De warme, heldere stem van de bariton Alain Buet, vergezeld door het Strijkkwartet “Les Heures du jour”, nodigt u uit om de wereldpremière te ontdekken van wellicht de meest volmaakte cyclus in het repertoire van de lied.
“Winterreise. Ein Cyclus von Liedern von Wilhelm Müller. Für eine Singstimme mit Begleitung des Pianoforte komponiert von Franz Schubert. Op. 89. Erste Abtheilung (Lied I–XII). Februar 1827. Zweite Abtheilung (Lied XIII–XXIV). October 1827”. Zo luidt de oorspronkelijke titel. “Winterreise”, de liedcyclus die Schubert in de laatste maanden van zijn leven voltooide, is één van de indringendste en raadselachtigste meesterwerken van de westerse, vocale kunst.
In zijn inleiding tot de Peters Edition, de “modernisierte Fassung mit modernisierter Orthographie” uit 1890-1900, met kritische herzieningen van Max Friedlaender, merkte de geleerde oriëntalist en filoloog, professor Max Müller (1823-1900), (de zoon van de dichter Wilhelm Müller), destijds op, dat Schuberts twee liedcycli, hetzelfde dramatisch effect hebben als een tragische opera. “Want, net als “Die schöne Müllerin””, ging Max Müller verder, “is Schuberts “Winterreise” niet alleen een verzameling van liederen over een verloren of onbeantwoorde liefde, maar een uitgebreide, meer dan één uur durende, dramatische monoloog”.
De muziek van “Winterreise” heeft een unieke, emotionele diepgang en intensiteit. Een jongeman, afgewezen door zijn geliefde, verlaat het huis waar hij heeft gewoond en trekt te voet door sneeuw en duisternis. Als hij het dorp achter zich laat en in het kaal winterlandschap belandt, wordt hij overspoeld door emoties van verlies, verdriet, woede en intense eenzaamheid. Deze worden afgewisseld met sprankeltjes hoop, tot het landschap dat hem omringt vervuld raakt van vervreemding en wanhoop. De intensiteit en het emotionele van de poëzie werden door Schubert zorgvuldig opgebouwd om het leed van de minnaar uit te drukken. Dit leed wordt in de loop van de cyclus bijna pathologisch ontwikkeld.
Verre van de integriteit van het werk te schaden, volgt de hier opgenomen transcriptie van “Winterreise” voor stem, in dit geval een bariton, en strijkkwartet, een traditie waardoor de muziek van Schubert zich vanaf 1830, over heel Europa verspreidde. Vooral Schuberts liederen waren het voorwerp van de meest uiteenlopende arrangementen, waarbij de stem werd vervangen door een cello, een viool, een hoorn of zelfs een cornet, en de pianopartij soms georkestreerd werd, cfr. Hans Zender, “Winterreise, eine komponierte Interpretation” (1993) voor tenor en klein orkest. Een benadering zoals op deze nieuwe cd is daarom volkomen authentiek, zelfs als de combinatie van een strijkkwartet en het Lied, niet zo evident is. Het Strijkkwartet belichaamt immers een nobel genre, muzikaal wetenschappelijk, uitgebreid in stijl en stilistisch complex, terwijl het Lied als dusdanig verbonden blijft aan zijn populaire oorsprong en aan de eenvoud van zowel de vocale partij als van de klavierbegeleiding.
Op de gereserveerde eerste ontvangst van zijn “Winterreise”, verrast als ze waren door de donkere, lugubere toon van Schuberts laatste cyclus, antwoordde Schubert, “Ik hou meer van deze liederen dan van alle andere, en binnenkort ga je er ook van houden”. De geschiedenis heeft hem gelijk gegeven. Wist u trouwens dat de eerste die liederen uit “Winterreise heeft opgenomen (in 1927), dat dat Richard Tauber was ?
