Ontdek Beethovens “König Stephan”, “Leonore Prohaska” (excerpts)” e.a. door The Key Ensemble, het Chorus Cathedralis Aboensis en Turku Philharmonic, o.l.v. Segerstam, op het label Naxos.

Afgezien van zijn enige opera “Fidelio”, kwam de relatie van Beethoven met het theater in Wenen grotendeels tot stand met toneelmuziek of aria’s die in het werk van andere componisten werden ingevoegd. “König Stephan” werd gecomponeerd om de politiek belangrijke opening van een nieuw theater in Pest te vieren, ter ere van de heersende Oostenrijkse keizer. Als vertegenwoordigster van vrouwelijk heldendom werd “Leonore Prohaska” herdacht met een Soldatenkoor en een Romance met harpbegeleiding. Niet te missen!

Anders dan Mozart had Beethoven, mogelijks beperkt door de omstandigheden van zijn jeugd, een minder bevredigende associatie met het theater. Mozart had een zorgvuldig geplande opleiding genoten en, zodra de kansen kwamen die Wenen hem bood, bloeide hij er als componist van de grootste opera’s. Beethoven begon daarentegen relatief laat in zijn carrière met zijn relatie tot het theater. Zijn enige opera, “Fidelio”, werd gecomponeerd toen hij 35 was en bereikte zijn definitieve vorm negen jaar later, in 1814. Er was sprake van andere mogelijke opera ondernemingen, met “King Lear”, een intrigerende keuze als onderwerp. Zijn doofheid maakte echter uitvoeringen onmogelijk en zijn leven hing bijgevolg af van de verkoop van composities en van occasionele opdrachten.

Beethoven componeerde zijn muziek voor “König Stephan, Ungarns erste Wohltäter” in Teplitz in de zomer van 1811. Het libretto was van de hand van een van de populairste schrijvers van die tijd, August von Kotzebue, een inwoner van Weimar, de stad van Goethe. Beethoven schreef aan Kotzebue en vroeg om een libretto over Attila, maar deze mogelijke samenwerking liep op niets uit.

König Stephan, ter ere van de heersende keizer, begint met een feestelijke ouverture en wordt gevolgd door monologen, dialogen, koren en twee marsen. De openingsscène toont koning Stephen zittend op een troon gemaakt van schilden omringd door Hongaarse edelen, de achtergrond gehuld in een dikke mist. Het mannenkoor zingt en Koning Stephan spreekt de edelen toe en dringt aan op een nieuw tijdperk van vrede, met aanbidding van de grote en goede christelijke God, hoop, liefde en geloof in de moederlijke boezem van de kerk. Terwijl hij spreekt, trekt de mist op en wordt de stad Pest op de achtergrond onthuld.

Een tweede mannenkoor zingt over nu het licht na duisternis, hun redder heeft hen geloof en hoop gebracht. Een soldaat brengt nieuws over de nederlaag van de vijand van de koning, Gyula, en zijn gevangenneming, zodat reizigers in de heuvels niet langer vrezen en het kruis triomfeert. De koning begroet het nieuws en een triomfmars wordt gespeeld. Hongaarse edelen brengen de gevangen Gyula binnen, die gratie krijgt van koning Stephan en het christendom omarmt.

De Beierse ambassadeur kondigt het huwelijk aan van de Beierse prinses Gisela met Stephan. Gisela komt binnen, gesluierd en omringd door haar vrouwen. Een koor van vrouwen, met dansende kinderen, escorteert de bruid. In een melodrama, gesproken woorden met muzikale begeleiding, bedankt de koning Gisela. Een koor verwelkomt de zon, die doorheen de wolken schijnt. De koning spreekt zijn volk toe en herinnert hen aan hun verleden. Op de tonen van plechtige muziek komt een oude man naar voren met een gouden kroon uit Rome. Koning Stephan zet de kroon op zijn hoofd en wenst de Hongaren geluk en roem. De triomf van koning Stephan wordt gevierd, roem die zich zal voortzetten in hun nakomelingen.

