“Early Piano”, een magnifieke 10 cd-box, op het label Alpha. Niet te missen!


In deze box spelen topmusici composities van 18de en 19de-eeuwse componisten op authentieke, historische klavierinstrumenten.

Van alle instrumenten die de loop van de muziekgeschiedenis hebben gemarkeerd, heeft de piano zeker een van de meest opmerkelijke evoluties doorgemaakt. Het begon als een intermediair, voorbijgaand stadium tussen twee instrumentale tradities. Na zijn uitvinding met de naam Gravicembalo col piano’e forte, door Bartolomeo Cristofori (foto) aan het begin van de 18de eeuw, verving de piano geleidelijk de getokkelde snaren van het klavecimbel door gehamerde snaren en in tegenstelling tot de voor de ontwikkeling van de piano gebruikelijk spinet en klavecimbel, kon op een fortepiano zowel hard (forte) als zacht (piano) gespeeld worden.

Bij het stoss-mechaniek (de latere Engelse mechaniek) zat de hamer op een aparte hamerlijst, bij het prell-mechaniek (werd later het Duitse of Weense mechaniek) was de hamer onmiddellijk op het achtereinde van de toets bevestigd. Deze mechaniek speelde veel lichter dan het stoss-mechaniek. De bekende pianobouwer Johann Andreas Stein (1728-1792) voerde diverse verbeteringen door aan het Prell-mechaniek, waarbij onder andere de “Auslösung” (échappement) werd aangebracht. Daarmee schiep hij het lange tijd gangbare Duitse mechaniek, dat na verhuizing van Steins dochter Nanette Stein (die met pianobouwer Streicher was getrouwd) naar Wenen vanaf dan bekendstond als het Weense mechaniek.

Naast de ‘Auslöser’ Stein voegde Stein ook de ‘vanger’ toe (de vanger vangt de hamer op na de aanslag, zodat deze dicht bij de snaar blijft en snel weer kan worden gespeeld, waardoor snellere repetitie van dezelfde toets mogelijk werd). Ook verving Stein de tot dan toe gangbare kniehefbomen die effecten konden bewerkstelligen door voetpedalen. Broadwood kreeg in 1783 het patent op de uitvinding van het pedaal en in 1822 vond Érard het repetitiemechaniek uit (mechanisme à double échappement), waarbij de hamer na de aanslag niet in de rusttoestand terugvalt, doch halverwege wordt opgevangen door een met leer bespannen vanger.

Het voordeel was dat er nu sneller achtereen op dezelfde toets kon worden gespeeld. Het gietijzeren raam en het kruissnarige systeem werden voor het eerst in Amerika toegepast. Hierdoor konden er ook grotere spanningen op de snaren komen dan bij de houten frames van voor die tijd, wat resulteerde in krachtiger fortes en betere mogelijkheid tot stemmen.

Deze innovaties maakte een veel breder scala aan dynamische nuances mogelijk, waarvan uitvoerders en componisten in de loop van de 18de en vooral in de 19de  eeuw, steeds meer overtuigd geraakten. Na Cristofori ontwikkelde de Duitse klavierbouwer, Gottfried Silbermann het instrument verder, en de klank werd uiteindelijk meer en meer als deze van de piano zoals we die vandaag kennen. In de zoektocht naar interpretaties die zo dicht mogelijk bij die uit het verleden komen, hebben sommige pianisten vandaag in het kader van de authentieke uitvoeringspraktijk, de vroege pianoforte geadopteerd en de luisteraar de mogelijkheid geboden om de klank te ontdekken die de componisten zelf moeten hebben gehoord en bedacht. Sterk overtuigd van de juistheid van deze aanpak, heeft het label Alpha, 10 cd’s van deze opnames verzameld, in een aantrekkelijk geproduceerde box, met werken van verschillende componisten, onder wie Haydn, Chopin, Beethoven en Schumann, uitgevoerd door enkele iconische pianisten, zoals Freddy Eichelberger, Jos van Immerseel, Alexei Lubimov en Eric Le Sage. Niet te missen!

Op cd 1 met muziek van Johann Gottlieb Graun, Carl Philipp Emanuel Bach en een anonieme Sonate uit de 18de-eeuwse, Berlijnse School, speelt Lucile Boulanger op een Viola da gamba van François Bodart, uit 2006, naar Joacham Tielke, (zeven snarige basgamba), speelt Arnaud De Pasquale op een Pianoforte van Kerstin Schwarz, naar een Johann Gottfried Silbermann uit 1749 en op een instrument naar  Bartolomeo Cristofori, 1722 & 1726 (transcriptie van een Sinfonia in la klein van C. P. E. Bach), samen met Laurent Stewart (Pianoforte).

Op cd 2 speelt Bobby Mitchell op een anoniem, Pianoforte (Wenen 1799 – restauratie Chris Maene), drie Sonaten en drie losse composities van Joseph Haydn.

Op cd 3 speelt Alexei Lubimov op een Pianoforte van Alois Graff uit 1828, de drie laatste Pianosonaten van Beethoven.

Op cd 4 speelt Olga Pashchenko op een Pianoforte van Christopher Clarke (serial No. 11) naar Johann Fritz, (Wenen ca. 1818), twee reeksen variaties, twee pianosonaten en de Fantasia op. 77 van Beethoven.

Op cd 5 zingt de bariton, Arnaud Marzorati, 15 chansons van de Franse dichter en chansonnier, Pierre-Jean de Béranger (1780-1857) (foto), begeleid door Yves Rechstreiner op harmonium en door Freddy Eichelberger op een Pianino Pleyel uit 1845, (collectie Philippe Jolly). Heel bijzonder!

Op cd 6 staat Schuberts liedcyclus, “Winterreise” door de bariton, Thomas Bauer, begeleid door Jos van Immerseel op een Pianoforte van Christofer Clarke, (1988 Cluny).

Op cd 7 speelt Arthur Schoonderwoerd 14 werken van Chopin op een Pleyel uit 1836.

Op cd 8 spelen Gordon Nicolitch, viool, Christophe Coin cello en Eric Le Sage, Piano Steinway uit 1875 (Private collectie, Chris Maene), twee Klaviertrio’s van Robert Schumann.

Op cd 9 spelen worden ze vervoegd door Paul Meyer, klarinet, in het Klaviertrio nr. 3 op. 110, de Fantasiestücke op. 88 en de 6 Studien in Kanonischer Form op. 56 van Schumann.

Op cd 10 ten slotte, speelt Patrick Scheyder op een Pleyel uit 1846, tien composities, waaronder “Liebesträum”, van Liszt.

Early piano diverse uitvoerders 10 cd Alpha classics Alpha 569https://www.stretto.be/2020/03/31/les-maitres-du-piano-een-magnifieke-box-met-11-cds-op-het-label-alpha/