Wee de overwonnenen van Alexander van de Bunt is een diepgravend historisch werk over de vroege bewoners van de Lage Landen. In “Wee de overwonnenen” vertelt Alexander van de Bunt het verhaal van de vroege bewoners van onze streken. Wij kennen deze volkeren vooral door de ogen van de Romeinen, met name via Julius Caesar en Tacitus. Maar wie waren de bewoners van de Lage Landen? Wat waren hun gebruiken? Welke taal spraken ze? Welke goden vereerden ze? En vooral: waar kwamen ze precies vandaan? Op levensechte wijze beschrijft Alexander van de Bunt vele cruciale gebeurtenissen, zoals de Slag bij het Teutoburgerwoud en de Bataafse Opstand. Hij schrijft over de relatie tussen Germanen, Kelten en Romeinen en laat zien dat globalisering en migratie van alle tijden zijn. Wee de overwonnenen is een diepgravend boek voor iedereen die meer wil weten over de Bataven, de Friezen, de Cananefaten en andere stammen in het huidige Nederland en België rond het begin van de jaartelling.
Hoewel volgens Tacitus het Germaanse gebied tot ver in Scandinavië en voorbij de vlakten van Polen reikte, beperkt dit boek zich tot de Lage Landen (Nederland, België, Luxemburg, Noord-Frankrijk en West-Duitsland), met enkele uitstapjes naar bv. Groot-Brittannië en Italië. De geografische afbakening is aan de oostzijde ruim genomen tot aan de Elbe, wat door de Romeinen tot 17 n. Chr. werd gezien als de beoogde rijksgrens. Uiteindelijk bleek dit doel te hoog gegrepen en bleef de Rijn de grens van hun wereldrijk. Bovendien besloegen de Lage Landen in de Romeinse periode een veel groter gebied dan tegenwoordig. De geschiedenis van dit gebied maken we via de bronnen vooral mee door de ogen van de Romeinen. Helaas schreef de inheemse bevolking niets over hun eigen geschiedenis en levenswijze, en als ze dat wel deden, is dat niet bewaard gebleven.
“Ten zuiden van de Rijn”, zo lezen we, “komen we in de Lage Landen de Keltische stammen van de Belgae en de Galliërs tegen. Lange tijd waren zij heer en meester over Centraal- en West-Europa, totdat de Germanen vanuit het noorden en de Romeinen vanuit het zuiden hun territorium begonnen uit te breiden. Deze episode in de Nederlandse geschiedenis betekende het einde van de Keltische cultuur zoals we die gedurende de ijzertijd kenden. Onder de groeiende druk van de Germanen waren de Keltische stammen ten noorden van de Rijn genoodzaakt om de strijd aan te gaan, hun nieuwe meesters te accepteren of om hun huis te verlaten en op zoek te gaan naar een nieuw thuisland. Na de Gallische Oorlogen (58-51 v. Chr.) werd het veroverde gebied van Gallië doelwit van het Romeinse beschavingsoffensief, waarbij de plaatselijke Keltische bevolking zich moest aanpassen aan de Romeinse cultuur, wat het begin inluidde van de Gallo-Romeinse tijd”.
“De Lage Landen”, schrijft van de Bunt, “waren een hoog dynamisch rivierengebied, waarin rond het midden van de eerste eeuw n. Chr. de rijksgrens van het Romeinse Rijk ontstond, ook wel bekend als de limes. Vele noorderlingen trokken naar dit gebied om in contact te komen met de Romeinen om handel mee te drijven of om deel te nemen in het Romeinse leger”. Zo leest u over hoe in deze overgangsperiode de inwoners van onze contreien voor het eerst in aanraking kwamen met de Romeinen en werden opgenomen binnen het grotere geheel van het Romeinse Rijk”.
Uit dit verhaal zal blijken dat de Bataven geen vrijheidsstrijders waren met een oer-Nederlandse indentiteit of nobele wilden in langhuizen, maar Romeinse burgers die geworteld waren in zowel de Romeinse als de Germaanse wereld. We maken een reis naar de Russische steppen, het Scandinavische gebied, het Gallië ten tijde van Julius Caesar en terug naar de Lage Landen.
U leest o.a. over de legerhervormingen van Marius en de terugkeer van de Kimbren en Teutonen, de Gallische Oorlogen, 58-51 v. Chr., Ambiorix, de genocide van de Eburonen en de komst van de Bataven, en de auteur heeft het ook over de Germaanse veroveringen, 17-9 v. Chr., Drusus, de samenzwering van Arminius en de Slag bij het Teutoburgerwoud, Germanicus, de Friese Opstand, de Bataafse Opstand in 67-69, de eed van Civilis en het beleg van Vetera. Ten slotte verneemy u alles over het Gallische Rijk en de Slag bij Maastricht, profetessen en zieneressen, Vindolanda en Bataven in verre oorden.
Kaarten tonen o.a. de migratie van de steppevolkeren, 3300-2600 v. Chr., de Keltische verspreiding, zesde-eerste eeuw v. Chr. en de verspreiding van de Germaanse stammen, 750 v. Chr., en Belgische stammen ten tijde van de Gallische Oorlogen, 58-51 v. Chr. Daarnaast zijn er Kaarten van Drusus en Germanicus, de Romeinse invasie van Brittannië, 43 n. Chr., de eerste fase van de Romeinse limes in Nederland, 47-50 n. Chr., de situatie in de Lage Landen voor het begin van de Bataafse Opstand en de eerste fase van de Bataafse Opstand, en het Romeins offensief tegen de Bataafse opstandelingen. Warm aanbevolen.
Alexander van de Bunt studeerde archeologie en prehistorie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij werkte bij het Vlaams Erfgoed Centrum en nu bij Landschap Erfgoed Utrecht en heeft een grote liefde voor archeologie, folklore en erfgoed. Eén van de grootste passies van Alexander van de Bunt is het tot leven brengen van oude verhalen en landschappen in zijn vrije tijd als tekenaar. Veel bouwwerken en elementen zijn vandaag de dag nog steeds een ode aan vervlogen tijden. Door stil te staan bij ons verleden en haar vertegenwoordigers, krijgen we niet alleen meer inzicht in de drijfveer van mensen en hun idealen uit het verleden, maar kunnen we ook vorm geven aan de dromen en idealen van onze eigen tijd.
Alexander van de Bunt, Wee de overwonnenen, Germanen, Kelten en Romeinen in de Lage Landen 304 bladz. uitg. Omniboek ISBN 9789401916721