Samengesteld rond de jonge sopraan Katherine Watson en o.l.v. de traverso speler, Alexis Kossenko, laat dit operaprogramma, ondersteund door het Centre de Musique Baroque de Versailles, de muzikale pracht van Versailles herbeleven. Op de cd ontdekt u ook muziek van de onbekende Jean-Baptiste Stuck en Louis Lully, zoon van…
Deze schitterende barokcollectie combineert opera aria’s en instrumentale composities en biedt een selectie van de belangrijkste werken van het hof van de Zonnekoning, van André Campra tot Marin Marais, maar laat ook een aantal lang vergeten werken uit deze periode herontdekken, zoals Louis Lully’s opera “Orphée”. Het programma stelt ons ook in staat om een glimp op te vangen van de dramatische kracht van de tedere rollen, meestal voor verliefde vrouwen, hoofdrollen van de tragédie lyrique, waarvoor Katherine Watson de ideale vertolkster blijkt te zijn. Verrijkt door de fluweelzachte toon van haar timbre en het helder spel van de Ambassadeurs onder leiding van Alexis Kossenko, verkennen deze Franse aria’s de diepste diepten van de menselijke ziel. Vaak blootgesteld aan kwellingen en als slachtoffers van de hebzucht van de goden, gekweld door liefde, belichaamden deze heldinnen van de tragédie lyrique toch tragische schoonheid. Benoît Dratwicki gaf zijn tekst in het bijbehorend boekje dan ook de titel “Larmes d’opéras”.
Op de cd staan aria’s van Louis Lully (1664-1734), André Campra (1660-1744), Henri Desmarest (1661-1741), Jean-Baptiste Lully (1632-87), Marin Marais (1656-1728), Michel Pignolet de Montéclair (1667-1737) en Jean-Baptiste Stuck (Batistin) (1680-1755).
Er is weinig bekend over de vroege jaren van Jean-Baptiste Stuck. Hij werd geboren in Livorno aan de kust van Toscane, kwam uit een koopmansfamilie en was de zoon van Giovanni-Giacomo Stuck en Barbera Hellerbeck. Vanaf 1702 was hij in dienst van gravin Lemos in Napels. Stuck schreef aria’s voor de uitvoering van de opera “L’innocente inganno” van Tomaso Albinoni, die onder de nieuwe titel “Rodrigo in Algieri”, in december 1702 uitgevoerd werd in het Teatro San Bartolimeo in Napels. Kort daarna verhuisde Stuck naar Parijs. In 1705 publiceerde hij de collectie Für das Jahr 1701 via uitgeverij Ballard. In Parijs was hij lid van de Chapelle royale en was hij cellist in dienst van Philippe II, hertog van Orléans. In 1722 was hij eerste cellist in het operaorkest ter vervanging van de bas gamba. Hij ontving in 1733 het Frans staatsburgerschap en overleed in Parijs.
Louis Lully was na Catherine-Madeleine, het tweede kind en de oudste zoon van Jean-Baptiste Lully en zijn vrouw, Madeleine Lambert. Louis huwde Marthe Bourgeois in 1694, in St. Martial de Paris. Vijf kinderen werden geboren uit dit huwelijk, in de parochie van Saint-Paul in Parijs, tussen 1695 en 1705, onder wie een zoon, Louis-André Lully, die op 17-jarige leeftijd trouwde met Suzanne-Catherine Cartaud, de dochter van de toen beroemde architect, Jean-Silvain Cartaud, in St. Germain l’Auxerrois. De zoon overleefde Louis Lully slechts iets meer dan een jaar en stierf in Parijs in 1735.
Louis was bijna onterfd door zijn vader na onbetaamd gedrag en gevangenschap, en had niet de briljante carrière die hem te wachten stond, niet alleen vanwege zijn gedrag, maar ook vanwege zijn gebrek aan talent. Het succes dat hij als operacomponist had, was vooral te danken aan werken die in samenwerking met anderen werden gecomponeerd.
Hij werkte bijvoorbeeld samen met zijn broer Jean-Louis aan de Tragédie en musique en trois actes et un prologue, “Zéphire et Flore” (1688), op een libretto van Michel du Boulay, secrétaire de M. de Vendôme, Grand Prieur de France, en met Marin Marais aan “Alcide” (tragédie lyrique, 1693). Het enige werk dat hij alleen componeerde, “Orphée” (tragédie lyrique, 1690), waaruit op deze cd een aria is opgenomen, werd daarenboven slecht ontvangen.
De uitvoerders zijn Les Ambassadeurs o.l.v. Alexis Kossenko, Katherine Watson, Stefano Rossi, viool, Jean-François Madeuf, trompet, François Nicolet en Lorenzo Brondetta, traverso en blokfluit, en Tormod Dalen, cello. De cd werd opgenomen door Little Tribeca in l’Arsenal in Metz en is een coproductie van het Centre de musique baroque de Versailles, Cité musicale Metz en Les Ambassadeurs. Niet te missen!
Tracklist :
Louis Lully: Orphée: “Ah ! Que j’éprouve bien l’amoureuse flamme”
Marais : Alcyone: Ouverture
Marais : Ariane et Bacchus :
-“Croirai-je, juste ciel ! Ce que je viens d’entendre ?”
-Symphonie du sommeil
-Air pour les flûtes
Campra: Idoménée: Chaconne
J. B. Lully: Acis et Galatée: “Enfin, j’ai dissipé la crainte…”
Henri Desmarest: Circé :
-“Sombres marais du Styx, Cocyte, Phlégéton…”
-“Calmez votre violence…”
J.B. Lully: Deh, piangete (uit Psyché) :
-“Deh, piangete al pianto mio”
Stuck: Non sempre guerriero… (uit Thétis et Pélée)
Campra: Mes yeux, fermez-vous à jamais (uit Zaïde)
Campra: Télèphe :
-Sarabande
-“Soleil, dans ta vaste carrière…”
-“Charmant Père de l’harmonie…”
Marais : Rondeau uit Ariane et Bacchus
Campra: Quelle épaisse vapeur tout à coup m’environne ? (uit Télèphe)
Marais : Marche pour les Matelots (uit Alcyone)
Campra: Espoir des malheureux, plaisir de vengeance” (uit Idoménée)
Marais : Deuxième Air des Matelots (uit Alcyone)
Montéclair: Mais, tout parle d’amour dans ce riant bocage”
Campra: Coulez, ruisseaux; dans votre cours… (uit Idoménée)
J. B. Lully: Marche pour la cérémonie des Turcs (uit Le Bourgeois gentilhomme)
Stuck: “C’en est donc fait, le roi n’a plus de fils…” (uit Polydore)
Artistieke leiding : Nicolas Bartholomée
Opname: Nicolas Bartholomée en Maximilien Ciup
Montage, mixage en mastering : Gaëtan Juge
L’Opéra du Roi Soleil Katherine Watson Les Ambassadeurs Alexis Kossenko cd Aparté AP209