Componisten van alle tijden lieten zich voor hun opera’s en vocale werken, inspireren door de zorgen en vreugden van vrouwen. De vrouw als dusdanig, inspireerde hun mooiste en krachtigste muziek.
Van de hartverscheurende tragedie van het afscheid van Andromache van Samuel Barber tot de magische verhalen van Shéhérazade en de sprookjesprinses, neemt de veelgeprezen sopraan Seljan Nasibli uit Bakoe, de hoofdstad van Azerbeidzjan, u mee op een tijdloze reis naar vrouwelijke, muzikale voorouders, wier moed net zo relevant is in de hedendaagse samenleving als het ooit is geweest.
Shéhérazade is de titel van twee composities van Maurice Ravel. Beide hebben hun oorsprong in de fascinatie van de componist voor Shéhérazade, de heldin en vertelster uit Duizend-en-een-nacht. Het eerste werk, een ouverture (1898), Ravels vroegste overgebleven orkestwerk, werd niet goed ontvangen op de première en is daarna niet tot zijn populairste werken gaan behoren. Vier jaar later had hij een veel groter succes met een liedcyclus met dezelfde titel, die een standaard repertoirestuk is gebleven en vele malen is opgenomen. Beide composities werden beïnvloed door Russische componisten, met name door Rimski-Korsakov, die in 1888 een Sheherazade had gecomponeerd. De eerste compositie werd sterk beïnvloed door Russische muziek, de tweede gebruikte een tekst geïnspireerd op het symfonische gedicht van Rimski-Korsakov.
Het exotisme van de Arabische nachten bleef Ravel interesseren. In de vroege jaren van de 20ste eeuw ontmoette hij de dichter Tristan Klingsor (foto), die onlangs een verzameling gedichten met vrije teksten had gepubliceerd onder de titel “Shéhérazade”, geïnspireerd door de gelijknamige symfonische suite van Rimski-Korsakov, een werk dat Ravel ook bewonderde. Ravel en Klingsor waren medeleden van de groep jonge creatieve kunstenaars die zich ‘Les Apaches’ noemden. De dichter las enkele van zijn nieuwe verzen voor aan de groep, en Ravel kwam onmiddellijk op het idee om er drie op muziek te zetten.
Ravels liedcyclus “Shéhérazade”, is voor mezzosopraan (of tenor) solo en orkest, op de woorden van Klingsors “Asie”, “La flûte enchantée” en “L’indifférent”. Het werd voor het eerst uitgevoerd in mei 1904 tijdens een concert van Société Nationale in de Salle Nouveau Théâtre in Parijs, met Jeanne Hatto en een orkest onder leiding van Alfred Cortot. De drie nummers van de cyclus werden individueel opgedragen door de componist aan de sopraan Jeanne Hatto (“Asie”), Madame René de Saint-Marceaux (“La flûte enchantée”) en Emma Bardac (“L’indifférent”).
Er is weinig melodisch verband tussen de ouverture en de cyclus, met uitzondering van het openingsthema van het eerste nummer, “Asie”, waarin Ravel een thema gebruikte, gebaseerd op een modale toonladder, vergelijkbaar met deze aan het begin van de ouverture. Ravel bedacht oorspronkelijk de cyclus met “Asie” als laatste, en deze volgorde werd aangenomen bij de première, maar zijn uiteindelijke voorkeur, in de gepubliceerde partituur, was een volgorde die gestaag afneemt in intensiteit, van rijke wellust en zachte lyriek tot lome zinnelijkheid.
“Andromache’s Farewell” was het laatste werk dat Samuel Barber (foto) componeerde vóór zijn opera “Antony en Cleopatra”, wiens mislukking een verwoestend effect zou hebben op zijn zelfvertrouwen en creativiteit. In reactie op een opdracht van de New York Philharmonic besloot hij een tekst uit de Griekse mythologie te toonzetten in de vorm van een scène voor sopraan en orkest. Hij koos voor de Engelse vertaling van een tekst uit “The Trojan Women” van Euripides waar Andromache, de weduwe van Hector, de Trojaanse held, hun kleine jongen Astyanax, die op het punt staat gedood te worden door de Grieken, van hem afscheid neemt. Het werk begint met een dramatische orkestrale introductie die de verlaten, maar gespannen sfeer evoceert die aan de inzet van de sopraan voorafgaat. Ze vertelt de jongen dat hij gaat sterven, roept haar overleden echtgenoot op en omhelst vervolgens het kind. Het werk besluit met een korte maar aangrijpende, orkestrale coda.
Tracklist :
Ravel: Shéhérazade
No. 1, Asie
No. 2, La flûte enchantée
No. 3, L’indifférent
Barber: Andromache’s Farewell, op. 39
Uit Bizet: Les Pêcheurs de Perles :
“Comme autrefois dans la nuit sombre”
Szymanowski: Songs of the Fairy Tale Princess, Op. 31, M. 32 (Version for Voice & Orchestra) [Excerpts]
No. 1, Samotny księżyc
No. 2, Słowik
No. 4, Taniec
Uit Rimsky Korsakov: Le Coq d’Or :
“Hymn to the Sun”
Uit Puccini: Turandot, SC 91 :
“Tu che di gel sei cinta”
“Signore, ascolta!”
Uit Massenet: Thaïs :
“Dis-moi que je suis belle”
Femmes Fatales – Soprano Heroines from the Orient Seljan Nasibili (soprano) National Symphony Orchestra of Ukraine Yalchin Adigezalov cd Naxos 8579066