In 1815 leverde Beethoven bijdragen aan “Leonore Prohaska” (foto), een tragedie van Johann Friedrich Leopold Duncker (foto), kabinetsecretaris van de koning van Pruisen, die naar Wenen kwam in de hoop zijn werk daar te kunnen opvoeren. Leonore Prohaska (1785-1813), “die Potsdamer Jeanne d’Arc”, had zich in 1813 bij het leger gevoegd, vermomd als man. Ze diende als trommelaar en vervolgens in de infanterie. Dat ze een vrouw was, werd pas duidelijk na de verwondingen die ze tijdens de slag om de Göhrde in het jaar van haar indiensttreding had opgelopen. Ze verwierf postume bekendheid als een voorbeeld van vrouwelijke heldenmoed. Beethoven componeerde o.a. een mars, gebaseerd op een beweging uit zijn Pianosonate, op.26, een Jagerskoor, een Romance, “Es blüht eine Blume”, begeleid door harp, en een opvallend melodrama, begeleid door glasharmonica.In het gedicht Opferlied van Friedrich von Matthisson (foto), bidt een jonge man tot Zeus om hem schoonheid en goedheid te schenken zowel in jeugd als in ouderdom. Beethoven voelde zich erg aangetrokken tot het Opferlied. Het gedicht was in 1790 verschenen in de Musenalmanach en later in een verzameling van het werk van de dichter. Beethovens eerste toonzettingen voor stem en piano dateerden van 1794/95 en 1798. In 1822 schreef hij een versie voor drie solostemmen, koor en twee klarinetten, hoorn, altviool en cello en keerde in 1824 terug naar het gedicht, waarbij hij een werk componeerde voor solo sopraan, koor en orkest. De verzen suggereren de klassieke wereld van een gebed tot Zeus door een jonge man, op zoek naar schoonheid en goedheid.

Goethe’s “Bundeslied” uit 1795 werd herzien in de jaren 1820. Bij Beethoven werd het een strofisch lied van vijf verzen voor klarinetten, fagotten en hoorns. Voor zijn uiteindelijke publicatie in 1825 zorgde Beethoven voor een arrangement met begeleiding van piano. De tekst leek hem geschikt voor mannenstemmen voor een sociale gelegenheid, met een evocatie van liefde en wijn. Het “Chor auf die verbündeten Fürsten” werd gecomponeerd ter ere van het congres van Wenen in 1815, een gelegenheid die de mogelijkheid suggereerde dat muziek materieel voordeel kon halen uit het belangrijk evenement.

In Wenen componeerde Beethoven van tijd tot tijd muziek die in theatervoorstellingen werd opgenomen. “Germania” was de finale van een singspiel van Georg Friedrich Treitschke (foto), werkzaam bij de Weense Hofopera en later directeur van het Theater an der Wien. Treitschke hielp Fidelio herzien voor de heropleving in 1814 en in hetzelfde jaar zorgde zijn singspiel “Die gute Nachricht” voor de viering van de nederlaag van Napoleon en het congres. “Es ist Vollbracht” met bas solo, is een triomfantelijk finaal koor voor “Die Ehrenpforten”, Treitschke’s eerbetoon aan de tweede en beslissende nederlaag van Napoleon. De Finse koren en het orkest bieden hier een krachtige uitvoering die tot een opwindende finale leidt. Het goedgevuld programma is grotendeels gewijd aan koren die meestal werden gecomponeerd voor speciale gelegenheden aan het begin van de 19de eeuw in Europa.

De uitvoerders zijn Claus Obalski, Roland Astor, Ernst Oder en Angela Eberlein (vertellers), Reetta Haavisto (sopraan), Päivi Severeide (harp), Johanna Lehesvuori (sopraan), Merja Mäkelä (alt), Maikki Säikkä (sopraan), Kristina Raudanen (alt), Andreas Nordström (tenor), Niklas Spångberg en Juha Kotilainen (bas), het Turku Philharmonic Orchestra en The Key Ensemble en het Chorus Cathedralis Aboensis o.l.v. Leif Segerstam. Heel origineel en heel bijzonder!

BEETHOVEN König Stephan Leonore Prohaska (excerpts) Opferlied Germania Soloists The Key Ensemble Chorus Cathedralis Aboensis Turku Philharmonic Orchestra Leif Segerstam cd Naxos 8.574042

https://www.stretto.be/2020/02/12/ontdek-beethovens-die-ruinen-von-athen-door-het-turku-philharmonic-orchestra-o-l-v-leif-segerstam-op-het-label-naxos/

https://www.stretto.be/2019/09/16/ludwig-van-beethovens-toneelmuziek-geschopfe-des-prometheus-door-het-turku-philharmonic-orchestra-o-l-v-leif-segerstam-op-het-label-naxos/