De sessies van Reinhardt en Grappelli in Rome in 1949 waren zowel de eerste opnamen van de twee meesters van de Europese jazz, als Django’s ultiem opgenomen getuigenis van de akoestische gitaar. Op het hoogtepunt van hun maturiteit, hebben de twee kunstenaars zich zelden met zulk een genialiteit en vrijgevigheid uitgedrukt. 63 geremasterde titels op drie cd’s in deze uitgave, zijn daarvan de rechtstreekse getuigen. Een meerwaarde is de opname van de Improvisatie op het Andante uit de Symfonie “Pathétique” van Ludwig van Beethoven (cd3/62).
De drie cd’s dragen de titels “I Saw Stars” (cd1), “Djangology” (cd2) en “All The Things You Are” (cd3). Tegen de tijd dat deze opnamen werden gemaakt, had Django reeds de VS bezocht en zijn laatste opnamen gemaakt met de originele “Hot Club de France”, opgericht in 1931 door o.a. Charles Delaunay (foto), de zoon van de schilders Robert Delaunay en Sonia Delaunay. Er zou nog een laatste reeks sessies komen met de violist, Stephane Grappelli. De sessies ontstonden uit een engagement die Django en Grapelli hadden met een nachtclub, “La Rupe Tarpea”, aan de via Veneto, in Rome. Reinhardt en Grappelli gingen die verbintenis aan nadat ze eerst gespeeld hadden in Milaan, er geen ander werk werd aangeboden.
Django had in 1947 al eens een versie van “Night and Day” (CD1/11) opgenomen met trompettist Rex Stewart, een lid van het orkest van Duke Ellington. En de vooroorlogse “Hot Club” had “Nagasaki” (cd1/6), “Minor Swing” (cd2/26) , “Sweet Georgia Brown” (cd1/9) en “Swing ’39” (cd2/27) reeds opgenomen. “Manoir de mes Rêves” (cd 2/31) was de laatste keer dat Reinhardt en Grappelli samen opnamen zouden maken. Mogelijks voelden beide mannen dat ze samen nog nergens anders heen konden. Django keerde in 1950 terug naar Rome en speelde elektrische gitaar, en Grappelli werd vervangen door alt-saxofonist, André Ekyan.
Stéphane Grappelli werd in 1908 geboren als de zoon van Ernesto, een Italiaanse vader, een markgraaf en leraar filosofie, geboren in Alatri in de Italiaanse provincie Frosinone (regio Latium), en een Franse moeder, Anna-Émilie Hanocque uit Saint-Omer. Hij verloor zijn moeder op vierjarige leeftijd en rond de leeftijd van twaalf speelde hij viool op straat om wat geld te verdienen…Hij begon zijn prille, professionele carrière in 1923 als violist en pianist in bioscopen, als begeleider van stille films. In 1931 en 1932 speelde Stéphane Grappelli naast Django Reinhardt en tenor saxofonist, Alix Combelle, in het cluborkest “La Croix du Sud”, geleid door André Ekyan, die in 1936 zijn beroemde dancing-bar, annex restaurant, “Swing Time”, opende, waar de Hot Club de France, de “Swing Time tea parties” organiseerde.
In 1934 creëerde de beroemde contrabassist Louis Vola, bassist van o.a. Ray Ventura, Duke Ellington en Charles Trenet, het “Quintette du Hot Club de France” met o.a. Stéphane Grapelli en Django Reinhardt. Dit Quintette zal altijd een intermitterend bestaan hebben, ondanks verschillende tournees en talrijke opnames. Tegelijkertijd, in de jaren 1920 en 1930, speelde Stéphane samen met de beste muzikanten van het moment, en speelde in verschillende orkesten, trouwens toen vaker op piano dan op viool, o.a. in het orkest van Krikor Kelekian (Grégor), bekend als “Grégor et ses Grégoriens”, één van de beste orkesten van het moment, dat zelfs toerde en een opname maakte met Carlos Gardel. Grapelli vond zijn vriend in de grote, op 36-jarige leeftijd aan tuberculose overleden, jazz violist Michel Warlop (“Michou”), maar ook in Sylvio Schmidt, eveneens een getalenteerde violist, en de eveneens jong overleden, Stéphane Mougin, één van de beste jazzpianisten van toen.
Toen de oorlog uitbrak, was Grapelli met het “Quintette du Hot Club de France” op tournee in Engeland. Toen de sirenes loeiden, raakte Django in paniek en keerde onmiddellijk terug naar Frankrijk. Stéphane bleef ziek achter in Londen en werd in Parijs vervangen door de klarinettist en jazzsaxofonist Hubert Rostaing, de toekomstige leider van het orkest van de Moulin Rouge in Parijs en begeleider van Yves Montand. Grappelli bracht de oorlogsjaren door in Engeland, in het bijzonder in het gezelschap van de blind geboren pianist, George Shearing (foto). In het Kwintet van Shearing speelde later Toots Tielemans, gitaar.
Grapelli ontwikkelde en verfijnde er zijn techniek en zijn stijl, en toen hij in 1946 Django terug zag, speelden ze spontaan samen en registreerden “La Marseillaise”, omgedoopt tot “Echoes of France”, voor registratie in Engeland. Deze opname werd een schandaal en de matrix werd vernietigd. Na zijn samenwerking met Django Reinhardt, die het leven schonk aan wat nu “gypsy swing” wordt genoemd, nam Stéphane Grapelli meer dan honderd platen op met de grootste muzikanten van toen, o.a. Oscar Peterson, Jean-Luc Ponty, Philip Catherine, Michel Petrucciani, het Rosenberg Trio, Paul Simon, David Grisman, een bekend mandolinespeler in de bluegrass/newgrass scene, en Yehudi Menuhin (foto), om het maar niet te hebben over van zijn samenwerking met de toenmalige grote namen van de wereldmuziek, zoals met de Indiase violist, Pandit Lakshminarayana Subramaniam (foto).
Grapelli speelde ook viool op Pink Floyds “Wish You Were Here”, maar de opname werd dan toch niet gebruikt in de laatste mix voor de release van het origineel album in 1975. Het is wel opgenomen als bonus in de heruitgave van 2011. Grapelli was ook de componist en uitvoerder van soundtracks van de film “Les Valseuses” van Bertrand Blier, uitgebracht in 1974, en van “Milou en mai”, een film uit 1989 van Louis Malle. Na sinds het begin van de jaren ‘70, gespeeld te hebben in kwartet of trio verband met gitaar (Diz Disley, Isaac Ike, Martin Taylor, Louis Stewart) en contrabas (Patrice Caratini, Jack Sewing), eindigde Stéphane Grappelli zijn carrière in een magnifiek trio met Marc Fosset op gitaar en Jean-Philippe Viret op contrabas. Grapelli overleed in Parijs op 1 december 1997 en ligt begraven op Père-Lachaise. Een magnifieke uitgave, zowel ontroerend als onderhoudend, die u voor geen geld ter wereld mag missen!
Django Reinhardt Stéphane Grappelli Rome 1949 3 cd Label Ouest AD5711C