Na haar studies piano en viool aan het Nationaal Conservatorium van Bordeaux, vervolgde Gilone Gaubert haar opleiding aan het Nationaal Hoger Conservatorium van Parijs (CNSM). Beloond met de 1ste prijs voor moderne viool (1995, bij Devy Erlih) en barokviool (1998, bij Patrick Bismuth), speelt ze sindsdien in prestigieuze, Franse barokensembles zowel in kamermuziek als in opera’s. Sinds 2005 is ze solo viool van het ensemble “Les Talens Lyriques” onder leiding van Christophe Rousset, met wie ze als soliste in Bach concerti speelde.
Ze speelde ook solo-viool in “Le Parlement de Musique” van Martin Gester met wie ze ook deelnam aan de vorming van het barokorkest van Ambronay. Ze speelde ook regelmatig met het ensemble Amarillis (Héloïse Gaillard) La Petite Simphonie (Daniel Isoir) en La Chambre Philharmonique (Emmanuel Krivine) en is momenteel docent oude muziek aan het Conservatorium van Chantilly.
De Franse bariton, Alain Buet, voltooide zijn studie aan het Conservatoire National de Région de Caen en Conservatoire National Supérieur de Musique in Parijs en bleef daarna zijn vocale technieken verder ontwikkelen bij Richard Miller. Alain Buet begon aan zijn carrière als solist onder leiding van dirigenten als Robert Weddle, Jean-Claude Malgoire, Hervé Niquet, William Christie en Martin Gester, en is een vaste gast in enkele van de belangrijkste concertzalen en op internationale festivals in Beaune, La Chaise-Dieu, Nantes, l’Orne, Bonn, Lausanne, Fès, Innsbruck, Istanbul, Cremona, Parma, Leipzig en Amsterdam.
Zijn nauwe samenwerking met Jean-Claude Malgoire resulteerde in talloze rollen in opera’s, als Händels “Agrippina”, Mozarts “Le nozze di Figaro” en “Bastien und Bastienne”, en “Gianni Schicchi” van Puccini. Hij zong ook in Charpentiers opera, “David et Jonathas”, o.l.v. William Christie, is oprichter en lid van het ensemble “Les Musiciens du Paradis”, en maakte opnamen voor Glossa, Alpha, Arion, K617, Zig-Zag en Opus 111. Momenteel geeft hij zangles aan het Conservatoire National Supérieur de Musique in Parijs.
Met zijn zachte en warme baritonstem, fraseert en intoneert Alain Buet de liederen perfect, en met zijn beheersing van zijn toonbereik en mooie dictie, zingt hij de liederen met de gepaste genuanceerde expressie. “Les Heures du Jour” zorgt daarbij door de klank van hun bijzondere instrumenten met darmsnaren, voor een verrassende, oorspronkelijke sonoriteit, die bijna nog meer de vaak beklemmende inhoud van de liederen weergeeft, dan de piano.
De transcriptie van violiste, Gilone Gaubert, heeft Schuberts meesterwerk nieuwe kleuren gegeven. De vervanging van de piano door strijkers impliceert niet alleen een verandering van klankkleur. De vier schitterende strijkers variëren de kleuren en intensiteit van de muziek met veel verschillende fraseringen en effecten, wat resulteert in een getransformeerde expressiviteit en een nieuwe resonantie. “Les Heures du Jour” zijn Gilone Gaubert-Jacques en David Chivers, viool, Sophie Cerf, altviool en Emmanuel Jacques, cello.
Gilone Gaubert bespeelt een viool van Marcin Groblicz (1606) met een strijkstok van de École de Tourte (ca.1800), David Chivers bespeelt een viool van Jacques Boquay (1720) met een strijkstok van Joseph Henry (ca.1850), Sophie Cerf speelt op een altviool van Jean-Louis Prochasson (1989) naar Stradivarius met een strijkstok uit het Atelier Pecatte, en Emmanuel Jacques bespeelt een cello van Jacques Boquay (1726) met een strijkstok van Étienne Pajeot (1820). Dit is een heel, heel bijzondere, mooie en originele uitvoering die u geenszins mag missen. Bravo!Winterreise (Barytone & String Quartet) Schubert Alain Buet, Les Heures du Jour cd muso MU035
https://www.stretto.be/2017/04/17/over-schuberts-winterreise/