“De zeven steden” (“The Map of Knowledge”) laat zien hoe het denken van Byzantijnse, islamitische en Europese wetenschappers zich heeft ontwikkeld tussen de klassieke oudheid en de renaissance, een periode die van groot belang was voor ons huidig denken. We volgen de belangrijkste ideeën, die de basis vormden van de hedendaagse geneeskunde, wiskunde en astronomie, op een spannende reis, voortgedreven door een onverzadigbare nieuwsgierigheid naar de wereld. Subliem!
Violet Moller neemt u mee naar het zesde eeuws Alexandrië en het negende-eeuws Bagdad, naar het islamitisch Córdoba en het katholiek Toledo, naar Salerno’s middeleeuwse, medische school, (in Salerno stond nl. één van de oudste universiteiten van Europa, de Schola Medica Salernitana, één van de belangrijkste bronnen van medische kennis tijdens de middeleeuwen), Palermo, de hoofdstad van Sicilië met een levendige mix van culturen, en uiteindelijk naar Venetië, waar de drukpersen geometrie mogelijk maakten en zorgden dat de enorme hoeveelheid geschriften over het sterrenstelsel en de geneeskunde nog meer en beter werden verspreid.
Violet Moller volgt de epische reis door zeven steden en meer dan duizend jaar van de ideeën van drie van de grootste wetenschappers uit de oudheid, de wiskundige en “vader van de meetkunde”, Euclides, die in zijn boek “De Elementen”, de eigenschappen van geometrische vormen en gehele getallen afleidde uit een verzameling axioma’s, de Grieks/Romeinse arts, Claudius Galenus (129-199) uit Pergamon (het huidige Bergama in Turkije), de man van de vier lichaamssappen of humores, en de astroloog, astronoom, geograaf, wiskundige en muziektheoreticus, Claudius Ptolemaeus (87-na 150) (foto).
Daarin volgen we hen van het zesde-eeuws Alexandrië tot het negende-eeuws Bagdad, van moslim Cordoba tot katholiek Toledo, van de middeleeuwse, medische school van Salerno tot Palermo, tot Venetië. Daar verspreidden de drukpersen van de handelsstad de geometrie van Euclides, het sterrenstelsel van Ptolemaeus en Galenus’ uitgebreide verzameling geschriften over medicijnen, nog verder. Bij het traceren van deze fragiele verbintenissen van kennis van eeuw tot eeuw, van oost naar west en van noord naar zuid, onthult Moller ook het web van verbindingen tussen de islamitische wereld en het christendom, verbindingen die astronomie, wiskunde en geneeskunde van het begin af aan transformeren.
In opeenvolgende hoofdstukken wordt het accent steeds op een andere stad gelegd. Het verhaal begint in Alexandrië, waar gekeken wordt wanneer en hoe de teksten zijn geschreven. “Van daar uit”, zo lezen we, “hebben ze zich een weg gevonden naar het oostelijke deel van het Middellandse Zeegebied, Syrië en Constantinopel. Daar zijn ze tot de 9de eeuw gebleven, toen geleerden uit de nieuwe stad Bagdad, de hoofdstad van het uitgestrekt islamitisch rijk, erop afkwamen om ze in het Arabisch te vertalen en de erin vervatte ideeën te gebruiken als fundament voor hun eigen wetenschappelijke ontdekkingen.
Bagdad was na de oudheid het eerste centrum van wetenschappelijke kennis, en in de loop der jaren heeft de stad andere steden in de Arabische wereld geïnspireerd om ook bibliotheken te bouwen en geld ter beschikking te stellen voor de wetenschap. De belangrijkste daarvan was Córdoba, in het zuiden van wat nu Spanje is. Die stad werd geregeerd door de dynastie der Umayyaden. Dankzij hun steun konden de werken van Euclides, Ptolemaeus en Galenus worden bestudeerd en werden hun inzichten door generaties wetenschappers kritisch bekeken en bijgesteld. Van Córdoba vonden die opvattingen hun weg naar andere steden in Spanje”. Toen de christelijke reconquista begon, werd Toledo een belangrijk centrum waar teksten werden vertaald. Vanuit Toledo kwamen ze ook in de westelijke christelijke wereld terecht.
“Dat was de hoofdroute”, zo vervolgt de auteur, “die de teksten volgden, maar er waren in de middeleeuwen nog andere plaatsen waar antiek Griekenland, de Arabische wereld en de westerse cultuur met elkaar in contact kwamen. Salerno, in het zuiden van Italië, was een plek waar medische teksten uit Noord-Afrika terechtkwamen (in het Arabisch, maar afkomstig van Galenus) en werden vertaald in het Latijn. Daardoor werd Salerno eeuwenlang een centrum van medische kennis en speelde het een grote rol bij de verspreiding daarvan.
