Mede door het werk van Heino Eller, kwam er in de loop van de 20ste eeuw, eigen Eslandse, nationale muziek tot stand. Deze beide cd’s geven een goed sonoor beeld van Ellers kleurrijke orkestratiekunst.
Na het ontwaken van de Estlandse nationaliteit (Ärkamisaeg) ontstonden de eerste professionele Estse musici en in de jaren zestig begon de Sovjetregering volkskunst uit haar deelrepublieken aan te moedigen. Lokale etnografische bands werden gevormd nadat Leiko, een koor uit Värska, in 1964 samenkwam. De jaren 1950 en ‘60 zagen ook de publicatie van Herbert Tampere’s “Eesti rahvalaule viisidega” (Estlandse volksliederen met instrumentale stukken). De eerste LP opname van traditionele muziek, “Eesti rahvalaule ja pillilugusid” werd uitgebracht in 1967 en in de jaren tachtig vond een reeks festivals plaats met muziek die de opwinding voor de vrijheid van meningsuiting stimuleerde.
Estland produceerde ook een aantal klassieke componisten met een grote reputatie in de twintigste eeuw, onder wie Miina Härma (1864–1941), Rudolf Tobias (1873–1918), Heino Eller (1887–1970), Artur Kapp (1878-1952), Artur Lemba (1885–1963), Mart Saar (1882–1963), Lepo Sumera (1950–2000) en Eduard Tubin (1905–1982).
Heino Eller, leerling van Maximilian Steinberg en de leraar van Arvo Pärt, kan worden beschouwd als één van de grondleggers van de professionele muziekcultuur in Estland. Tussen 1920 en 1940 doceerde hij compositieleer en muziektheorie aan de Hogere Muziekschool in Tartu. De stijl van zijn composities en die van zijn leerlingen, van wie de bekendste Eduard Tubin was, werd wel de ‘Tartuse School’ genoemd, als tegenhanger van de ‘Tallinnse School’, onder leiding van Artur Kapp. Ellers eerste vrouw, de pianiste Anna Kremer/Fenrich, werd in 1942 in een concentratiekamp in Osiek Grodkowski, vermoord.
Ellers erfenis is tweeledig. In zijn productieve instrumentale composities smeedde hij een uitgebreide stijl die met succes zowel moderne als nationale elementen combineerde, en als een prominente professor compositie gedurende een halve eeuw, beïnvloedde hij generaties van Estse componisten. De opname van het Estonian National Symphony Orchestra onder leiding van Olari Elts en met violiste Baiba Skride (foto) bevat enkele hoogtepunten uit de catalogus met orkestwerken van de componist en is een passend eerbetoon aan het eeuwfeest van de onafhankelijkheid van Estland. Het vioolconcerto van Heino Eller, zelf violist, was daarenboven het eerste in zijn genre in de Estse muziek. Gecomponeerd in de jaren 1930 was het werk in één beweging gepland om in juni 1940 in Tallinn te worden uitgevoerd.
Om onbekende redenen werd het werk ingetrokken tot maart 1965 toen Neeme Järvi de première dirigeerde. Een ander werk voor viool en orkest, Fantasy, werd gecomponeerd in 1916 en georkestreerd in 1964. Fantasy is een van de vroegste composities die de kenmerkende individuele stijl van Eller draagt. Zijn gevoelige lyriek en charmante eenvoud geven het werk een blijvende aantrekkingskracht. De “Symphonic Legend” is Ellers grootste partituur, voorafgaand aan de Eerste Symfonie (1936).
Ze ging in première in juni 1923 in Tartu (foto) , maar Eller herzag de Symphonic Legend voor uitvoeringen in 1938. Een werk met een schat aan muzikaal materiaal en meesterlijke orkestratie, werd de Symphonic Legend vervolgens alleen nog uitgevoerd in 2014 door Olari Elts met het Estonian NSO. De huidige opname is de eerste opname. Heino Eller componeerde tussen de jaren 1930 en 1960, drie symfonieën. In tegenstelling tot zijn andere twee symfonieën, heeft de 2de symfonie slechts één beweging. Het streng en soms tragisch karakter van de muziek was onverenigbaar met de eisen van de officiële Sovjet-culturele ideologie.
Het tweede volume van de reeks gewijd aan de orkestwerken van Heino Eller door het Estonian National Symphony Orchestra onder leiding van dirigent Olari Elts, is opnieuw een baanbrekende inleiding tot de kleurrijke muziek van één van de grondleggers van de Estse muziekschool. Dit volume bestaat uit de symfonische gedichten van Eller en bevat enkele van Ellers vroegste symfonische werken, waaronder één van zijn bekendste werken, “Dageraad” (“Koit”).
Op de cd “Symphonic Poems” staan “Night Calls”, de Symfonische Suite “White Night” (I. White Night, II. In Dance Rhythm, III. Reminiscences, IV. Camp Fire, V. Fisherman’s Song, VI. In March Rhythm en VII. White Night), “Twilight” (Schemering – Videvik) en “Dawn”.
Olari Elts (°1971) uit Tallinn, was van 2001 tot 2006. de voornaamste dirigent van het Lets Nationaal Symfonie Orkest en hij is de oprichter en directeur van het hedendaagse muziekensemble NYYD Ensemble. In september 2006 nam hij de nieuw gecreëerde functie van artistiek adviseur van het Orchestre de Bretagne over. Hij werd benoemd tot hoofdgastdirigent van het Scottish Chamber Orchestra vanaf het begin van het seizoen 2007-2008. Eveneens in 2007 werd hij benoemd tot hoofddirigent van het Estonian National Symphony Orchestra. Elts dirigeerde Finse Radio, Yomiuri Symphony Orchestra, Dresden Sinfoniker, Stuttgart Radio Symphony Orchestra, Lucerne Symphony, Orchestre National du Capitole de Touloluse, City of Birmingham Symphony, Ensemble Modern en het Cincinnati Symphony Orchestra, waarmee hij zijn Amerikaans debuut maakte.
Hij bezoekt ook regelmatig Australië en Nieuw-Zeeland en dirigeert er orkesten als Melbourne Symphony Orchestra, Adelaide Symphony Orchestra, Western Australian Symphony Orchestra en het New Zealand Symphony Orchestra. Elts opera-werk omvat uitvoeringen met de Estonian National Opera van Brittens Albert Herring en Puccini’s Il Trittico, evenals Don Giovanni en Idomeneo van Mozart met het Estonian National Symphony Orchestra. In het najaar van 2008 dirigeerde hij uitvoeringen van Marschners Der Vampyr in het Rennes Opera House, en ook in Hongarije. In 2001 ontving Elts de “4th class Order of the White Star“ van Estland als erkenning voor zijn uitstekende bijdrage aan muziek.
Heino Eller Violin Concerto Fantasy Symphonic Legend Symphony No. 2 Estonian National Symphony Orchestra Olari Elts cd Ondine ODE13212
Heino Eller Symphonic Poems Estonian National Symphony Ochestra c Olari Elts cd Ondine ODE 1335-2