Op de cd staan twee opmerkelijke première-opnamen van twee vocale/orkestrale werken van Stanford, die onlosmakelijk verbonden waren met de Eerste Wereldoorlog maar decennia lang in complete vergetelheid zijn geraakt. De schitterende uitvoerders zijn Kiandra Howarth (sopraan), Jess Dandy (alt), Ruairi Bowen (tenor) en Gareth Brynmor John (bariton), en het BBC National Chorus & Orchestra of Wales o.l.v. Adrian Partington.
Charles Villiers Stanford (1852-1924), geboren in Dublin, werd reeds op zijn 18de, organist van Trinity College in Cambridge. Hij studeerde van 1874 tot 1876 in Leipzig compositie bij Carl Reinecke en studeerde ook bij Friedrich Kiel aan de Hochschule der Künste in Berlijn. “I learnt more from him in three months, than from all the others in three years” (Stanford over Kiel). Vanaf 1883 doceerde hij compositie aan het Royal College of Music in Londen en in 1887 werd hij als de hoofdvertegenwoordiger van de Engelse (Anglicaanse) muzikale renaissance, professor aan de Universiteit van Cambridge. Stanford componeerde o.a. zeven symfonieën, zes Ierse rapsodieën, tien opera’s, vijftien concerti, piano- en orgelwerken, kamermuziek en meer dan dertig grote koorwerken, zowel a capella (bv. Elizabethan Pastorals), als met orkest (bv. bv. “Songs of the Sea”), o.a. services in A (1880), F (1889) en C (1909). Zijn bekendste leerlingen waren Vaughan Williams en Gustav Holst.
In 1919 besloot Stanford een Mis te componeren ter herdenking van de geallieerde overwinning van WO I. De vocale partituur werd gepubliceerd in 1920, maar het bleef bijna een eeuw lang onuitgevoerd tot het manuscript werd bewerkt door Professor Jeremy Dibble en het zijn eerste volledige uitvoering kreeg op 27 oktober 2018 door het BBC National Chorus of wales, uitgevoerd o.l.v. Adrian Partington, ter herdenking van het eeuwfeest van de wapenstilstand. Op deze cd wordt de Mis gecombineerd met ‘At the Abbey Gate’, uit 1920 voor koor en orkest, geïnspireerd door de inwijding van graf van de onbekende soldaat in de abdij van Westminster in 1920.
Stanford componeerde zijn Via Victrix-Mis in 1919 en gaf het oorspronkelijk de titel ‘Mass Via Victrix 1914-1918’. Hij voegde een Latijns citaat toe uit Psalm 66, vers 12, ‘Transiverunt per ignem et aquam et eduxsisti in refrigerium’. (‘Ze kwamen door vuur en water en je bracht ze naar een plaats van verkoeling).’
Ondanks Stanfords nadrukkelijke aanwezigheid in het Brits muziekleven, maakte Via Victrix op dat moment geen indruk. Hoewel de vocale partituur in 1920 werd gepubliceerd, werd enkel het Gloria met orgelbegeleiding uitgevoerd. Dit gebeurde tijdens een concert met Britse muziek in juni 1920 in de kapel van King’s College in Cambridge. De uitvoering op deze cd is de eerste keer dat de “Mass Via Victrix”, volledig met orkest te horen is.
De muziek is indrukwekkend. Het ‘Gloria’ begint bv. vreugdevol en energiek maar, de ‘Qui tollis’ episode wordt gedomineerd door de expressieve, chromatische partijen van de solisten. ‘Quoniam tu solus’ brengt een totaal andere stemming. Gespannen crescendo’s banen de weg voor een passage met krachtige contrapuntische muziek, die de uitvoerders met grote vitaliteit weergeven.
Het ‘Credo’ begint sterk en nadrukkelijk, maar op de woorden ‘Et incarnatus est’, verandert ook hier de stemming. In de passage die volgt, moeten de solisten het voortouw nemen. Stanford voegt in deze episode een kort Adagio in op de woorden ‘Et homo factus est’. De ‘Crucifixus’-episode is heel dramatisch met dynamische contrasten. De muziek klinkt eerst heel zacht op ‘Et sepultus est’, waarna Stanford een kort maar voortreffelijk orkestraal postludium componeerde, met een citaat uit zijn Stabat Mater (“Symphonic Cantata”) uit 1907.
‘Sanctus’ en ‘Benedictus’, die een geheel vormen, zijn heel bijzonder. Het ‘Sanctus’ wordt geopend met een subtiele orkestintroductie en de zang die volgt is voor het grootste deel ingetogen. Bij het woord ‘Sabaoth’ horen we weer martiale ritmes en dan krijgt de koorschriftuur meer volle klank. ‘Hosanna’ is ontspannen en vloeiend. Het ‘Benedictus’ volgt zonder pauze en tijdens de orkestintroductie klinkt opnieuw het Stabat Mater-citaat. Het ‘Benedictus’ als geheel is een lyrisch genot. De muziek is vloeiend en vol delicate charme en voor het grootste deel lopen de solisten voorop met het koor op de achtergrond. Het tempo is perfect en zangers en orkest brengen de subtiele muziek met veel finesse.