In Palermo namen Ptolemaeus en Euclides de plaats in die Galenus in Salerno had, want hier werden handschriften van ‘De Elementen’ en ‘De Almagest’ rechtstreeks uit het Grieks in het Latijn vertaald, zonder de omweg via het Arabisch, in de hoop dat dit een nauwkeuriger tekst zou opleveren. De drie divergerende strengen kwamen weer bij elkaar in Venetië, waar in de eerste helft van de 15de eeuw, manuscripten bij de drukpers arriveerden om voor het eerst gedrukt te worden”.
We maken een uitgebreide reis door de middeleeuwen en zoomen in op een bepaald tijdstip op een bepaalde plaats om erachter te komen hoe en waarom wetenschappelijke ideeën werden doorgegeven, al dan niet in gewijzigde vorm. “Door deze manier van werken”, schrijft Moller, “worden de traditionele grenzen van het westers historisch narratief verlegd, omdat er nu ook aandacht is voor de belangrijke bijdrage van de moslimwereld en de middeleeuwse christelijke geleerden. Daardoor wordt het millennium tussen ‘de Romeinen’ en ‘de renaissance’, opgevuld. Deze aanpak maakt het mogelijk om ook naar elementen van andere culturen te kijken die geleidelijk zijn opgenomen in de canon van onze wiskundige, astronomische en medische kennis. Een voorbeeld zijn het Hindoe-Arabisch getallen- en positiestelsel, oorspronkelijk afkomstig uit India, dat via de moslimwereld tot ons is gekomenen en overal ter wereld wordt gebruikt”.
Levendig verteld en met een oogverblindend aantal boeiende personages, is het boek een nauwkeurige, suggestieve, genuanceerde en levendige weergave van ons gemeenschappelijk, intellectueel erfgoed. Haar duizelingwekkend reisverslag geeft een genuanceerd en dynamisch beeld van ons gemeenschappelijk intellectueel erfgoed. Dit is een schitterend onderzoek naar hoe kennis over astronomie, wiskunde en geneeskunde sinds de oudheid is blijven bestaan. Een fantastisch debuut van een talentvolle jonge auteur, een boek dat leest als een avonturenroman.” (Peter Frankopan, auteur van “De zijderoutes”). “The Map of Knowledge” werd vertaald door Pon Ruiter en Theo Schoemaker.
“Ik ben een onafhankelijke historicus met een bijzondere interesse in de geschiedenis van ideeën en hoe kennis door de eeuwen heen is overgedragen. Mijn Ph.D was over bibliotheken in “Early Modern Britain”, gericht op de organisatie en verzameling van intellectuele kennis, wat me ertoe bracht om de geschiedenis van de wetenschap in een bredere context te bekijken wat resulteerde in “The Map of Knowledge”, gepubliceerd in februari 2019. In 2016 ontving het boek de RSL Jerwood Prize (Royal Society of Literature Jerwood Awards for Non-Fiction) (nu Giles St Aubyn Awards for Non-Fiction) voor non-fictie voor een werk in uitvoering. Ik begon mijn carrière als journaliste en droeg artikelen en recensies bij aan The Face, Arena, The Scotsman, Metro Scotland en The List, onder meer over theater, kunst, boeken, uitgaan, muziek en cultuur in het algemeen.
Ik heb zes jaar in Denemarken gewoond waar ik als redacteur en vertaler werkte, naast verschillende merk- / onderzoeksprojecten. Toen ik terugging naar het Verenigd Koninkrijk, werd ik vrijwilliger bij de Bodleian Library. Dit resulteerde in de opdracht om drie kleine boeken te schrijven voor de Publishing Department. Ik ben afgestudeerd met MA in klassiekers en middeleeuwse geschiedenis en Ph.D in geschiedenis aan de Universiteit van Edinburgh. Ik woon in North Buckinghamshire met mijn man en onze drie kinderen, mijn drie kleine sterren”. (Violet Moller). Een prachtboek dat u geenszins mag missen. Zeker, zeker lezen!
Violet Moller De zeven steden Een reis door duizend jaar geschiedenis: hoe ideeën uit de oudheid ons bereikten geïllustreerd 320 bladz. uitg. Meulenhoff ISBN 9789029093552