Rote Gred” (1907) en “Der Musikant” (1909) dirigeerde. Vanaf 1922 hield hij zich in hoofdzaak bezig met componeren en was gedurende de eerste helft van de 20ste eeuw, één van de bekendste en meest gespeelde operacomponisten in Oostenrijk. Hij componeerde zijn werken in laatromantische stijl in de lijn van Richard Strauss en schreef zijn eigen libretti, meestal gebaseerd op actuele thema’s afkomstig uit de Alpenlanden. Als waardering voor zijn werk kreeg hij verscheidene onderscheidingen zoals o. a. de Mahlerprijs (1915), de Raimundprijs (1919), de kunstprijs van de stad Wenen (1925) en de staatsprijs voor muziek en literatuur (1937).
Wagner, eerder dan Brahms, was Bittners idool, en door zijn vriendschap met Bruno Walter, ontmoette hij Mahler en werd zijn advocaat. Hij werd ook gesteund door Weingartner. Hij deelde met zijn veel jongere vriend Korngold, die hem financieel steunde tijdens zijn moeilijke laatste jaren, en met Joseph Marx, een voorliefde voor orkestrale landschappen op grote schaal, en opera. “Der rote Gred” was zijn eerste succesvolle opera. Bittner overleed in januari 1939. Hij was katholiek en zijn muziek was op onverklaarbare wijze verboden door de nazi-regering in Wenen. Beluister en ontdek meteen de langzame beweging, “Sehr Langsam”, uit de eerste Symfonie. Er wacht u een verheven, muzikale ervaring!
Dmitry Vasiliev (°1972) studeerde af aan de conservatoria van Rostov en Nizhny-Novgorod. Hij studeerde bij Alexander Skulsky, Alexander Vedernikov en Vladimir Ziva. In 1997 werd onder leiding van Vasiliev het Tambov Symphony Orchestra opgericht, waarmee hij tot 2005 samenwerkte. Tijdens deze periode toerde het ensemble door Frankrijk, nam deel aan verschillende festivals, en speelde tijdens de Rachmaninoff International Youth Piano Competition. De dirigent leidde het International Rachmaninoff Festival (2001 en 2002), het Musicians of Tambov festival (1999, 2000 en 2001) en het Musical Province festival (2002). In 2002 ontving hij een Russische presidentiële beurs en in 2003 won hij een diploma op de IV International Prokofiev Competition in Sint-Petersburg. Van 2003-2005 was hij hoofdgastdirigent van het Sotsji-symfonieorkest aan de Zwarte Zee in de Noordelijke Kaukasus.
In 2005 werd Vasiliev benoemd tot chef dirigent van het Omsk Academic Symphony Orchestra. Onder zijn leiding heeft het ensemble wereldpremières uitgevoerd van werken van Mieczysław Weinberg, Tolib Shakhidi, Yuri Kozulin, Efrem Podgaits, Mikhail Bronner, Alexander Tsygankov en Ilya Heifets, evenals de Russische première van “Capriccio” van Alexander Tchaikovsky (°1946). Het repertoire van het orkest omvat nu ook jazz, muziek uit rockopera’s, musicals en soundtracks uit populaire films. In 2009 nam het Omsk Symfonieorkest onder Vasiliev deel aan het IV Festival van de Wereld Symfonie Orkesten in Moskou. In 2010 verschenen de dirigent en het orkest op het Symfonie Forum van Rusland in Jekaterinenburg, waar ze de wereldpremière van Tolib Shakhidi’s Klarinetconcerto speelden. Onder leiding van de dirigent heeft het orkest de Suites nrs. 1, 2 en 3 van Vissarion Shebalin opgenomen, Mieczysław Weinbergs Symfonie nr. 21 en “Sinfonia Pascale” (Symfonie nr. 3) en “Cargoes, Suite for Orchestra after John Masefield” (foto), van de Engelse componist, Philip Spratley (°1942) (Toccata Classics).
Julius Bittner Orchestral Music Volume One Siberian Symphony Orchestra Dmitry Vasiliev cd TOCC0500