Hervé Niquet dirigeert hier briljant en gevoelig het Vlaams Radio Koor en het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Luik, en de Zwitserse mezzo Ève-Maud Hubeaux, is de prachtige aartsengel in deze heel bijzondere, maar zeldzaam uitgevoerde compositie.
“Redemption” (1873), op het kruispunt van het oratorium, de opera en het symfonisch gedicht, een genre dat verder geëxploiteerd werd in “Les Béatitudes” (1879) en “Psyche” (1887), was in het oeuvre van César Franck een cruciaal werk. Door Redemption werd César Franck, “Père Franck”, de leider van de nieuwe Franse compositieschool, de componist van “Éolides” (1876), “Le Chasseur maudit” (1881), en de “Variations symphoniques” (1885). De organist transformeerde zijn virtuoze orgelklanken in grootse orkestrale en vocale composities, en werd één van de belangrijkste vertegenwoordigers van het muzikaal symbolisme.
In 1859 werd César Franck (1822-1890) organist van de nieuwe Église Sainte-Clotilde, de eerste neogotische kerk van Frankrijk, waar hij op 1 december één van de mooiste instrumenten van de orgelbouwer Aristide Cavaillé-Coll inwijdde. Franck bleef daar organist tot aan zijn overlijden. In februari 1872 begon hij als docent orgel aan het Conservatorium in Parijs als opvolger van François Benoist (foto).
Eén van zijn leerlingen was Vincent d’Indy, die later een biografie zou schrijven waarin hij zijn oud-leraar op een lyrische toon verheerlijkte. In 1871 onderbrak Franck de compositie van ‘Beatitudes’ om ‘Redemption’, voor solo mezzosopraan, gemengd koor en orkest, in zes maanden tijd te componeren. De compositie was op verzen van Édouard Blau (1836-1906) (foto), de librettist van o.a. “Le Cid” en “Werther” van Massenet, en van “Le Roi d’Ys” van Édouard Lalo, naar een idee van de componist en geïnspireerd door de oorlog van 1870.
Na verschillende bewogen repetities, werd het poème-symphonie op 10 april 1873 in première gespeeld op de Concerts spirituels in het Théâtre de l’Odéon in Parijs o.l.v. Edouard Colonne. De uitvoering voor een bijna lege zaal was echter een complete mislukking. Franck moest zich tevreden stellen met een quasi-lezing van het orkest en een uitvoering zonder effect. Zeer getroffen, liet Franck zich overtuigen door Duparc en d’Indy, zijn leerlingen, om zijn partituur te herwerken en een tweede versie te componeren. In het bijzonder herschreef hij de interlude, “Morceau symphonique”, dat als een overgang tussen de twee delen diende. Deze versie, heel anders dan de vorige, uitgevoerd in 1875 in het Théâtre Ventadour in Parijs, was evenmin een succes. Het was pas in 1896, zes jaar na het overlijden van Franck, dat het werk het publiek en de critici kon overtuigen. Sindsdien werd Redemption op concert vaak gecombineerd met de uitvoering van het oratorium ‘Redemption’ uit 1882, van Charles Gounod.
Het argument van ‘Redemption’, bestaande uit negen nummers in twee delen, is niet zonder grandeur. Het kan worden samengevat als de overwinning van geloof en gebed op de barbaarsheid van het heidendom en genot met twee vormen van verlossing, de eerste die door Christus op aarde werd bediend, de tweede die door gebed wordt verkregen.
Het eerste deel begint met een instrumentale introductie, waarvan de zachte maar droevige melodie in canonvorm, het cyclisch motief van het werk wordt, tegengesteld aan het donker “Choeur terrestre” (twee sopraan-, tenor- en baspartij), geïntroduceerd door een krachtige orkestpassage. Het aards koor, ” Que le jour monte ou s’abaisse”, en het mannenkoor (tenoren en bassen), “Ô guerre, tu déchaînes”, portretteren de passies van de heidense wereld. Een nieuw gebruik van de canon in het engelenkoor (2 sopranen) laat horen hoeveel dank de componist verschuldigd was aan Bach, bij wie hij orde en constructie vond. De engelen komen de verlossing aan de mensen aankondigen in een koordialoog, “Où mènent vos chemins? – Vers le Maitre”. Dan stijgt het gezang van de Aartsengel (mezzosopraan) op die steeds meer oplicht, terwijl het mannenkoor Kerstmis zingt voor de kribbe. De finale wordt ingezet door het voltallig koor, “Devant la loi nouvelle, le monde est prosterné”.
Er is geen spoor meer van de eerste versie van het “Morceau symphonique” waarmee Franck de vreugde van de wereld wilde symboliseren die getransformeerd wordt en bloeit onder het woord van Christus”, de triomf van het geloof en de ongelukkige terugkeer van de mensheid met het bitter verlangen naar genot en onrust. In plaats daarvan componeerde hij een nieuw symfonisch stuk in re klein en een mannenkoor met drie tot vier stemmen (tenoren en bassen), “Où sommes-nous? L’univers est maudit”. Als een bewonderenswaardige prefiguratie van zijn magistrale Symfonie in re klein, is dit symfonisch stuk het enige fragment uit “Redemption” dat vandaag nog op concerten wordt gespeeld.
Het derde deel begint met het triest gezang van het engelenkoor (sopranen en alten), “Nous sommes au ciel bien loin de vos fanges”, waarop de instrumenten reageren met een klagende melodie. Daarna, boven het warme gebed van de Aartsengel, “Le flot se lève”, dat moduleert van si klein naar si groot, rijst het “profetisch thema”, gezongen door de engelen, “L’homme par la prière peut avoir son pardon”. Een koor van evenwichtige architectuur (“Choeur général”), “Seigneur, oublie l’erreur et la folie”, opgevat als een hymne, besluit dit groots, mystieke werk. Warm aanbevolen!
César Franck Rédemption Poème-Symphonie d’Édouard Blau Ève-Maud Hubeaux mezzo-soprano Vlaams Radio Koor Orchestre Philharmonique Royal de Liège Hervé Niquet direction cd Musique en Wallonie MEW 1994