Het is wachten tot het ‘Agnus Dei’ voor een substantiële vocale solo. Een zachte, orkestrale introductie maakt plaats voor een zacht smekende sopraansolo. Kiandra Howarth (foto) zingt deze uitgebreide solo heel expressief. Dit deel van de partituur bevat overigens ook een opmerkelijke altvioolsolo. De melancholische toon van de altviool vormt een goede aanvulling op de sopraanstem. Er is een interessante passage waarin de overige drie vocale solisten, de een na de ander, quasi recitativisch, ‘Agnus Dei, qui tollis peccata mundi’ zingen. De gelijkenis met de Missa solemnis van Beethoven is opvallend en als om de verwantschap te benadrukken, lanceert Stanford, net als Beethoven, onmiddellijk een verlengde orkestpassage. Zijn krachtige mars is niet zo onrustig en verontrustend als de opmerkelijke passage in de mis van Beethoven, maar de intentie om muzikale strijd en turbulentie te creëren is net zo duidelijk. Als het koor terugkomt met een opeenvolging van crescendo’s, verrast Stanford opnieuw, net zoals hij deed aan het einde van het ‘Gloria’. Dit keer doet hij dat door een plotse pauze, waarna solisten en koor het woord ‘pacem’ rustig en lief zingen, richting een bevredigend einde.
Als u deze Mis beluistert is het onbegrijpelijk dat de muziek van Stanford uit de mode raakte, zelfs nog tijdens de laatste jaren van zijn leven, en dat dit werk veroordeeld werd tot onverdiende onbekendheid. Deze opname is bijgevolg een reden tot vreugde. Dit geldt trouwens ook voor het zeer hoog niveau van deze opname. De vier jonge solisten zingen als een team en het BBC National Chorus of Wales zingt de muziek met grote overtuiging. Hun orkestrale collega’s zijn niet minder indrukwekkend. Stanfords climaxmomenten worden nobel weergegeven, terwijl de vele passages met delicate muziek, gevoelig worden gespeeld. Niet te missen!
In 1920 werd besloten dat Westminster Abbey, de rustplaats van zoveel Britse soevereinen, ook de rustplaats zou worden van een onbekende, Britse soldaat die in Frankrijk was gesneuveld. Het lichaam werd uit Frankrijk gebracht en op 11 november 1920 op Remembrance Day, tijdens een plechtige optocht door de straten van Londen langs de Cenotaaf, die toen werd onthuld door Koning George V, ceremonieel begraven in het schip van Westminster Abbey. Vlak daarvoor, op 26 oktober, publiceerde The Times een artikel over de komende ceremonie met een gedicht van Charles John Darling, getiteld ‘At the Abbey Gate’. Het gedicht was een ingebeelde dialoog tussen de geest van de onbekende soldaat en degenen die zich verzamelden om zijn lichaam te begroeten bij aankomst in de abdij.
Stanford besloot het gedicht op muziek te zetten. De compositie werd voltooid in november 1920 en de eerste keer uitgevoerd, onder leiding van de componist, in maart van het daarop volgend jaar. De bariton zingt de woorden van de onbekende soldaat. Er is een lange en waardige orkestintroductie (In modo di marcia funèbre), die vermoedelijk de processie naar de abdij vertegenwoordigt, waarna het koor de soldaat begroet. De soldaat onthult daarna zijn identiteit (‘Ik was en ben niemand’) en de verstilde muziek bij deze passage is indrukwekkend. De muziek die volgt heeft grandeur. Er is een statig orkestpostludium dat culmineert in een citaat van de Dodenmars uit Händels “Saul”. Hieraan participeert het orgel en geeft de muziek de nodige luister, voor de muziek wegsterft in een rustige finale. Gareth Brynmor John is hier een waardige solist en Adrian Partington krijgt volmondig de juiste respons van het koor en orkest.
De cd werd opgenomen in Hoddinott Hall in Cardiff. Beide composities werden uitgegeven en bewerkt voor uitvoering door prof. Jeremy Dibble van Durham university. Dirigent Adrian Partington heeft beide werken opnieuw tot leven gebracht in een zorgvuldig voorbereide en toegewijde uitvoering. De klank van de opname is daarenboven erg goed. De ingenieurs hebben een zeer goede en realistische balans bereikt tussen orkest, koor en solisten. In het bijzonder is het zeer verheugend dat het koor nooit overstelpt wordt door de instrumenten. Heel bijzondere muziek in een heel bijzondere opname, die u niet mag missen.
Stanford Mass ‘Via Victrix’ At the Abbey Gate Kiandra Howarth Jess Dandy Ruairi Bowen Gareth Brynmor John BBC National Chorus & Orchestra of Wales Adrian Partington cd Lyrita SRCD382